Inhoudsopgave
Publiekrecht II: INLEIDING [1].................................................................................................................................................. 1
HOOFDSTUK 1. INLEIDING TOT HET INTERNATIONAAL RECHT (=volkenrecht)...........................................................................4
1.1 Wat is internationaal recht?......................................................................................................................................................4
1.2 Functies van internationaal recht..............................................................................................................................................4
1.3 Kenmerken internationaal recht................................................................................................................................................5
HOOFDSTUK 2. Verdragsrecht.................................................................................................................................................. 8
HOOFDSTUK 5: STATEN (hoofdrolspelers).............................................................................................................................. 33
HOOFDSTUK 6: Niet-statelijke actoren................................................................................................................................... 39
HOOFDSTUK 8. Jurisdictie over zee, Antarctica en de ruimte.................................................................................................. 55
HOOFDSTUK 9: Immuniteiten en diplomatieke betrekkingen................................................................................................. 62
HOOFDSTUK 10: Staatsaansprakelijkheid............................................................................................................................... 69
HOOFDSTUK 11: Methoden van vreedzame geschillenbeslechting.......................................................................................... 74
H14. Mondiale internationale organisaties: VN en VN-familie................................................................................................ 79
Publiekrecht II: INLEIDING [1]
Publiekrecht in de gelaagde rechtsorde
- Internationaal bestuursniveau
- EU bestuursniveau
,- Federaal bestuursniveau
- Vlaams bestuursniveau
- Lokaal bestuursniveau
Illustratie van meerlagige juridische aspecten: vluchtelingen
- Vluchtelingenverdrag 2018: recht op asiel => integreren in eco en mpij stelsel
- EVRM 1950: elk individu kan dit inroepen; EHRM
o Verbod op foltering en mensonterende behandeling
(men mag vluchtelingen niet terugduwen ‘push backs’ naar het land met gevaar
= non-refoulement)
o Geldt overal waar lidstaten RvE rechtsmacht uitoefenen
(bv. boot italiaanse marine (overheidsschip), buiten italiaanse wateren, ad overkant van italie
=> ook buiten territorium van lidstaat)
- Schengen (= plaats, deel geworden van EU): personencontroles aan grenzen afgeschaft
Illustratie: covid-19
- Wereldgezondheidsorganisatie: Internationale Gezondheidsregeling 2005
o Legt plichten op aan elke lidstaat
o Zodra tekens van besmettelijke ziekte: WHO inlichten
- Raad van Europa: mensenrechten en covid-19-toolkit
o Door covid: vrijheidsbeperkende maatregelen (conform EVRM?)
- EU: Europese Gezondheidsunie
o Grenzen gesloten door lidstaten = beperking op vrij verkeer van personen…
o Bvhdn van EU op vlak van gezondheid (cfr verdragen, art 4 en 6 VWEU…) = zwak
Lidstaten (kern gezondheidsbeleid = nationaal) willen geen sterke competenties geven
Kan enkel lidstaten ondersteunen
o Gezondheidsunie gebaseerd op bestaande bvhdn van EU
o Merk op: art 168 VWEU
- Federaal: mbt contactopsporing: het verwerken van persoonsgegevens in de Sciensano-databank
- Gemeenschappen: mbt contactopsporing: de opsporing en de voorkoming van besmettingen met covid-19
o Bvhdn niet scherp afgebakend tss federaal en regionaal (samenwerken, cfr. Overlegcomité)
Overheden: loyale samenwerking (art. 4 §3 EU-verdrag)!
Cfr. Art 26 Weens Verdrag
Van coëxistentie tot coöperatie tot integratie van Staten
- Coëxistentie: staten = soevereine eenheden die met en naast elkaar bestaan
o 1ste functie IR: dat ze vreedzaam leven samen (internationale verkeersregels)
° van moderne IR 1648: Vrede van Westfalen (oorlog ten einde door vredesverdragen)
, Daar erkend dat staten soeverein zijn
(jur gelijk aan elkaar, hoe klein of groot staat ook is,
geen staat dat over andere staat gezag heeft over dat volk/grondgebied)
- Coöperatie:
o 2de functie IR: samenwerking tss staten
1919-1946: ° Volkenbond (eerste universele internationale organisatie die zorgt voor vrede en
veiligheid, door Woodrow Wilson (VS) )
Zwak, want VS is nooit zelf lid geworden
= vb. van intergouvernementele organisatie, in kader van Verdrag VV opgericht
1945-… : ° VN (opvolger volkenbond) door VS
Middelpunt van 20tal organisaties in =/ domeinen bv. WHO, Internationale
Arbeidsorganisatie
- Integratie
o 3de functie IR: markten integreren, gem. instellingen, …
1957: ° Europese Economische Gemeenschap
6 lidstaten
° supranationale gemeenschap!
