Rechtswetenschappen
Overeenkomstenrecht
Open Universiteit
RS0002
Samenvatting Overeenkomstenrecht
Reader + J. Hijma, C.C. van Dam, W.A.M. van Schendel & W.L. Valk, Rechtshandeling en
overeenkomst. Wolters Kluwer: Deventer (meest recente uitgave);
- G.T. de Jong, H.B. Krans & M.H. Wissink, Verbintenissenrecht algemeen. Wolters Kluwer: Deventer
(meest recente uitgave).
Gemaakt door: M.L. Kole
Studiejaar: 2022
,Leereenheid 1 inleiding in het overeenkomstenrecht
Reader overeenkomstenrecht en tekstboek Rechtshandeling en overeenkomst:
1. Rechtshandeling en overeenkomst
Rechtshandelingen = handelingen die gericht zijn op het intreden van een rechtsgevolg en zijn
onder te verdelen in eenzijdige en meerzijdige handelingen.
Eenzijdige handeling = het rechtsgevolg treedt in door de wilsverklaring van een persoon. Er
zijn gerichte en ongerichte handelingen. Gericht -> het doen van een aanbod en een
geadresseerde is noodzakelijk. Ongericht -> het maken van een testament en de wilsverklaring
van een persoon is voldoende.
Meerzijdige handeling = daarvoor zijn twee of meer personen nodig. Aangaan van een huwelijk
of sluiten van een koopovereenkomst. Er zijn overeenkomsten en andere meerzijdige
rechtshandelingen -> besluiten van een vergadering van een vereniging.
De verbintenis scheppende overeenkomst ook wel een obligatoire overeenkomst genoemd
wordt onderverdeeld in een wederkerige overeenkomst -> sluiten van een koopovereenkomst
en een niet wederkerige overeenkomst -> schenking.
Iedere overeenkomst is een rechtshandeling, maar niet iedere rechtshandeling is een
overeenkomst.
Er zijn twee belangrijke rechtsgevolgen bij een wederkerige overeenkomst:
- Opschorting art. 6:262 en 6:263 BW;
- Ontbinding art. 6:265 BW.
Schakelbepalingen = kunnen bepaalde regels van overeenkomstig van toepassing verklaren op
gevallen die zij op grond van hun plaatsing in het BW niet bestrijken. Zie hiervoor artikel 3:59,
3:78, 6:216 en 6: 261 BW.
Het BW heeft een gelaagde structuur, van algemeen naar bijzonder. Ten gevolge van deze
gelaagde structuur wordt de obligatoire overeenkomst door meer dan een complex van
wetsartikelen beheerst.
2. Onderverdeling obligatoire overeenkomsten
Benoemde/bijzondere overeenkomst = bepaalde overeenkomsten worden in de wet
uitdrukkelijk geregeld:
- Koopovereenkomst;
- Consumentenkoop;
- Arbeidsovereenkomst;
- Vaststellingsovereenkomst;
- Pacht.
Onbenoemde overeenkomst = een overeenkomst die niet uitdrukkelijk in de wet staat geregeld
en wordt enkel beheerst door de algemene regels.
,Gemengde overeenkomst = twee of meer benoemde overeenkomsten. VB.
pensionovereenkomst.
Meerpartijen overeenkomst = een overeenkomst tussen meer dan twee partijen. VB.
driehoekruil en het aanvaarde derdenbeding.
Cummulatieleer = de regels van de benoemde overeenkomsten moeten naast elkaar worden
toegepast. Op deze hoofdregel wordt een uitzondering gemaakt voor zover:
- Deze bepalingen niet verenigbaar zijn of
- De strekking van die bepalingen in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen
toepassing verzet.
Hoofdovereenkomst = een overeenkomst die zelfstandig een reden heeft te bestaan, zoals alle
benoemde overeenkomsten.
Hulpovereenkomst = een overeenkomst die wordt aangegaan in afhankelijkheid van een buiten
haar liggende rechtsverhouding. Het doel van deze overeenkomst kan zijn het voorbereiden,
versterken, bevestigen, regelen of afwikkelen van een buiten haar liggende rechtsbetrekking.
- Voorovereenkomst = een hulpovereenkomst waarin een partij zich verbindt tot het in stand
brengen van een andere overeenkomst in de toekomst en waarvan de inhoud althans in
hoofdzaken voldoende bepaald is. Een vormvereiste voor de hoofdovereenkomst dient in
principe ook voor de voorovereenkomst te gelden (art. 6:226 BW). VB. overeenkomst
kredietverschaffing.
