In deze samenvatting wordt er expliciet gekeken naar het tentamenstof voor de eerstejaars van de studie Bedrijfskunde aan het Avans Hogeschool. Er wordt dus gekeken naar het boek Algemene Economische Basisprincipes, hiermee ben jij dus optimaal voorbereid voor het eerste tentamen!
Hoofdstuk 1 plaatsbepaling en basisbegrippen
1.1 Externe bedrijfsomgeving
Ondernemingen hebben maar een klein deel van de ontwikkelingen rondom de omzet en winst in
handen. Hun succes is afhankelijk van hoe goed ze met de kansen en bedreigingen van de externe
omgeving omgaan, een onderneming moet dus steeds flexibeler en sneller reageren op
veranderingen. Je hebt twee omgevingsfactoren die de onderneming beïnvloeden:
Macro-omgeving dit zijn factoren die veel invloed hebben op het bedrijf, maar het bedrijf heeft
hierop geen/weinig invloed.
Directe omgeving deze bestaat uit de in- en verkoopmarkten waarmee de onderneming dagelijks
zakendoet. In tabel 1.1 blz. 13 zie je hier de samenstellingen van.
In het jaarverslag geeft het bestuur van de supermarkt Ahold Delhaize aan dat mvo volledig is
geïntegreerd in de dagelijkse bedrijfsvoering van het concern. Omgevingsfactoren hebben grote
invloed op de omzet en resultaat hieronder zie je een paar voorbeelden:
-mvo ligt aan de basis van de AD om een positieve bijdrage te leveren (directe omgeving)
-internationale recessie was over de hele wereld voelbaar (economie van macro-omgeving)
-er vond een groeiende werkloosheid, deflatie en snel veranderd klantgedrag (economie van macro-
omgeving)
-om klanten te helpen, heet AD de focus gelegd op waarde verbetering, betaalbare producten en
gezonde keuzes (directe omgeving)
Voor meer voorbeelden op blz. 13-14
Kennis van de economische externe omgeving is dus uitzonderlijk belangrijk om op de kansen en
bedreigingen in te spelen.
1.2 Het centrale economische probleem
In voorbeeld 1.1 zie je het kernprobleem (blz. 14). Het kernprobleem is dus schaarste. Steeds vaker
hebben consumenten, bedrijven en overheidsinstellingen te weinig middelen om al hun behoefte en
doelen te halen. Dus hierbij de vraag welke doelen ze het best kunnen ze halen met de schaarse
middelen. Je hebt alternatief wendbare middelen, dit zijn dingen als geld, tijd en productiemiddelen.
Ze zijn maar één keer inzetbaar. elke keuze brengt kosten met zich mee (opbrengsten van de beste
alternatief) dit zijn de alternatieve kosten, dit wordt soms ook wel de kosten van
productie/consumptie genoemd. Bij het kiezen houden mensen de kosten en opbrengsten tegen
over elkaar van de verschillende mogelijkheden. Welvaart geeft de mate aan waarin consumenten
met behulp van schaarse, alternatief aanwendbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. De
welvaart wordt vaak hetzelfde gesteld als de bbp (de waarde van alle goederen en diensten in een
land). Vrije goederen zijn goederen die voor iedereen beschikbaar zijn, en ze zijn onbeperkt
(bijvoorbeeld zonlicht is voor iedereen en als iemand anders die al gebruikt betekent niet dat jij geen
zonlicht meer hebt).
1.3 Produceren en consumeren
Voor productie zijn productiemiddelen nodig er zijn er vier:
-Arbeid inspanning die mensen besteden aan het produceren van een product/dienst.
-Kapitaal alle geproduceerde middelen die je voor productie van andere goederen en diensten
gebruikt.
-Natuur alle natuurlijke hulpbronnen: lucht, water, grond en delfstoffen.
-Ondernemerschap ondernemers moeten beslissingen nemen, ze dragen hierbij de winst en
, eventuele verlies, ook bedenken ze welke product/dienst ze willen aanbieden.
