Werkcollege: 09 februari 2022
Bloedspatpatronen
De vraag ‘Wat is hier gebeurd?’ kan je beantwoorden. Klassiek scenario denken, waarmee een
verklaring te bevestigen of ontkrachten is. De hoogte van de bron is van belang en kan nagemeten
worden.
Foid pattern à een plek die ontbreekt in een bloedspat. Wanneer er bijvoorbeeld een bloedend
lichaam op de grond ligt met een telefoon ernaast, gaat het bloed langs dat mobieltje heen.
Projected à wanneer iemand neergestoken wordt en het mes steeds omhooggehaald wordt,
ontstaat er een bloed patroon aan bijvoorbeeld het plafond.
Gunshot spattered à fijne mist.
Uitgeademde spatter à luchtbellen in het bloed. Wanneer je bijvoorbeeld in de longen wordt
gestoken begint men met hoesten.
Bloed stolt, binnen een uur begint het bloed te stollen. Het wordt een soort gelei met een vochtige
binnenkant. De stolling is dus van belang om een tijdsindicatie te geven over hoe lang het bloed al op
een bepaalde plek aanwezig is.
Bloedfases à 1. Contact 2. Vervorming 3. Dispersie 4. Terugtrekking
Video: bloedsamenstelling
Bloed;
- Rode bloedcellen à erythrocyten à zorgen voor transport van zuurstof door het lichaam
- Bloedplaatjes à trombocyten à zorgen voor de bloedstolling
- Witte bloedcellen à leukocyten à zorgen voor het afweersysteem
- Bloedplasma à transport van voedingsstoffen, hormonen en afweerproducten. Speelt ook
een rol in de homeostase, de noodzaak om alles in het lichaam gelijk te houden, zoals pH en
temperatuur
o Bestaat uit water [92%], plasma eiwitten [7%] (fibrogeen, enzymen, hormonen) en
overig [1%] (elektrolyten, aminozuren)
Hematoriet (HT) à verhouding tussen bloedcellen en plasma. Percentage bloedcellen in het bloed,
normaalgesproken tussen 42-46%.
Video: bloedstolling
Hemostase (mechanisme) à totale proces van bloedstolling.
1. Vasoconstrictie à bloedvat zal samentrekken, waardoor bloedverlies minder wordt
1
, 2. Aggregatie à waarbij bloedplaatjes (trombocyten) worden geactiveerd en gaan
samenklonteren. Doel is om bloeding te stoppen.
3. Coagulatie à lijkt op stofje fibrine. Doel is om bloeding te stoppen.
Antistolling (anticoagulantia) à gevaren van bloedstelling en welke medicijnen we kunnen geven om
dit te remmen.
Stolsel bestaat uit trombocyten, fibrine en erythrocyten. Het korstje ontstaan door de trombocyten
en fibrine die samenwerken en een soort visnet maken, waarin ze erythrocyten kunnen vangen.
Trombocyten;
- Het gaat hier om de aggregatie fase.
- Bij schade aan de vaatwand komt er collageen vrij te liggen.
- Trombocyten binden zich aan het collageen.
- De gebonden trombocyten zal stoffen gaan uitscheiden die nog meer trombocyten zal
activeren:
o Tromboxaan A2 (TXA2)
o Adenosinedifosfaat (ADP)
- Alle trombocyten zullen receptoren krijgen aan de buitenkant van hun celmembraan à
GP2B/3A à kan binden aan fibrine
Fibrine;
- Het gaat hier om coagulatie.
- Wordt ook geactiveerd door het vrijdingende collageen.
- Stollingscascade à Gebeurt door een hele kettingreactie van allerlei stollingsfactoren.
- Geactiveerde vorm (wordt in romeinse cijfers weergegeven) + A
o XII wordt XII A,
o XI wordt XI A enz.…
- De factor ‘X A’ is belangrijk om protrombine om te zetten in trombine die vervolgens weer de
taak heeft om fibrinogeen om te zetten naar fibrine.
- Trombocyten kunnen met de receptor binden aan de fibrine, waarmee een visnet wordt
gecreëerd en daarmee de erythrocyten gevangen kunnen worden.
- Trombus à Het korstje dat gevormd wordt.
2
,Antitrombine à een remsysteem die trombine remt, maar ook andere stollingsfactoren. Zorgt er
daarmee ook voor om de kettingreactie (coagulatie fase).
Aggregatie en coagulatie zijn belangrijke factoren bij wondjes.
Er kan gevaar optreden wanneer het geactiveerd wordt in andere situaties waar bloed lang op
dezelfde plek stilstaat. Dit is vooral te zien bij hartritmestoornissen (atriumfibrilleren/diep veneuze
trombose). Of als er een wondje aan de buitenkant van de vaatwand ontstaat, ook wel
atherosclerose, waardoor een trombus aan de binnenkant van het bloedvat terecht komt. Hierdoor
kan de bloedstroming verhindert raken of er kan wat worden afgebroken wat vervolgens in de
hersenen terecht komt (veroorzaakt herseninfarct).
