e student:
beredeneert wat indicaties en contra-indicaties kunnen zijn voor infusievloeistoffen en
bloedproducten die toegediend worden;
benoemt welke bloedproducten toegediend kunnen worden;
legt uit wat de verpleegkundige observaties en interventies zijn bij het toedienen van blo...
Les 9.3 stollingsfactoren
Xa is belangrijk omdat het protrombine omzet in trombine. En dit zit fibrinogeen om in
fibrine.
Stollingsmechanisme in twee delen
1. Primaire hemostase:
- De eerste acht minuten van stolselvorming
- Adhesie = vastplakken van trombocyten (GB IB) aan de VWF
- Aggregatie = aan elkaar zitten van trombocyten
- Aggregatie (sa van trombocyten onder invloed van von wille brand factor (VWF). Bij een
verwonding komen trombocyten in contact met het subendotheel. Hierdoor treedt
adhesie van de trombocyten aan het collageen op. VWF helpt hierbij doordat het een
koppelstukje van eiwit is die helpt om bloedplaatjes nodig hebben om aan de collagene
vezels te hechten
-
2. Secundaire hemostase: via activatie van de stollingscascade, tot polymerimisatie van
fibrine en de vorming van een stolsel. De tissuefactor (TF) is hierbij van belang. De TF
vormt samen met de geactiveerde stollingsfactor VII een complex dat via activatie van FX
protrombine word omgezet in trombine FIIa. Deze trombine zet fibrinogeen om in fibrine.
Fibrine word onder invloed van FXIIIa een fibrineprop.
Enzym is niet actief word omgezet door enzym 2 en cofactor in een actief enzym
Tissuefactor komt vrij tijdens de primaire hemostase. 7- 10 – 5 – 2.
Maar kan ook via TF 7 -9 – 8 als cofactor – 5 – 2 (HEEEEL VAAG)
10a is heel belangrijk want deze zet protrombine om in trombine
Storingsfactoren in de primaire hemostase
1. Ziekte von willebrand VWF schiet te kort.
2. Uremie
3. Gebruik van trombocyten aggregatieremmers zoals NSAID, ascal, clopidogrel, persantin
4. Trombopenie
5. Laag HB ? HB is groot en duwen de trombocyten naar de wand, bij een laag hb lukt dit
dus niet voldoende
Storingsfactoren in de secundaire hemostase
1. Stollingsstoornis (aangeboren of verworven)
2. Gebruik van coumarines (vit k antagonisten) of heparine
3. Synthesestoornis van de lever
4. Difussie intravasale stolling (DIS)
5. Heparine geïnduceerde trombopenie (HIT(
6. Te kort aan stollingsfactoren door bloedverlies of hemodilutie (verdunning)
7. Te lage lichaamstemperatuur, onder de 36 graden neemt de effectiviteit van de secundaire
hemostase af.
Onderzoeken voor stollingsonderzoek secundaire hemostase (fibrinevorming)
Duurt een uur voor de onderzoeken bekend zijn, niet prettig in een acute fase
Bij een onderkoelde patiënt komt er een onjuiste uitslag
, 1. PT (protrombinetijd)
2. APTT (geactiveerde partiële tromboplastine tijd)
Pas wanneer de APTT en de PT meer dan anderhalf keer verlengt zijn, neemt het
bloedverlies toe.
De kritische grens voor trombocyten wordt bereikt bij een bloedverlies van ruim tweemaal
het circulerend bloedvolume.
Abnormale bloedingsnijging
1. Herhaaldelijk een nabloeding is opgetreden na kleine ingreepjes zoals een tand verwijderen
2. Familiair
3. Zonder duidelijke oorzaak regelmatig spontane bloedingen
Tekort aan bloedplaatjes bloeding begint meestal direct na een trauma. De bloeding is vaak
oppervlakkig. Lokale behandeling is voldoende.
Tekort aan stollingsfactoren bloedingsnijging treed pas uren tot dagen na trauma op. Meestal in
de diepte gelegen, zoals in de spieren, gewrichten. Langdurige behandeling is nodig. Dit soort
bloedingen kan bijvoorbeeld optreden na overdosering met coumarinederivaten. Dan is er tekort
aan Vit K (stollingsfactor).
Abnormale stollingsneiging
1. Bij recidiverende embolieën zonder duidelijke oorzaak
2. Familiair
3. Op jonge leeftijd trombose of embolie
Risicogroepen stollingsneiging
1. Bedlegerig
2. Immobiel door gips
3. Minder dan drie maand geleden operatie
4. Eerder een CVA bij gegeneraliseerde atherosclerose
5. Eerder trombose
6. Maligniteit
7. Hartfalen
8. Obesitas
9. Roken
10. Anticonceptie
Trombocytenaantal
150-400 x 10L normaal
50-100 x 10L bloedingsnijging na trauma
20 – 50 x 10L treden gemakkelijk slijmvliesbloedingen op
20 x 10 L grote kans op spontante ernstige bloedingen, vooral in de hersenen
Onstaan van trombocytopenie:
- Beenmergremming door sepsis
- Infecties
- DIS
- Heparine geïnduceerde trombopenie
- Geneesmiddelen
- Idiopatische trombocytopenische purpura
- Trombotische trombopenisch purpura
- Extracorporele circulatie
- Massale bloeding
Onderdelen van het stollingsmechanisme
1. Vaatwand: trekt zich bij een verwonding samen en verkleint doordoor het ontstane gat
2. Trombocyten: bij verwonding komen collagene vezels vrij. Trombocyten gaan hier aan
plakken en hechten zich aan andere trombocyten waardoor er een plug ontstaan en het gat
zo doende afsluit. Al gauw word er fibrine gevormd. Het eindproduct, fibrine maakt de plug
sterker. bloedplaatjes hebben drie goede eigenschappen
o Ze plakken vast aan een vreemd oppervlak (adhesie) of aan elkaar (aggregatie)
o Ze trekken samen als een spier
o Ze scheiden stoffen uit die invloed hebben op de vaatwand, het stollingsproces en
de wondgenezing
3. Stollingseiwitten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ambersaxion. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.