Vragen anatomie
Spijsverteringsstelsel
1. Het pancreas geeft zijn secreties af aan bloed en duodenum
2. De afbraak van eiwitten geeft volgende reeks te zien
Proteïnen, polypeptiden, dipeptiden en aminozuren
3. Welke lipoproteïnen bevat het meeste aantal triglyceriden
Chylomicronen
4. Dit hormoon zorgt voor een evenwicht tussen energie-inname en
energieverbruik over langere termijn
Leptine
5. Het veneuze bloed uit het jejunum en ileum wordt afgevoerd naar
De vena portae
6. Welk proces vindt NIET in de lever plaats
Vorming van vitamine K
7. Bij een tekort aan een bepaald vitamine ontstaat bloedarmoede. Welk
vitamine is dit?
Vitamine B12
8. Bij een normaal slikproces passeert de voedselbolus achtereenvolgens de
oropharynx, laryngopharynx, oesophagus, gastro-oesofagale sfincter
9. De papil van Vater bevindt zich in de wand van het duodenum
10.Peristaltische bewegingen in het spijsverteringskanaal vinden hoofdzakelijk
plaats door glad spierweefsel
11. A. Het voedsel in het duodenum wordt geneutraliseerd door pancreassap
B. Het milieu van het duodenum is meestal zuur
Alleen A is juist
12. Eén centraal adertje hoort bij één leverlobje in de lever
13.Waar is de maag in de buikholte hoofdzakelijke gelegen?
Links boven, tegen het diafragma
14.Het aantal paren grote speekselklieren bedraagt
3
15.De productie van galsap is een functie van hepatocyten
16.De gal stroomt vanaf de lever via de galblaas naar de dunne darm langs
achtereenvolgens leverbuis, galbaasbuis en galbuis
17.Welke transportdeeltjes vervoeren cholesterol dat bestemd is voor
uitscheiding uit het lichaam?
HDL
18.In welk onderdeel van het spijsverteringskanaal begint de vertering van
eiwitten?
Maag
19.Welke hormoon remt de darmmotiliteit?
Peptide YY
20.Op de hoeken van de leverlobjes bevinden zich o.a. vertakkingen van
leverslagaders met zuurstofrijk bloed
21.De directe prikkel tot afscheiding van pancreassap wordt veroorzaakt door
secretine
22.Als je te weinig suikers inneemt met de voeding, dan is je lever in staat om
wat glucose vrij te maken uit een opslagmolecule, om zo je
bloedsuikerspiegel toch op peil te houden. Hoe noemen we dit proces?
1
, Glycogenolyse
23.A. de galproductie in de lever vindt continu plaats
B. de gal verlaat de lever via de galbuis
Alleen A is juist
24.De slokdarm is achter de luchtpijp gelegen
25.Het enzyme op het endotheel dat vetzuurketens uit de triglyceriden haalt
is LPL
26.Een hormoon dat de bloedsuikerspiegel verlaagt is insuline
27.Het speeksel bevat amylase. Dit is een stof die werkzaam is in een
neutraal tot zwak alkalisch milieu
28.Je neemt een maaltijd die erg rijk is aan koolhydraten. Het overaanbod
wordt in de lever opgeslagen in de vorm van glycogeen
29.De stof gastrine wordt afgescheiden door het antrum en is een
maagstimulerend hormoon
30.De klep van Bauhin bevindt zich bij de overgang van dunne darm naar
colon
31.A. het voedsel in het duodenum wordt geneutraliseerd door pancreassap
B. het milieu van het duodenum is meestal zuur
Alleen A is juist
32.Bij passage van het voedsel van de keelholte naar de slokdarm gebeurd
het volgende
Huig en zacht gehemelte naar boven, strotklep naar beneden
33.Lipasen zorgen voor vetering van vetten
34.Welk onderdeel behoort NIET tot een gebitselement ? (kraakbeen, email,
pulpa en cement) kraakbeen
35.Welke is de juiste volgorde van lagen van de maagwand van binnen naar
buiten?
Mucosa, submucosa, circulaire spierlaag, longitudinale spierlaag,
peritoneum viscerale
36.De laag van het spijsverteringskanaal die verantwoordelijk is voor
segmentatie en peristaltiek is muscularis
37.Onder mesenterium verstaat men ophangband van de darm
38.Vitamine B12 wordt alleen in het ileum geresorbeerd
39.De speekselklieren zijn trosvormig En hebben een exocriene secretie
40.Ureum is een afbraakproduct van eiwitten
41.Welk hormoon zorgt voor een verminderde eetlust bij toenemend
lichaamsgewicht?
Alfa-MSH
42.De galproductie vindt plaats in de lever
43.Welke van deze organen ligt rechts onder in de buikholte? (lever, milt,
sigmoïd, caecum)
Caecum
44.Een synoniem voor blinde darm is caecum
45.In welke structuur bevindt zich glad spierweefsel? (tong, pharynx, externe
anale sficter en slokdarm) slokdarm
46.Welke reisweg legt galsap af tussen de maaltijden door?
Van ductus hepaticus communis naar ductus cysticus
47.Het exocriene deel van de pancreas produceert amylase
48.Het middenrif speelt een rol bij het sluiten van een bepaalde klep. Welke
klep wordt hier bedoeld? Onderste slokdarmkringspier
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur miravansant. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.