Inhoudsopgave
PERSONEN- EN FAMILIERECHT..........................................................................................................1
DE PERSOON.......................................................................................................................................2
DE ATTRIBUTEN VAN DE PERSOON..........................................................................................................17
HUWELIJK.........................................................................................................................................22
HUWELIJK.........................................................................................................................................23
ECHTSCHEIDING.................................................................................................................................29
HET BEWIJS TE LEVEREN VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING VAN HET HUWELIJK................................................30
FEITELIJKE SCHEIDING.................................................................................................................................30
SAMENGEVAT...........................................................................................................................................31
BEGRIPPEN...............................................................................................................................................32
BEGRIPPEN...............................................................................................................................................36
ERFKEUZES...............................................................................................................................................37
INVLOED HUWELIJKSSTELSEL........................................................................................................................38
WETTELIJK ERFRECHT BLOEDVERWANTEN.......................................................................................................38
WETTELIJK ERFRECHT LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT........................................................................................39
TESTAMENTAIRE OPVOLGING.......................................................................................................................39
AFSTAMMING....................................................................................................................................41
OUDERLIJKE RECHTEN EN PLICHTEN........................................................................................................47
VOOGDIJ..........................................................................................................................................51
VERBINTENISSENRECHT...................................................................................................................53
INLEIDING.........................................................................................................................................53
ONRECHTMATIGE DAAD.......................................................................................................................55
OVEREENKOMSTEN.............................................................................................................................59
KOOP..............................................................................................................................................63
HUUR..............................................................................................................................................64
SOCIAAL RECHT...............................................................................................................................66
ARBEIDSRECHT...................................................................................................................................66
PERSONEN- EN FAMILIERECHT
1
,DE PERSOON
BEGRIPPEN
Personenrecht= ‘vakgebied dat betrekking heeft op de status en de bescherming van de persoon als
enkeling’
o wie is een persoon en wat zijn zijn rechten en plichten
o biedt bescherming aan een individu
Familierecht= ‘rechtsgebied binnen het burgerlijk recht dat de regels omvat betreffende de
privaatrechtelijke verhoudingen tussen personen, zoals huwelijk, geregistreerd partnerschap,
echtscheiding, alimentatie, afstamming en adoptie’
o statuut van de verhoudingen gebasseerd op de afstamming en de levensgemeenschap tussen
volwassenen
heel wat relaties tussen deze twee, deze worden vaak in één adem genoemd
Persoon= ‘elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten’
o wie willen wij in ons rechtsysteem betrekken in het juridisch verkeer
o mensen of ook inteligente wezens die niet per sé mens zijn?
DE FYSIEKE OF NATUURLIJKE PERSOON
1. De natuurlijke persoon = mens met zijn rechten en plichten
o Intelegentie als criterium: mensen of ook inteligente dieren??
sommige dieren zijn intillegenter dan mensen
dolfijnen: bijzonder inteligent die toekomstgericht kunnen denken
olifant: olifantgeheugen waarbij ze de weg kunnen herrinneren naar een
waterplaats waar ze jaren geleden zijn geweest
vogels zoals kraaien: puzzelaars
chimpansees: slimste dier, ingenieurs onder de dieren, maken en gebruiken
gereedschap om hun voedsel te vergaren en doen aan handel
Mogen we deze dieren als personen beschouwen?
Kunstmatige inteligentie
jaren 90: wereldkampioenschap schaken: schaakcomputer was beter dan het
menselijke brein -> sommige voorwerpen zijn inteligenter dan mensen
kunstmatige inteligentie/ artificiele inteligentie evolueert steeds meer en meer,
we proberen dit in zoveel mogelijk sectoren integreren
o voorbeeld: waze (gaat op basis van info gaan kijken welke wegen het
kortst zijn,…)
moeten we waze dan ook als een persoon zien?
wat als een mens mechanische elementen bevat en wat als technologien verder
en verder evolueren
o voorbeeld: oscar pistorius: twee kunstmatige benen die hem een
voordeel zouden bieden bij de olympische spelen
2
, o we kunnen heel wat delen van ons lichaam vervangen door
kunstmatige onderdelen (behalve onze hersenen), de mens schuift
meer en meer op richting een machine en omgekeerd
o waar trekken we de grens?
