Legende:
Groen = voorbeeld
Roos = tip
Geel = hoofdtitel (kop)
PDV 2 Blauw = tussentitel (kop 2)
Thematisch werken: inleiding Groen = ondertitel (Kop 3)
• Voordeel: Roos = ondertitel (Kop 4)
o Gericht observeren
o Meteen inspelen op wat je ziet
• Op verschillende momenten in te zetten
o Vaak na een vakantie: klasstructuur
• Bron van inspiratie
o Opstart nieuw thema
o Verdieping themaloos werken
o Herbekijken van basisaanbod
Wat is thematisch werken?
• ruimer aanbod à uitbouwen van een themaVertrekt vanuit behoeften en interesses
van kleuters
• Ervaringsgericht werken
• Bv. Vraag van kleuter: “Waar is de sneeuw naartoe?”
o Gewoon beantwoorden of van informatie/activiteit voorzien
o Bij interesse van meerdere kleuters
• Definitie:
o Vanuit interesse van de kleuters
o Gedurende langere tijd
o Voor meerdere kleuters
o Zichtbaar aanwezig in de klaswerking
o Rode draad doorheen het aanbod
o Gevarieerd aanbod aan ervaringen
o Niet dwingend, maar uitnodigend!
o Kan ook ontstaan vanuit andere bronnen: observatie, actualiteit,…
• Het biedt een antwoord op de exploratiebehoeften van kleuters
o Verkennen van hun leefwereld, ervaringen en belevingen
o Samenhang beleven en ervaren
à kans tot écht, fundamenteel leren
1
,Hoe ga je te werk?
• Welk thema is geschikt?
• Hoe gaan we dit verder uitbouwen?
• Vaak:
o Ik heb een thema gekozen -> nu plan ik hier taal-, bewegings-, beeldende,
muzikale,… activiteiten rond
à Thema = op deze manier een verpakking voor activiteiten
= NIET thematisch werken!
• NIET:
o Volgens een strikt stappenplan
o Chronologisch en gestructureerd
• WEL:
o Verschillende fasen als leidraad bij de uitwerking
o Volgens een cyclisch proces, geïnspireerd door de kleuters
o Betrokkenheid en welbevinden als richtsnoeren
!! TIP: denk aan de themamap !!
• Om in te kunnen spelen op de exploratiebehoeften is een grondige voorbereiding
nodig:
o We moeten nagaan…:
- …wat het thema bij ons oproept.
- …wat het thema bij de kleuters oproept.
- …wat het thema betekenisvol maakt bij de kleuters?
o Dan: Zoeken naar variatie in aanbod waarbij telkens andere facetten van het
thema worden belicht.
- Werkelijkheid op verschillende manieren benaderen
(Konijn: verzorgen, waarnemen, erover vertellen, …)
o Werkelijkheid op verschillende manieren laten verwerken
(Konijn: tekenen, dramatiseren, bewegen, …)
• Hoe?
o Stapsgewijs te werk gaan in je voorbereiding
2
,1. Themakeuze
• Onderwerp aanwezig bij meerdere kleuters = grotere betrokkenheid
Waar haal je je thema’s?
• Geobserveerde interesses en noden
o Kringgesprek, rollenspel, reacties op materiaal/activiteitenaanbod, onderlinge
gesprekken, uitingen en vragen tijdens het tekenen/schilderen/knutselen,
expliciete vragen,…
o Niet enkel interesses, ook behoeften en noden: conflicten in de klas,
pestgedrag op de speelplaats, nood aan extra uitdaging,…
Bijvoorbeeld: de spelende actualiteit, interesses vanuit observaties in de klas/ op
de speelplaats,…
• BETEKENISVOLHEID
à Afgestemd op de leefwereld van de kleuters
o Op basis van ‘primaire behoeften’:
- Bv.: eten, kleding, wonen,… en het leven van alledag: spelen,
slapen, ziek zijn,…
o Actualiteit:
- Storm, kermis, seizoenen,…
o Ruimere natuurlijke en sociaal- culturele werkelijkheid:
- Natuur, brandweer, vervoer, het station,…
à Je eigen motivatie “Dat zie ik wel zitten!”
o Werkt aanstekelijk
- Wat zou ik eens graag willen uitwerken? Waar heb ik als persoon
voeling mee?
à Mogelijkheden in de klas, buurt, school,…
• Aandachtspunten:
!! Hou rekening met de leeftijd van de kleuters
o Jonge kleuters:
- Thema’s die dicht bij hen liggen
- Eenvoudige thema’s
- Met concreet-waarneembare dingen
o Oudere kleuters: thema’s die tegemoetkomen aan exploratiebehoeften (bv.
lezen en schrijven, techniek,…)
o Denk aan:
- Wat je al leerde over de ontwikkeling van kleuters
- Eenzelfde thema wordt anders uitgewerkt bij een andere leeftijd
3
, Thema verkennende activiteit
• Doet je stilstaan bij de betekenisvolheid van het thema:
o “Wat betekent het thema voor de kleuters in mijn stageklas?”
• Kan je nagaan tijdens één van de losse stagedagen:
o Wat houdt de kleuters bezig?
o Wat weten de kleuters al over het onderwerp?
o Hoe reageren de kleuters op dit materiaalaanbod?
- Via gesprekken
- Via expliciet of impliciet aanbod
= Verdieping in hoe je het thema verder vorm zou kunnen geven
• Na de thema verkennende activiteit beantwoord je een tweede maal de vraag naar
betekenisvolheid van een thema:
o “Wat betekent het thema precies voor de kinderen van mijn stageklas?”
- Waarom denk je dat de kleuters van jouw stageklas er in
geïnteresseerd zijn ?
- Wat interesseert je kleuters: waarover stellen ze vragen, wat
brengen ze mee naar school, wat vertellen ze, wat spelen ze,
waarover tekenen ze… ?
- Wat is de beginsituatie van de kleuters : wat weten ze er al over ?
Wat hebben ze al eens gedaan ?...
- Hoe sluit het thema aan bij hun ervaringen, belevingen, leefwereld ?
à Mag al opsommend!
!! TIP: bij jonge kleuters verder gaan op hun reacties op wat je voorziet à goed observeren
tijdens uitvoering !!
Themamap
Waarom is het thema betekenis vol voor je kleuters?
• Waarom denk je dat de kleuters van jouw stageklas in het thema geïnteresseerd zijn?
• Hoe sluit het thema aan bij hun ervaringen, leefwereld?
• Wat weet je uit de ontwikkelingspsychologie, relevant voor dit onderwerp?
• Wat interesseert je kleuters: Waarover stellen ze vragen, wat brengen ze mee naar
school, wat vertellen ze, wat spelen ze, waarover tekenen ze?
• Wat is de beginsituatie van de kleuters: wat weten ze al over het thema? Wat
hebben ze al eens gedaan?
• Heb je zelf bepaalde dingen ontdekt of ervaren in verband met je thema waarvan je
denkt dat het de kleuters zeker gaat boeien?
• Wat haal je uit de themaverkennende activiteit?
4