Samenvatting
vendredi 28 mai 2021 14:02
Deel 1: organisaties
Wat zijn organisaties?
Hoe werken ze?
Wat is management en wat doen managers?
Wat zijn de functies van een manager?
Wat is een organisatie?
• Vb. Politieke partij, jeugdbeweging, bedrijf, rode krijs, school,…
• Samenwerking door mensen
○ Synergie-effect
▪ Mensen bereiken samen meer dan alleen (efficiënter)
○ Schaaleffecten
▪ Meer aankopen dus prijs daalt
• Gemeenschappelijk doel
○ Zie hoofdstuk 2
○ 2 hoofddoelen: financiële winst - maatschappelijke winsten (profit <-> social profit)
• Doel voortbestaan van de organisatie
○ Lange termijn <-> korte termijnbeslissingen
○ Streven naar het voortbestaan van de organisatie
○ Voorzien in maatschappelijke behoeften
Het begrip 'organisatie'
• Functioneel: het op elkaar afstemmen van activiteiten
• Institutioneel: de organisatie als instituut (naam, adres,...)
• Instrumenteel: de manier van organisatie (taakverdeling, afstemming, structuur)
Organisatie, bedrijf en onderneming
• Social profit (financial) profit
• Organisatie: 3 elementen, maar niet noodzakelijk bedrijf of onderneming
• Bedrijf: goederen of diensten maken om te verkopen op afzetmarkt (SP <> P)
• Onderneming: bedrijf met winstoogmerk
Juridische keuzen ten aanzien van de organisatie
• Rechtsvormen
○ natuurlijke personen <> rechtspersonen
• Voorbeelden van organisatievormen ?
○ Naamloze vennootschap (nv)
○ Besloten vennootschap (bv)
○ Coöperatieve vennootschap (cv)
Hoe werken organisaties?
Bedrijfsmanagement Pagina 1
,Hoe werken organisaties?
• Het transformatieproces
• Gewenste vs. ongewenste output
• Omgeving
Omgevingsinvloeden
• Verschillende 'omgevingen'
○ Interne belanghebbenden
▪ direct belang
○ Taakomgeving (extern)
▪ direct belang, geen onderdeel van de organisatie
○ Maatschappelijke omgeving
▪ wel invloed, geen wisselwerking
DESTEMP-variabelen
Demografisch Ecologisch
Economisch Markt
Sociaal-maatschappelijk Politiek
Technologisch
Taakomgeving: wie?
=direct belang bij werking van de organisatie, maar geen onderdeel van de organisatie
• Klanten
○ Smartphones, milieuvriendelijke wasmiddelen,…
○ Club Med: doelgroep van 20 jaar geleden (happy singles) vs. doelgroep anno 2012,
families , nl. de singles van toen
○ Harley Davidson: steeds meer vrouwen rijden met een zware motor
○ Nokia: begon als rubberproducent, nadien producent van technologische producten, nu
moeilijkheden om positie te handhaven door tragere technologische evolutie
○ Koffieverhaal — evolutie van koffiezetten naar pads en capsules, creëren van een
behoefte
• Concurrenten
○ Bepalen het productaanbod, het prijs niveau, het kwaliteitsniveau, de distributiekanalen
○ Marktanalyse dient om:
▪ Concurrenten te traceren
▪ De marktpositie van de concurrenten te analyseren
○ Voorbeelden van concurrenten:
▪ Frisdranken zoals Coca Cola vs. Hoegaarden Rosé
▪ Bpost vs. transportbedrijven (DHL,
▪ Mercedes vs. de trein
▪ Fastfood versus gezonde voeding
○ SWOT analyse
▪ S Strenghts → Intern
▪ W Weaknesses
▪ O Opportunities → Extern
▪ T Threats
▪ Via een SWOT-analyse krijgt de organisatie een gedetailleerd beeld van haar
sterktes en zwaktes (intern) maar ook van de opportuniteiten en gevaren (extern)
in de marktomgeving.