de grens: het echte menszijn (pasgeboren of geen hersenactiviteit: een mens is een
mens), alle andere creaties houden we erbuiten
ooit anders geweest: eeuwen geleden was een onderscheid tussen
mensen die wel konden deelnemen aan het juridisch leven en mensen die
niet konden deelnemen aan het juridische leven
o de burgerlijke dood: de rechter kon je al je rechten ontnemen
waardoor je geen mens meer was
o middeleeuwen: als straf vogelvrij= je wordt juridisch als een ding,
een object beschouwt, dus mensen konden je doden en
vermoorden zonder daar gestraft voor te worden
o afgeschaft door een discussie met de vs in de 19 de eeuw: in vs
was textiel heel goedkoop, door gebruik van slaven moesten ze
zich geen zorgen maken over concurrentie. Belgie en de Vs
hadden een handeslconflict waarbij België met het moraliserend
vingertje wezen en zeiden dat de VS moest stoppen. De
Amerikanen bergepen niet waar ze het probleem zagen want het
Westen deed precies hetzelfde met hun burgerlijke dood. Ook het
westen bekeek bepaalde mensen niet als mensen. Ze kwamen tot
inzicht en de burgerlijke dood werd afgeschaft
ook visie over dieren vroeger anders
o in de 16de eeuw: wanneer een hond een kind beet, belandde de
hond in de cel waar hij moest wachten op zijn proces, hond werd
veroordeeld voor ophanging ook zijn goederen moesten
overleverd worden
o peggy gugenheim: liet haar erfenis over aan haar honden => bij
ons gaat dit niet: een dier is een zaak
in ons rechtsysteem bakenen we de persoon heel erg af tot de mens (tot midden
19de eeuw)
2. De rechtspersoon = groepering van personen en of middelen die aan het rechtsverkeer kan
deelnemen als drager van subjectieve rechten en plichten
o Omwille van twee noden:
Kapitaal samenbrengen
Aansprakelijkheid beperken
o 19de eeuw: industriele revolutie
Om grote fabrieken te bouwen was er veel geld nodig. Weinig mensen hadden
zoveel geld dus probeerden ze dit te doen met een paar andere vrienden. (ene
vriend had ovens, waarmee de andere vriend staal kon maken, waarna de laatste
vriend hier voorwerpen van kon kopen) MAAR::
Probleem 1: Plots krijgen vrienden ruzie en wouden ze geen zaken meer doen
Om dit te vermijden: grote organisaties, vennootschappen met aandelen
Door aandelen te kopen, koop je een virtueel deel van de totaliteit
3
, Wanneer iemand ruzie kreeg kon enkel het aandeelschap veranderen, de
fabriek viel niet stil
Probleem 2: aansprakelijkheid wanneer het misging
1889: cord de villain ontploft: eigenaar fabriek aansprakelijk voor alle
doden, hij moest schadevergoeding betalen omdat hij het niet veilig liet
verlopen en was helemaal blut, later wou niemand deze risicos meer
nemen
BVBA (besloten vennootschap en beperkte aansprakelijkheid):
vennootschap opgericht waar je geld en goederen in kan steken maar je kan
deze niet kwijtgeraken tenzij wat je erin stopt
o oprichting rechtspersoon door kapitaal samen te brengen en aansprakelijkheid te
beperken
wanneer er iets fout loopt gaat de rechtspersoon (fictieve persoon) de val nemen
maar de fysieke personen worden hierdoor niet geraakt, ten hoogste tot het bedrag
dat ze in die rechtspersoon gestoken hebben
later ook niet- commerciele vennootschappen
kunnen hetzelfde doen als natuurlijke personen: naam, woonplaats, …
wat kunnen ze niet doen? Alles wat te maken heeft met familierecht: adoptie,..
DE RECHTSPERSOON
Ontstaan in de 19de eeuw om tegemoet te komen aan een aantal problemen:
o Met de bouw van grote fabrieken: nood aan een systeem voor kapitaalbouw en opgelost door de
oprichting van vennotschappen met aandelen
o Nood aan beperking van aansprakelijkheid: wanneer een ramp gebeurt, zal dit niet op de schouders
van de initiatiefnemer vallen
=> belangrijk! Een aparte persoon, los van natuurlijke persoon, los van de mens, als een abstract persoon gaan
bekijken
Onderscheid tussen:
o Publiekrechtelijke rechtspersonen: gemeenschappen, gewesten, lokale besturen
latere datum ontstaan
oorspronkelijke idee: aan de kant van de overheid één rechtspersoon namelijk de belgische staat
zoveel staatshervormingen later: gemeenschappen, gewesten, lokale besturen, Bpost, proximus
zij dienen het algemeen belang waarvoor ze specifieke bevoegdheden krijgen: belastingen heffen,
bindende reglementen opstellen, onteigenen
vaak onduidelijkheid of het om een privaatrechtelijke dan wel een publiekrechtelijke
rechtspersoon gaat want overheid heeft bij oprichting van publiekrechterlijke beroep te doen op
externen expertise waardoor ze publiekrechterlijke rechtspersonen met aandelen
in welke categorie indelen?
Regel: de helft + 1 van de aandelen bij de overheid= publiekrechtelijke
rechtspersoon
Voorbeeld: Bpost wou fusioneren met postnl (die volledig in private handen ligt),
wanneer die fusie tot stand zou komen, zouden de meerderheid van de aandelen niet
meer in handen zou zijn van de overheid en Bpost een privaatrechtelijke rechtspersoon
worden -> medewerkers zouden minder gaan verdienen
4