H1: VERSTOORDE ONTWIKKELING
“Een ontwikkelingsstoornis is een neurobiologische stoornis die in de (vroege)
ontwikkelingsperiode tot uiting komt, gekenmerkt wordt door de ontwikkelingsvertragingen en/of
achterstanden op één of meerdere functiedomeinen en die levenslang beperkingen veroorzaakt in
het persoonlijke, sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.”
1. RISICOFACTOREN
W onderverdeeld in kind- en omgevingsfactoren
Aanwezigheid van de factor vergroot statistisch de KANS op een ontwikkelingsstoornis dan
afwezigheid ervan
1.1 Risicofactoren op kindniveau
1.1.1 Aanleg
Genetica
- Erfelijke code stuurt de ontwikkeling aan
- Belangrijke oorzaak van ontwikkelingsstoornissen
- Erfelijk versus aangeboren (= kan niet overgedragen worden)
Centraal zenuwstelsel & hersenen
- Normale ontwikkeling: nood aan volledig ontwikkelde, gerijpte en ongeschonden hersenen
- Verstoring door:
o Hersenbeschadiging of -afwijking
o Rijpingsproblemen
Groei van de hersenen Hersenafwijking of- Rijping
beschadiging
- Vorming tijdens de - Impact op functioneren - Functioneren van de hersenen
zwangerschap afhankelijk van plaats en - Ook plaats en omvang van
- Specialisatie en migratie omvang van getroffen getroffen gebied belangrijk
genetisch bepaald gebied(en) - Sterk ingrijpend voor typisch
- Gevoelig voor invloeden - Kan pre- peri- postnataal menselijke functies
van omgeving zijn - Grote verschillen jongens-
- Hoog tempo! - Zuurstoftekort of meisjes
- ¼ van totale gewicht bij hersenbloeding - Vertraagde rijping
geboorte
- Na geboorte rijping en Gevolgen van rijpingsstoornissen:
verdere specialisatie ‘niet’ zichtbaar
- Flexibel tot +/- 2 jaar schuld voor gedrag wordt bij
omgeving gelegd
Diagnose van rijpingsstoornissen
moeilijker
1
, Geslacht
- Beschermend of risicovol afhankelijk van geslacht
- Mannelijk: ‘risicofactor’
- Prevalentie van stoornissen en ziekten hoger bij jongens
- Sterftecijfer hoger bij jongens
Temperament
- Vanaf geboorte: karaktertrekjes
- Actiever, ondernemender, nieuwsgieriger, angstiger, …
- Moeilijk temperament verband met problemen later
o Huilgedrag, slechte troostbaarheid
o Veel protestreacties
o Onvoorspelbaar gedrag
o Moeilijke aanpassing aan nieuwe situaties en/of prikkels
o Veel activiteit
- Som ligt probleem bij mismatch kind-ouders
1.1.2 Zwangerschaps- en/of geboortecomplicatie
Kwaliteit van eicel en zaadcel
- Voldoende voedsel (voldoende calorieën)
- Alcohol- en druggebruik
- Milieuverontreiniging
- Leeftijd (beide geslachten!)
Ondervoeding van de moeder
- Voedsel belangrijk kwaliteit (eicel, zwangerschap, borstvoeding)
- Ondervoeding: grotere kans op prematuriteit, dysmaturiteit, miskraam
- Grote impact op ontwikkeling
Middelengebruik
Softenonschandaal
- Medicatie, alcohol, drugs, nicotine
- Miskraam, prematuriteit, wiegedood, psychische
problemen
- Altijd samenspel van meerdere factoren
- Middelenmisbruik verstoort de groei
- Extreem: verslaafd geboren worden
- Reeds bij twee glazen witte wijn, verstoring van de slaapprocessen
verstoring rijping ZS
- 6 glazen per dag: foetaal alcoholsyndroom
2
, Stress
- Dierenexperimenten
Stress beïnvloedt gedrag van nakomelingen (Schrikachtiger, moeilijker gedrag)
- Mensen: afhankelijk van hoe de ouder de stress interpreteert en verwerkt
Coping!
- Stressvolle situatie hoeft niet storend te zijn voor moeder en kind
- Uitzonderingen: vb oorlog en geweld
Leeftijd van moeder
- 20-35 jaar wenselijk
- >35 jaar
o lagere kwaliteit eicel, meer kans op chromosomale afwijkingen
o Hogere kans op prematuriteit
- <20 jaar (tienerzwangerschappen)
o Hogere kans prematuriteit en dysmaturiteit
o Samenspel meerdere risicofactoren
1.1.3 Prematuriteit en dysmaturiteit
Prematuur: 3 weken of meer te vroeg geboren
Dysmatuur: te laag geboortegewicht (<2,5kg)
Hoe vroeger geboren & hoe lager geboortegewicht meer kans op ontwikkelingsverstoring
(Ernstige) prematuriteit stijgt door:
- Hogere leeftijd vrouwen
- Kunstmatige bevruchting
- Gebruik van hormonen
1.2 Risicofactoren op omgevingsniveau
1.2.1 Ingrijpende gebeurtenissen
Langdurige ziektes
Kinderen vaak ziek impact op ontwikkeling
Ziekenhuisopname :
- Strijd tegen de ziekte
- Scheiding vd hechtingsfiguur (trauma)
- Slapeloosheid, sociaal isolement, angsten, negatief zelfbeeld, gedragsstoornissen
3
, Mishandeling en misbruik
Mishandeling: grensoverschrijdend gedrag tov kind door pleger met fysieke en/of psychische letsels
tot gevolg
- Misbruik: vorm van mishandeling
- Machtsmisbruik
- Mishandeling soms moeilijk te ‘herkennen’
Andere psychotrauma’s
Wanneer gebeurtenis ondraaglijk gevaar, extreme angst en verlammende machteloosheid met zich
meebrengt: traumatisch
Vaak gevolg: infantiele hulpeloosheid
Regressies en verlies van verworven vaardigheden
1.2.2 Levensgeschiedenis en opvoedingsgedrag van de ouders
Levensgeschiedenis ouders
Ouders spelen cruciale rol bij ontwikkeling kinderen
Eigen opvoeding en identiteitsontwikkeling bepalend
‘Intergenerationaliteit’ (veel zaken w overgedragen van generatie op generatie)
Levensgeschiedenis helpt vorm geven aan
- Persoonlijkheid
- Welbevinden
invloed op opvoedingsvaardigheden
invloed op ontwikkeling kind
Opvoeding
- Structurele factor
- Doelen:
o Mogelijkheden ontwikkelen bij kind
o Stimuleren van gewenst/sociaal aangepast gedrag
o Afremmen en afleren van ongewenst gedrag
Twee dimensies:
1. Ondersteuning (verzorgend, beschermend
2. Controle (structuur, overbrengen kennis)
Risicovolle gezinsklimaten:
Los zand gezinnen Kluwengezinnen
- Tekort aan betrokkenheid - Te grote betrokkenheid
- Geen structuur - Geen zelfstandigheid noch exploratie
- Geen regels
4