Anticoagulantia à letterlijk antistolling en voorkomt de gevaren die voor kunnen komen. In de
volksmond worden het ook wel bloedverdunners genoemd, maar deze naam klopt niet, omdat het
bloed niet verdund wordt maar ervoor zorgt dat het minder goed stolt.
Video: bloedcascade animatie
At the site of vessel injury, the first platelets arrived to start sealing the wound. Simultaneously, that
coagulations cascade with its various coagulation factors, is activated. This involves 2 pathways, the
extrinsic and the intrinsic pathway. Extrinsic activation begins with now exposed molecules of the
vessel wall, such as tissue factor, which forms a complex with factor 7. Finally leading to the
activation of factor 10. This factor 10A is the point of which the extrinsic and the intrinsic pathways of
the coagulations cascade meet. The intrinsic pathway consists of various coagulation factors
activating each other in a chain reaction, at it said, a complex with an additional cofactor. Is fault this
complex now activates factor ten since the two pathways merge at the level of Factor 10A. This factor
has a pivotal role in the coagulations cascade. Further down the cascade Factor 10A in combination
with 5A activate thrombin. And induces the so-called thrombin birth. One molecule of factor 10A can
catalyse the formation of 1000 molecules of thrombin. These large amounts of thrombin caused the
further activation of platelets and the enhanced formation of fibrin. Fibrin then form strands making
up the mesh that stabilises the platelet plug in an arterial clot. And holds together the red blood cells
in a venous clot. It can be concluded that the central role of factor 10A in the coagulations cascade
makes it a viable target for therapeutic intervention in pathologically altered blood coagulations.
Op de plaats van het bloedvatletsel arriveren de eerste bloedplaatjes om de wond te gaan dichten.
Tegelijkertijd wordt de stollingscascade, met zijn verschillende stollingsfactoren, geactiveerd. Hierbij
zijn 2 wegen betrokken, de extrinsieke en de intrinsieke weg. De extrinsieke activering begint met nu
blootliggende moleculen van de vaatwand, zoals weefselfactor, die een complex vormt met factor 7.
Uiteindelijk leidt dit tot de activering van factor 10. Deze factor 10A is het punt waar de extrinsieke
en de intrinsieke weg van de stollingscascade samenkomen. De intrinsieke route bestaat uit
3
, verschillende stollingsfactoren die elkaar in een kettingreactie activeren, waarbij een complex wordt
gevormd met een extra cofactor. Fout dit complex activeert nu factor tien aangezien de twee wegen
samenvloeien op het niveau van factor 10A. Deze factor heeft een centrale rol in de stollingscascade.
Verderop in de cascade activeert Factor 10A in combinatie met 5A trombine. En induceert de
zogenaamde trombine geboorte. Eén molecule factor 10A kan de vorming van 1000 moleculen
trombine katalyseren. Deze grote hoeveelheden trombine veroorzaken de verdere activering van
bloedplaatjes en de versterkte vorming van fibrine. Fibrine vormt dan draden die het netwerk
vormen dat de bloedplaatjesprop in een slagaderlijke klonter stabiliseert. En houdt de rode
bloedcellen bijeen in een veneuze klonter. Er kan worden geconcludeerd dat de centrale rol van
factor 10A in de stollingscascade deze factor tot een levensvatbaar doelwit maakt voor
therapeutische interventie bij pathologisch veranderde bloedstolling.
Video: oppervlaktespanning
Door kinetische energie nemen de moleculen andere structuren aan. Als eerste zal er een
intermoleculaire kracht ontstaan die tussen de moleculen in de kracht uitoefent. Hierdoor zal de
random structuur meer naar beneden worden getrokken en daarmee een rechte bovenlaag creëren.
Hier is minder ruimte tussen de moleculen dan op andere plekken.
In een druppel zal de netto kracht naar het midden gericht worden, waardoor er een bolling wordt
gevormd. Dit komt door de structuur van een watermolecuul met de partiële ladingen en de H-
bruggen die gevormd kunnen worden.
Video: bloedspatter, basics
To spatter à to scatter small particles of a substance. A spatter is the pattern of drops that result
from spattering.
Spatter patterns
- Blood spatter patterns can vary from a few drops to large pools.
- Regardless, the pattern is left by blood traveling in space and then coming in contact with a
surface.
Pattern observations
- Careful observations and measurements of the position and shape of the blood stains can
provide information of the angle of impact, travel, and velocity of the droplets.
Types of patterns
- Passive
- Projected
- Transfer/contact
Passive bloodstains
- Patterns created simply from the force of
gravity.
o Single drop/series op drops/flow
patterns/blood pools.
Projected bloodstains
- Patterns that occur when a force is
applied to the source of the blood.
o Low impact spatters/medium impact spatters/high impact spatters/cast-off/arterial
spurting/expiratory blood down out of the nose, mouth or wound.
Transfer/contact bloodstains
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cheyenneschutten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.