Relationele vorming 2
Hoofdstuk 1: De preventiepiramide als grondplan (Johan
Deklerck)
Klasgroep als complexe realiteit
Verschillende actoren (leerling, leerkracht, ouders, school, maatschappij) ageren in een complexe realiteit
door de verschillende factoren.
Om structuur aan te brengen in ons kijken naar het rationeel veld in dit kluwen, gebruiken we een model.
Dat model is dan de preventiepiramide van Johan Deklerck.
De preventiepiramide?
Ordent alle maatregelen die kunnen ingezet worden in het kader van ongewenst gedrag op vlak
van preventie en curatie.
Basis is breder dan hoogste niveau: aantal en aard van de acties op niveau 1 > 4.
1
,Het ontstaan van preventie
Tot de jaren ’60-’70 was er binnen verschillende maatschappelijke domeinen enkel plaats voor
curatief (met: curatie = genezing) handelen. Er was ‘het normale leven’, waarin alles
probleemloos verliep en ‘het veld van de curatie’ waarin mensen met een probleem behandeld
werden met als doel terug in ‘het normaal leven’ te kunnen functioneren.
Er bestond een duidelijke breuk tussen de twee werelden:
Vanaf de jaren ’60-’70 vond een kentering plaats. De focus op het inzetten op wenselijk gedrag
om ongepast gedrag te voorkómen kreeg veel meer aandacht. Dit heet preventie. Bij preventief
handelen stel je het wenselijk gedrag als doel, met het ongewenste gedrag of het probleem in je
achterhoofd. Je weet waar je (niet) naartoe wil en handelt daarnaar.
De piramidestructuur met 5 niveaus
niveau 0
o = brede maatschappelijke context
o daarop heb je zelf weinig invloed, het speelt wel een aanzienlijke rol
o bv. Ligt de school op het platteland of in de stad? Levensbeschouwing? ...
niveau 1 (niet-probleemgericht; positieve focus)
o = fundamentele preventie of leefklimaatbevordering
o Preventie is nog geen doel, maar een neveneffect.
o bevordering van het school- en klasklimaat;
Het is een grondhouding die het fundament vormt voor de volgende niveaus!
o bv. gestructureerd lesverloop, opgeruimde klas, beleefdheidsregels op school, warme
aanblik van de school, beleefd en open team, tijd en ruimte maken om verjaardagen te
vieren, mogelijkheid tot ouderparticipatie en leerlingenraad ...
Een warm, veilig gevoel van de leerlingen primeert en voorkomt veel leed.
2
, niveau 2 (niet-probleemgericht; positieve focus)
o = algemene preventie
o preventie is al wel het doel
o bv. sociale vaardigheden aanleren/oefenen op degelijke communicatie, assertiviteit
bevorderen, doorschuifsysteem op de speelplaats, gebruik coöperatieve werkvormen
om samenwerking te verbeteren ...
niveau 3 (probleemgericht; negatieve focus)
o = specifieke preventie
o rechtstreeks bedoeld om een specifiek probleem te voorkomen; preventie als doel
o Let op: geen overkill bij sensibilisatiecampagnes (risico: selffulfilling prophecy).
o bv. anti-pestcampagnes (bv. STIP IT); want focus ligt al wel op probleem nl. pesten,
speelplaatsbeleid i.v.m. ongewenst gedrag vanuit regelmatig escalerende ruzies; want
focus ligt wel op probleem bij aanbreng nl. ongewenst gedrag (bv. duwen, slaan,
vernielen materiaal ...), verhoging aantal toezichters op speelplaats, beloningssysteem
voor een individuele leerling omwille van druk gedrag, denkwolk op de speelplaats waar
‘heethoofden’ kunnen afkoelen alvorens ze over de schreef gaan ...
niveau 4 (probleemgericht; negatieve focus)
o = curatieve maatregelen
o een rechtstreekse AANPAK van het reeds gestelde probleem met als doel curatie:
ongewenst gedrag stoppen + schade beperken en herstellen
o Preventie is nog geen doel, maar een neveneffect.
o bv. straffen, ‘afkoelhoekje’, bemiddeling bij ruzies ...
Algemeen principe: starten aan de basis
Nog enkele kanttekeningen
Eén specifieke acties kan op meerdere niveaus passen. Het gaat over het doel van je actie, niet
over de aard ervan.
Reflecteer regelmatig over de acties op de vorige niveaus. Zijn deze zinvol? Kan ik deze
uitbreiden zodat ik niet zo vaak op een hoger niveau beland?
Bij fysiek geweld: zeker curatief handelen, maar ASAP weer afdalen naar een lager niveau!
3