Communicatievaardigheden
Hoofdstuk 2: communicatie plannen
Examen
! zelfstudie woordenschat + werkwoorden, zie Chamilo
! handboek mag meegebracht worden met notities erin, geen extra bladeren ertussen
! enkel toepassingsvragen
1.1 Communicatie
Benodigdheden voor Communicatie:
Zender --> boodschap --> ontvanger
> Dit gebeurt via verschillende media (ev. Medium)
> Code= de code waarin je communiceert (mondeling, gebarentaal,
gezichtsuitdrukking (=mimiek)+ lichaamstaal (..+..= non-verbale communicatie)
Zender en ontvanger kunnen dezelfde persoon zijn: (bv.)
- Notities nemen
- Agenda bijhouden
- To do lijstjes maken
Dia 5
a. Wel b. Wel c. Niet d. Wel
C: Het is een twijfelgeval (opvattingsmanieren (altijd vermelden!)
1. er is geen ontvanger en er is niet echt een boodschap
2. er is al een groep in het lokaal (ontvanger), boodschap: het lokaal is verfrist, ik zorg
voor jullie
D: het is communicatie door het niet communiceren
1.2 Soorten Communicatie
Voorbeelden van non-verbale communicatie (dia 6, 7)
- non-verbale communicatie : emoticons (w geen taal) : gevoel uitdrukken over sms, je
emotie overbrengen via de non-verbale media
- Strip : we geloven de non-verbale communicatie het meest
- Interpersoonlijke communicatie: Er is een duidelijke relatie tussen zender en
ontvanger
bv. Uitnodiging ontvanger: vrienden en familie (--> afgebakende groep)
- Massacommunicatie: Er is geen relatie tussen zender en ontvanger
bv. McDonalds: ontvanger: studenten (onderaan staat: gezocht naar studenten)
(--> nog steeds afgebakende groep, maar ruimer)
- Intrapersoonlijke communicatie: De zender en de ontvanger vallen samen
Bv. Je schrijft een To Do lijstje voor jezelf
2
,Verbaal vs. Non-verbaal
- Verbaal: communicatie met taal
- Non-verbaal: communicatie zonder taal
! Schriftelijke communicatie kan zowel non-verbaal als verbaal zijn
- Emoticons
- Logo
Conventionaliteit
Conventie: sociale gewoontes, gebruiken
Bv. Iemand nieuw ontmoeten: een hand geven, je handen wassen voor het eten, als je te
laat komt zeg je “sorry dat ik te laat ben”
Aanvoelen wanneer je informeel of formeel moet communiceren: sociale gewoontes die
worden doorgegeven.
--> gradaties in formaliteit: bv. De directeur (geachte), Beste (leerkracht)
Situatie
Intern: een mail naar leerlingen die al op school zitten
Extern: een brochure voor nieuwe leerlingen naar een school toe te trekken
Dia 9
1) Vorm: verbaal 3) Vorm: non-verbaal
Kanaal: mondeling Kanaal: schriftelijk
Conventionaliteit: informeel- Conventionaliteit: informeel-
vrijblijvend vrijblijvend
Situatie: n.v.t. Situatie: n.v.t.
Ontvanger: interpersoonlijke Ontvanger: interpersoonlijke
communicatie communicatie
Milieu of veld: persoonlijke Milieu of veld: persoonlijke
communicatie communicatie
2) Vorm: verbaal & non-verbaal 4) Vorm: verbaal & non-verbaal
(foto’s) Kanaal: schriftelijk & mondeling
Kanaal: schriftelijk Conventionaliteit: formeel-zakelijk
Conventionaliteit: formeel-zakelijk & informeel-vrijblijvend
Situatie: extern Situatie: intern
Ontvanger: massacommunicatie Ontvanger: interpersoonlijke
Milieu of veld: communicatie
onderwijscommunicatie Milieu of veld:
onderwijscommunicatie
2
,1.3 Formeel-zakelijke communicatie
Typische kenmerken:
- Functioneel: intentioneel, doelgericht
- Met of namens een bedrijf/ organisatie (imago & tone of voice)
- Altijd bepaalde mate van openbaarheid (niet puur privé in functie van een bedrijf)
Terminologie: Formele/zakelijk/professionele communicatie
Zakelijke/professionele communicatie: communicatie die je uitoefent in functie van je job
(zal vaak formeel zijn maar niet altijd; bv. tussen collega’s)
a) Ja/nee b) Ja c) Ja d) Ja/nee e) Nee f) Ja
A, D & E: Hangt af van de persoon met wie je praat + hangt af van uit welke rol je
communiceert (als vrienden, als professional…)
Situatie: student stuurt mail naar lesgever met een vraag over de herexamens
--> uiteraard professionele communicatie
Eisen voor goede communicatie:
- Correctheid
- Duidelijkheid
- Aantrekkelijkheid
- Gepastheid
Tussentaal= altijd informeel
Bij Standaardnederlands heb je de beide registers: informeel en formeel
--> soms je/ soms u,uw
1.4 Communicatieprocedure (powerpoint 2)
Oefening: communicatie in context
Beste mevrouw Van Gorp
Volgende week is er een test gepland tijdens onze les Communicatievaardigheden. Op dat
moment heb ik echter een afspraak waarbij ik een operatie heb aan mijn wijsheidstanden. Is
er een mogelijkheid waarbij ik de test op een ander moment zou kunnen inhalen?