- Voortbouwende overeenkomst = een hulpovereenkomst die afhankelijk is van een
bestaande rechtsverhouding. Een bestaande geldvordering kan bijvoorbeeld versterkt orden
doordat de schuldenaar ten behoeve van zijn schuldeiser een recht van hypotheek op een
hem toebehorend goed vestigt. Een voortbouwende overeenkomst is in principe
vernietigbaar indien deze rechtsverhouding later blijkt te ontbreken (art. 6:229 BW).
3. Europees recht
Het overeenkomstenrecht wordt in toenemende mate beïnvloed door de EU wegens de EU-
richtlijnen voor consumentenbescherming.
4. Beginselen van contractenrecht
Het recht betreffende de obligatoire overeenkomst wordt beheerst door een drietal
grondbeginselen.
- Contractsvrijheid = een partij staat vrij een overeenkomst te sluiten met wie zij wensen,
met welke inhoud en op welk moment.
- Vormvrijheid = geregeld in art. 3:37 lid 1 BW. Verklaringen kunnen in iedere vorm
geschieden en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.
- Pacta sunt servanda/ afspraken moeten worden nagekomen = geregeld in 6:248 lid 1 BW.
, Leereenheid 2 Wil, verklaring, vertrouwen en de totstandkoming van overeenkomsten
Reader overeenkomstenrecht en tekstboek Rechtshandeling en overeenkomst:
1. Totstandkoming van rechtshandelingen
Aanbod en aanvaarding zijn gerichte eenzijdige rechtshandelingen. De verklaring moet aan
degene tot wie de verklaring gericht is de wil van de declarant duidelijk maken. Het
uitgangspunt is dat verklaringen niet aan een bepaalde vorm zijn gebonden, 3:37 lid 1 BW
(mondeling en schriftelijk en uitdrukkelijk als stilzwijgend worden afgelegd).
Ontvangsttheorie met risicocorrectie = een rechtshandeling heeft in beginsel eerst rechtsgevolg
op het moment dat het aanbod degene tot wie het is gericht, heeft bereikt. Het niet bereiken van
de verklaring komt voor risico van de geadresseerde indien dit het gevolg is van 3:37 lid 3 BW:
- Zijn eigen handeling;
- De handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is;
- Andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel
draagt.
2. Wilsvertrouwensleer
Wilstheorie = de verklaarde wil die de rechtshandeling/overeenkomst tot stand doet komen.
Een verklaring die niet overeenstemt met de wil van de handelende partij doet geen
rechtshandeling ontstaan. Een bezwaar tegen deze theorie is dat het voor degene tot wie een
dergelijke verklaring is gericht, veelal niet kenbaar is dat er sprake van een discrepantie tussen
wil en verklaring en men op de verklaring afgaat.
Verklaringstheorie = gaat ervan uit dat een rechtshandeling tot stand komt door de
overeenstemmende verklaringen van partijen. Bezwaar tegen deze theorie is dat er ook een
overeenkomst tot stand kan komen wanneer de wederpartij weet dat de verklaring van de ander
niet overeenstemt met de wil.
Vertrouwenstheorie = vormt een correctie op de verklaringstheorie. Niet elke verklaring bindt
degene die haar aflegt, maar alleen die verklaring die een normaal mens onder de gegeven
omstandigheden in goed vertrouwen mocht beschouwen als overeenstemmend met de wil van
degene die haar aflegde.
Het BW gaat uit van de wilsvertrouwensleer. Dat is een combinatie van de bovengenoemde
theorieën.
Het ontbreken van de wil -> nietigheid rechtshandeling art. 3:33 BW. De bescherming van de
wederpartij is geregeld in art. 3:35 BW (gerechtvaardigd vertrouwen) en daarin staat dus dat
een rechtshandeling tot stand komt in de betekenis die de geadresseerde daaraan toekende en
redelijkerwijze daaraan ook mocht toekennen -> moet een beroep op gedaan worden, geldt niet
van rechtswege.
Dus het ontbreken van de wil levert nietigheid van een rechtshandeling op tenzij er sprake is
van gerechtvaardigd vertrouwen. Er is dus geen overeenkomst tot stand gekomen!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marloeskole. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.