Organisatieniveaus:
Systeem aarde ecosystemen levensgemeenschappen (alle organismen in een gebied)
soorten populaties (soortgenoten in een gebied) organisme orgaanstelsel
orgaan weefsel cel organel (cel-onderdeel) molecuul (DNA).
Levenskenmerken van organismen:
- opgebouwd uit een of meer cellen
- groei
- voortplanting
- stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
- waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
- organisatie van erfelijk materiaal
Alle organismen zijn opgebouwd uit één of meerdere cellen. Cellen zijn de kleinste eenheid
van het leven, ze bevatten één of meerdere organellen, die allemaal een eigen taak hebben
en nodig zijn om te overleven.
De grootte van cellen is beperkt door hun oppervlak-volumeverhouding. Cellen hebben
zuurstof nodig, het volume bepaald de zuurstofbehoefte. De grootte van het oppervlak
bepaalt de snelheid van uitwisseling van stoffen met de omgeving.
Eencelligen staan met hun hele oppervlak direct in contact met de omgeving, de
oppervlakte-volume verhouding is relatief groot. Meercellige organismen staan niet met alle
cellen direct in contact met de omgeving, naarmate organismen groter worden, wordt de
oppervlakte-volume verhouding kleiner (exponentiële groei). Om toch alle cellen van
zuurstof te voorzien, zijn organen zoals longen en kieuwen ontwikkelt.
Cel-differentiatie:
Alle cellen in een organisme bevatten hetzelfde DNA. Niet gespecialiseerde cellen heten
stamcellen, deze kunnen zich onbeperkt delen. Stamcellen kunnen worden verkregen door
ze: - uit embryo’s te halen, deze cellen kunnen nog alles worden (= totipotent/ pluripotent)
- uit de navelstreng te halen, deze cellen kunnen niet meer alles worden (=multipotent)
- uit volgroeide organen te halen, deze cellen zijn multipotent, of unipotent.
Groepen cellen met dezelfde specialisatie heten weefsels. Organen worden gevormd uit
verschillende weefsels. Ziekten ontstaan vaak op celniveau. Stamcellen worden gemaakt in
het beenmerg. Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich kunnen blijven delen.
Gespecialiseerde cellen verliezen hun delingsvermogen.
, Uit stamcellen kunnen gespecialiseerde cellen ontstaan. Cel-specialisatie ontstaat doordat in
een cel niet alle genen worden afgelezen. Er zijn bepaalde genen ingeschakeld en andere
juist weer uitgeschakeld, dit gebeurt meestal door stoffen die van buiten de cel komen.
- hormonen (via bloed)
- signaalstoffen van cellen uit de directe omgeving
De bloedsuikerspiegel wijkt steeds af van de norm. Bij negatieve feedback wordt de waarde
weer dichterbij de norm gebracht. Na positieve feedback wijkt de waarde steeds meer af.
4.2 Industrie op miniformaat
Leren bron 8 en bron 9!
Organellen van dierlijke én plantaardige cellen:
Kern:
- wordt omgeven door kernmembraan met poriën.
- bevat DNA met bouwinstructies voor het maken van eiwitten.
Golgi-systeem:
- een stapel platte schijven, gevormd uit membranen.
- blaasjes met eiwitten afkomstig van het ER versmelten met de membranen van het Golgi-
systeem. De eiwitten krijgen hier de laatste aanpassingen om de juiste vorm te krijgen. De
eiwitten worden in blaasjes afgesnoerd waarin ze naar het celmembraan vervoerd worden.
Samengevat: - bewerkt eiwitten.
- snoert blaasjes af.
Celmembraan:
- begrenst de cel.
- voorkomt het willekeurig uitwisselen van stoffen.
Mitochondrium:
- staafvormige organellen met buiten- en binnen-membraan.
- energiecentrale van de cel.
- de energiebron die cellen meestal gebruiken, is ATP. Dit is een molecuul waarin je cellen
energie opslaan. Cellen halen de energie om ATP op te laden uit brandstoffen (bv. glucose).
Dit opladen gebeurt voornamelijk in de mitochondriën.
Lysosoom:
- Versleten organellen worden verpakt in blaasjes. Zo’n blaasje versmelt met een lysosoom.
De enzymen in een lysosoom zijn afkomstig uit het Golgi-systeem. De enzymen breken de
versleten organellen af. De afbraakproducten worden hergebruikt of uitgescheiden. Ze
breken ook moleculen af die worden opgenomen via endocytose en de bacteriën in witte
bloedcellen.
Samengevat: - een lysosoom is een blaasje met enzymen.
- breekt versleten organellen af.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femmieb2003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.