Alvast bedankt
Met vriendelijke groeten
Dina Banckaert
Powerpoint Communicatie plannen deel 2
Efficiënt: met zo weinig mogelijk middelen te gebruiken/ verbruiken (bv. Tijd, geld, energie)
Efficiënt communiceren: communiceren zonder teveel moeite/ tijd te verliezen
2
,Effectief: doelgericht, iets dat echt een doel bereikt
Communicatiedoelen
- Informeren: informatief
- Ontroeren: emotief
- Overtuigen: persuasief
- Overhalen (=activeren): activerend
- Amuseren: diverterend
Overtuigen= je moet effectief iets doen, je doet iemands mening veranderen
Activeren = je wil dat de andere effectief iets doet
Welk kanaal en medium zou je kiezen? Dia 7
1. Mondeling;
Feedbackmogelijkheid: je kan zien of de andere het begrijpt en de andere kan
dit ook aangeven
Tempo: je kan snel antwoorden
2. Mondeling;
Toelichting: waarom ontslag geven
Betrokkenheid: je toont dat het belangrijk is
Feedbackmogelijkheid: de andere kan hierop reageren
Schriftelijk document
Controleerbaarheid: juridische kwestie want het is het einde van een
Arbeidsovereenkomst
3. Schriftelijk: aangetekende brief/ brief (rappel)/mail
Controleerbaarheid
4. Mondeling
Toelichting: zeker duidelijk zijn
Betrokkenheid: een band creëren met de klant
Feedbackmogelijkheid: je kan inspelen op wat de klant belangrijk vindt
Schriftelijk document
Controleerbaarheid: ondertekende offerte bv. Welke opties de klant zal
aankopen voor welk bedrag
Keuze medium op basis van:
- Doelgroep
- Betrokkenheid
- Feedbackmogelijkheid
- Controleerbaarheid
- Toelichting
- non-verbale middelen
- tempo
Dia 9 - toegankelijkheid
Doelgroep: zoveel mogelijk mogelijke bedrijven in de omgeving
Doel: (enkel het uiteindelijke doel
2
, - (tussendoelen: informeren en overtuigen; bedrijven overtuigen dat je een goede
kandidaat bent)
- Activeren: zodat ze je op gesprek vragen en aanwerven
Medium:
- mailen van contactpersonen
tempo
goed afgesteld op de doelgroep; professionele manier om doelgroep te
contacteren
- linked in
tempo: je kan heel veel mensen tegelijk bereiken
zeer goed afgesteld op de doelgroep
Doelgroep: jouw afdelingshoofd
Doel:
- (tussendoel: Overtuigen: je bent een goede kandidaat)
- Activeren: om jou het grote project te laten lijden, je wil dat ze jou promotie geven
Medium: mondeling gesprek
Toelichting: uitleggen waarom je dit wil doen en hoe je het project wil aanpakken
Feedbackmogelijkheid : overtuigende argumenten geven
Betrokkenheid: hij kan je niet makkelijk negeren
Toepassing 1: dia 12
1. Wat wil de zender bereiken (doel)?
Informeren over de criteria die personeelsdiensten hanteren bij de selectie van
sollicitanten
Activeren: studenten overtuigen om te solliciteren bij haar bedrijf
2. Voor wie spreekt/schrijft de zender (doelpubliek)?
120 laatstejaarsstudenten
Hoe kan ze haar communicatie afstellen op het doelpubliek
- Belangstelling van publiek behouden
o Voldoende intonatie: manier van spreken moet voor voldoende
betrokkenheid zorgen
o Zorgen voor interactie
o Enthousiasme tonen
o Lichaamstaal
- Taalgebruik
o Vakterminologie omtrent ICT (niet die van HR)
- Benadrukken dat als ze nog zouden verder studeren dat ze nog altijd later zullen gaan
solliciteren
Toepassing 2: dia 14
1. Doel: activeren om hem te helpen bij de organisatie van het sprekersprogramma
2. Doelpubliek: alle leden van de studentenvereniging
! hebben zelf allemaal een interesse hiervoor
2
, ! hebben nog geen actieve job
Dia 15:
- Niet uitnodigend
- Afschrikkend
- Gericht op zichzelf
- Geen structuur: geen aanspreking, geen afsluiting, geen aline
- a’s
Zelf een betere mail schrijven;
Beste leden,
Komende 10 maanden staat de organisatie van het sprekersprogramma op de agenda. Deze
organisatie vraagt echter veel tijd en moeite. Enkele zaken die hiervoor in orde moeten
gebracht worden zijn; het opstellen van een planning, de logistieke organisatie, het zoeken
van sprekers en de algemene follow-up.
Ik zou daarom graag een oproep willen doen naar alle ondernemende vrijwilligers die graag
een handje willen helpen in dit project. Ook voor jou kan dit enkele voordelen creëren, je
creërt een goede ervaring op het werkveld, het staat goed op je cv en je kan een steentje
bijdragen aan je eigen studentenvereniging.
Ben jij geïnteresseerd in dit project en wil je graag een handje toesteken in de organisatie
ervan? Laat me dan zeker iets weten aan de hand van een reactie op deze mail. Indien er
genoeg leden zijn die hier een handje willen toesteken, zal dit werk een stuk lichter worden
en haalt iedereen heel wat voordelen uit deze kans.
Met vriendelijke groeten
De voorzitter
Hoofdstuk 3: De tekst ontwerpen (pg65-141)
Stap 1: bepaal doel, doelpubliek, kanaal/medium
Uiteindelijke doel: activeren (je wil dat hij een andere parasol aankoopt)
Andere doelen
- informeren: parasol is niet meer in stock
- overtuigen: verkopen aan de hand van 15% korting
Doelpubliek: één bepaalde klant, de klant heeft een specifieke parasol besteld
2