De consumenten betalen voor de productiefactoren en de toegevoegde waarde van het bedrijf,
hierbij maakt de onderneming winst. Het primair inkomen is de beloning die mensen krijgen voor de
productiefactoren (arbeid loon, natuur huur en pacht, kapitaal rente en ondernemen
winst) economische orde de manier waarop de afstemming van productie en consumptie in een
land is. Het doel hiervan is om zo goed mogelijk de behoefte van de klant te voorzien. Hierbij stel je
vijf vragen:
-Wie moet er produceren particuliere ondernemers/overheid.
-Wat moet er geproduceerd worden effectiviteit van de productie.
-Hoe moet er worden geproduceerd efficiëntie van de productie.
-Waar vindt de productie plaats geografische spreiding van de productie
-Voor wie moet er geproduceerd worden doelgroep, rechtvaardigheid van de productie
Je kunt deze vragen op twee manieren beantwoorden:
-Budgetmechanisme hier beslist de overheid welke goederen/diensten er worden geproduceerd,
op welke manier de productie plaats vindt en de prijs hiervan. Mensen kunnen hier invloed op
uitlaten door te stemmen op bepaalde partijen. In een plan wordt dus alles uitgewerkt voor de
economie, daarom heet het ook een planeconomie.
-Marktmechanisme hierbij is de productie afhankelijk van de beslissingen van de consumenten en
producenten. De mensen van beide partijen worden op elkaar afgestemd, tot er een evenwichtsprijs
ontstaat. Alle factoren die vraag en aanbod beïnvloeden worden in de prijs berekend. Veranderingen
in aanbod en prijs zorgt dus voor prijsveranderingen, zie voorbeeld 1.2 blz. 17 hiervoor.
Allocatie van de productiefactoren in een markteconomie bepaalt het marktmechanisme voor
welke goederen en productiefactoren er gebruikt worden. Bij een budgetmechanisme bepaald de
overheid dit. In de werkelijkheid is geen één land 100% bij een van die twee, meestal is het een mix
hiervan, figuur 1.1 blz. 18 zie je dit.
1.4 Economische wetenschappen
Hierbij wordt gekeken naar het economisch handelen in de maatschappij. Hierbij bedoelen we de
manier waarop consumenten/produceten/de overheden omgaan met schaarse, alternatief
wendbare middelen om hun doelstellingen te behalen. In dit boek kijken we vanuit de algemene
economie, dus hierbij gaan we vanuit dat consumenten/producenten/overheden naar de maximaal
haalbare doelstellingen streven. Dit is voor iedereen anders: consumenten maximale individuele
welvaart, producenten maximale winst en overheden maximale maatschappelijke welvaart. Het
vakgebied van de algemene economie valt in drie delen uiteen:
1. Micro-economie hierbij wordt bestudeerd hoe individuele consumenten en producenten
omgaan met het economisch keuzeprobleem. Micro-economie heeft nauwe banden met
bedrijfseconomie. Maar er wordt in een micro-omgeving anders gekeken naar de kosten, bij
bedrijfseconomie gaat het om geldbedrag en voor de micro-economie zijn het de
alternatieve kosten.
2. Meso-economie hierbij bestudeer je de economische vraagstukken op bedrijfstakniveau.
Een bedrijfstak bestaat uit bedrijven die dezelfde producten leveren en met dezelfde
productiefactoren dit voortbrengen. Inzicht hierin hebben helpt het management van
bedrijven bij de beoordeling en aantrekkelijkheid van markten.
3. Macro-economie hierbij wordt bij vraagstukken gekeken op niveau van het hele land. Dit
onderdeel bestudeert het gedrag en de samenhang tussen de geaggregeerde grootheden.
Inzicht hierin helpt het management van bedrijven te beoordelen hoe de verwachte
ontwikkelingen van de economie het resultaat van een bedrijf beïnvloedt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur melvinwkhong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.