• Leveranciers
○ Goederen en diensten van andere organisaties
○ Eisen stellen met betrekking tot de kwaliteit, het prijsniveau en de levertijd
Door internationale concurrentie treden er verschuivingen op in de keuze van de
Bedrijfsmanagement Pagina 2
, ○ Door internationale concurrentie treden er verschuivingen op in de keuze van de
leveranciers. Van regionaal/ nationaal naar internationaal.
○ De afnemer wenst de voorraad zo beperkt mogelijk houden uit kostenoverweging. De
afnemer zal een ‘just-in-time’-levering eisen van zijn leverancier.
• Overheden
○ Wetgeving op gebied van milieu, arbeidswetgeving,
concurrentie, mededinging
○ Voorbeelden:
▪ Openingsuren, zondagsopeningen, koopzondagen
▪ Concurrentiebeding — Europese Commissie
▪ Koppelverkoop
▪ Sperperiode
▪ Waarom sperperiode?
▪ Ontslaan van werknemers
▪ Wet ter bescherming van de privacy
▪ Centrum voor gelijke kansen
▪ Ter discussie stellen van 38-uren werkweek,…
• Drukkingsgroepen (vakbonden, actiegroepen,…)
○ Organisaties die de belangen van een bepaalde groep mensen behartigen.
▪ Werkgeversorganisaties (Unizo, Voka,…)
▪ Consumentenorganisaties of programma's (Testaankoop, Volt..)
▪ Single issue groeperingen zoals Greenpeace, Gaia
▪ Vakverenigingen zoals FediS, Febiac,…
▪ Werknemersorganisaties - vakbonden (ACV, ABVV, ACLBV)
• Financiers (banken, beurs,…)
○ =aandeelhouders, financiële instellingen
○ Bij wantrouwen over de toekomst van de organisatie kunnen de vermogensverschaffers
hun kredietverlening stopzetten
▪ Vb. Massaal verkopen van aandelen
• Media
○ ln het huidig Informatietijdperk spelen media een belangrijke rol
• De media informeert over alles
• Door technologische ontwikkelingen verloopt communicatie zeer snel
• Heeft een grote invloed op de publieke opinie
-> Anticiperen door het opzetten van voorlichting -of public relations afdelingen
-> Governmental affairs, lobbyisten, public affairs
○ Organisaties trachten hierop te anticiperen door voorlichting -of public
relationsafdelingen op te zetten.
○ Heeft de media te veel macht?
• Stakeholder (belanghebbende) <-> shareholder (aandeelhouder)
○ Zie oefening op toledo
Thema 2: DESTEMP en MVO
Bedrijfsmanagement Pagina 3
, Thema 2: DESTEMP en MVO
Omgevingsinvloeden = DESTEMP
○ oefenen invloed uit op de organisatie
○ weinig tot geen wisselwerking - niet individueel beïnvloedbaar door de organisatie
○ anticiperen op, monitoren
Demografische factor
= omvang (met hoeveel zijn wij in België), groei (geboorten en migratie) en samenstelling van de
bevolking (leeftijdscategorieën)
• Trends?
○ vergrijzing – ontgroening (meer ouderen, minder geboortes)
▪ Elke 10 jaar wordt er een volkstelling gedaan en in jan 2015 waren we met 11,2
miljoen mensen.
▪ Oorzaken van de groei:
□ Migratie
□ Een positieve instroom: geboorte > sterftes
○ Bijna-10-miliard-mensen-op-aarde-in-2050
○ De bevolkingspiramide van België ziet er uit als een urne, een pot met een smalle voet,
met daar boven een ongewoon dikke uitstulping die toe te wijzen is aan de
bevolkingsexplosie na de tweede wereldoorlog, de zogenaamde babyboomers.
▪ De vergrijzing
□ Vandaag gaan de babyboomers massaal op pensioen. Door de babyboom
zijn dit significant meer mensen dan gemiddeld. (Pensioenen & stijgende
zorgbehoefte)
▪ De ontgroening
□ Na een periode van babyboom, kent België een sterke afname van het
geboortecijfer. (Arbeidskrapte)
○ (Belgen moeten) langer werken om pensioenen betaalbaar te kunnen houden.
○ Werkzaamheidsgraad = aantal werkenden in de bevolking op beroepsactieve leeftijd
(20 - 65)
Bedrijfsmanagement Pagina 4