(boven de lidstaten, bv. met europese commissie, onafh van lidstaten)
ipv intergouvernementeel (landen en regering komen samen en beslissen onder elkaar)
Staten gaan soevereiniteit samenleggen en delegeren bvhdn toe aan centraal niveau, en via
gem. instellingen markten (EEG) regeren
Gem. munt: euro
= voorloper van EU
- Desintegratie?
2016: Brexit referendum: vrijwillige terugtrekking VK uit EU
Neergelegd in verdragsteksten ‘terugtrekkingsakkoord tss VK en EU’
(IR weet dit zelfs te regelen!)
wil niet zeggen dat de rest van EU niet verder integreert
Recht van coëxistentie
- Basiskenmerken IR
- Bronnen
- Subjecten
- Jurisdictie: uitoefenen van rechtsmacht
o Extraterritoriaal: buiten rechtsgebied
- Geschillen
o Vreedzaam geschillen beslechten (bv. geschil brengen voor internationaal gerechtshof)
Recht van coöperatie
- Intergouvernementele organisaties
- Algemene aspecten
o Bv. beginsel van de toebedeelde bvhdn
= internationale instellingen kunnen enkel bvhdn uitoefenen die door lidstaten toegewezen zijn
= alg beginsel voor internationale organisatie (bv. EU)
- VN en VN-familie
- Wereldhandelsorganisatie
- Regionale organisaties in Europa
Recht van integratie
- Europees integratieproces
- Actoren (incl. instellingen)
- Bevhdn en rechtsbronnen
- Besluitvorming
- rechtsbescherming
, HOOFDSTUK 1. INLEIDING TOT HET INTERNATIONAAL RECHT
(=volkenrecht)
1.1 Wat is internationaal recht?
- Vroeger:
o Betrekkingen tussen Staten
- Nu: Betrekkingen
o tussen Staten
o tussen Staten en IO’s (internationale organisaties)
o tussen IO’s onderling
o tussen Staten (of IO’s) en natuurlijke of rechtspersonen
bv. internationaal strafrecht: gaat over internationale strafrechtelijke verantwoordelijkheid van
individuen owv genocide (volkenmoord), misdaden tgn de mensheid, oorlogsmisdaden en
internationale agressie tss landen (4)
- = geheel van regels die de internationale betrekkingen beheersen
- Centrale actoren = nog steeds Staten
o lid VN
(EU =/ natiestaat, dus kan geen lid worden)
o beroep op Veiligheidsraad of AV (art. 35 VN-Handvest)
o partij voor Internationaal Gerechtshof (art. 34, lid 1, Statuut IGH)
en dan moet die staat de rechtsmacht van IGH erkennen
o internationale organisaties
maar uitzondering: bv. WHO °1995: EU is lid (de ene IO is lid van de andere IO)
- Internationaal publiekrecht = volkenrecht = internationaal recht (uitoef. overheidsgezag)
- >< internationaal privaatrecht (bv. internationale echtscheiding)
1.2 Functies van internationaal recht
1. Bevoegheid volkenrechtelijke subjecten (staten) afbakenen (coëxistentie)
• in de ruimte, ratione territorii
• geschillen over grenzen, bv. grenzen van de zee, owv grondstoffen
• in de tijd, ratione temporis
• cfr. Statenopvolging: bij wie ligt, in de tijd, de soevereiniteit
• wat betreft de persoon, ratione personae
• wat het onderwerp betreft, ratione materiae
• IO’s mogen enkel doen waarvoor ze bevoegd zijn gemaakt
2. Regelen van coëxistentie (interacties) van internationale rechtssubjecten (coëxistentie)
• geschillenbeslechting en –preventie
• gebruik van geweld (jus ad bellum >< jus in bello)
• regelt legaliteit van geweld >< internationaal humanitair recht
(probeert oorlog te humaniseren ipv te verbieden, bv. niet burger aanvallen)
• gebruik van grondgebied
• diplomatieke en consulaire betrekkingen
• bv. ambassade
• Staatsaansprakelijkheid
• Regels van onrechtmatige daad voor het IR + manier van schadeloosstelling
3. Regelen van internationale samenwerking tussen internationale rechtssubjecten
• Mondiale en regionale (bv RvE, EU…) organisaties
• NAVO = bv interregionaal (want ook Canada lid etc)
• Mensenrechten, milieurecht, handelsrecht, …