College aantekeningen Psychologie (AB_1124) Psychology
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 1)
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 2)
Tout pour ce livre (160)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding In De Psychologie
Tous les documents sur ce sujet (86)
Vendeur
S'abonner
Jannaberg
Avis reçus
Aperçu du contenu
Inleiding in de psychologie
H1 Introducing psychology
Psychologie is de wetenschap die zich bezig houdt met het bestuderen van:
- menselijk gedrag : normaal vs abnormaal, en de veranderingen hiertussen
- menselijke mentale processen : hersenen
Het is een wetenschap.
bv: de ontwikkeling van een kind met 2 moeders/vaders.
-> jaren 70 : veel kritiek hierop (maar nog geen onderzoek want kwam te weinig voor)
-> maar verschillende theorieën spraken elkaar tegen
-> jaren 90 : onderzoek gaf aan dat de samenstelling van de ouders niet uitmaakt, het kind
. functioneert normaal
Deelgebieden van de psychologie
Biologische (bio- en neuro-) psychologie
= bestudeerd hoe het brein en processen in ons lichaam, ons gedrag en mentale processen
beïnvloeden.
Cognitieve psychologie
= bestudeerd mentale processen: perceptie, geheugen, leren en denken. Want cognitief is
gedachte.
Ontwikkelingspsychologie
= bestudeerd hoe en waarom gedrag en mentale processen veranderen gedurende de
levenscyclus van een mens, en de gevolgen hiervan.
Persoonlijkheidspsychologie
= bestudeerd de stabiele en unieke karaktereigenschappen van personen en hoe die
samenhangen met psychiatrische problemen.
Klinische psychologie (psychisch)
= bestudeerd de oorzaken-gevolgen en het ontstaan-verloop, en behandelingen van
psychiatrische stoornissen. De behandelingen kunnen middels gesprekken = counseling
psychologie.
Gezondheidspsychologie (lichamelijk)
= bestudeerd hoe gedrag en mentale processen de lichamelijke gezondheid kunnen
beïnvloeden, en andersom.
Gemeenschapspsychologie
= bestudeerd mensen die hulp nodig hebben en willen psychische ziektes voorkomen door
veranderingen in het sociale systeem.
Sociale psychologie
= bestudeerd hoe mensen elkaars gedrag en mentale processen beïnvloeden; individueel en
in groepen.
Onderwijspsychologie
= bestudeerd de instructies van leerkrachten en in hoeverre leerlingen daarvan leren, en
gebruiken die kennis om lesmethodes te verbeteren.
,Organisatie psychologie
= bestudeerd hoe de efficiëntie, productiviteit en tevredenheid van werknemers en -gevers
vergroot kan worden.
Schoolpsychologie
= bestudeerd IQ’s, problemen op school (zoals pesten) en maken programma’s om dit te
voorkomen en om schoolprestaties te verbeteren.
Kwantitatieve psychologie
= ontwerpt en gebruikt statistische tools om onderzoeksdata te analyseren.
Sportpsychologie
= bestudeerd de relatie tussen sportprestaties en psychologische processen zoals motivatie
en emoties.
Forensische psychologie
= helpen met de juryselectie, testen de mentale competentie om een proces mee te maken
en bestuderen andere dingen die te maken hebben met psychologie en de wet.
Omgevingspsychologie
= bestudeerd het effect van de psychische omgeving op het gedrag en mentale processen.
Deze gebieden overlappen veel en in onderzoek lopen ze door elkaar heen.
In onderzoek moet iets/iemand altijd in context worden bestudeerd: cultuur, land, SES,
geslacht, leeftijd, religie etc.
Geschiedenis van de psychologie
1600 : empirisme (Lohn Locke) en tabula rasa (door ervaring op te doen en observaties,
leer je)
1879 : Wilhelm Wundt zette het eerste psychologische onderzoekslaboratorium op in
Leipzig. Hij werkte aan consciousness (bewustzijn) = het bewustzijn van externe stimuli en
onze eigen mentale activiteit. Hij bedacht methoden om de snelheid van het maken van
beslissingen te meten.
Door Wundt werd de focus verlegd van het praten/denken over mentale processen, naar het
onderzoeken van mentale processen.
1880/1890 : Freud en zijn psychoanalysis -> Freud bedacht een theorie over persoonlijke en
mentale ziektes en methodes van behandelingen ervoor.
1890 : William James en zijn functionalism -> het bewustzijn van mensen speelt een grote rol
in hun vaardigheid om keuzes te maken, problemen op te lossen en leuk te vinden.
1912 : Gestalt psychologen -> niet een klein deel onderzoeken, maar naar het hele plaatje
kijken. Je neemt geen losse elementen waar, maar je ziet de losse elementen gegroepeert
en als geheel: het geheel is meer dan de som der losse delen.
1913 : John B Watson en zijn behaviorism -> hij vond dat psychologen zouden moeten
baseren op echt waarneembaar gedrag en in reactie op stimuli, i.p.v. te kijken naar mentale
gebeurtenissen.
Skinner stelde het leerproces centraal: hij keek naar wat beloningen en straffen voor
gevolgen hadden voor gedrag (operante conditionering).
Dus beiden: waarneembaar gedrag bij mensen en dieren en leerprocessen staan centraal.
1960 : minder volgers van behaviorisme, omdat onderzoek werd beperkt door het negeren
van mentale processen die misschien juist belangrijk zijn bij het begrijpen van gedrag.
,Benaderingen van psychologie om gedrag en mentale processen te verklaren
Biologische benadering
= gaat ervan uit dat gedrag en mentale processen grotendeels bepaald worden door
biologische processen. Vooral de psychische problemen die te maken hebben met het brein
en hormonen.
Evolutionaire benadering
= gaat ervan uit dat gedrag en mentale processen van mensen en dieren beïnvloedt zijn door
evolutie en natuurlijke selectie. Zo wordt samenwerken gezien als een adaptieve
overlevingsstrategie of wordt agressie gezien als een territorium bescherming.
Darwin is de grondlegger hiervan, met zijn natuurlijke selectie. Hierbij overleefden alleen de
fitste mensen/dieren en die konden zich voortplanten (survival of the fittest). Mensen/dieren
die hun gedrag konden aanpassen aan elementen zoals vijanden, zouden overleven.
Mensen/dieren die dit niet konden, overleefden niet en plantten zich dus niet voort.
Tegenwoordig worden genen hiervoor gebruikt : genen die resulteren in eigenschappen en
gedrag die kunnen aanpassen en gunstig zijn, zullen worden doorgeven.
Psychodynamische benadering
= benadrukt het belang van onbewuste mentale processen die een rol spelen bij het
menselijk denken, voelen en gedrag. Grondlegger was Freud.
Gedragsbenadering
= vindt dat het menselijk gedrag vooral wordt bepaald door wat een persoon heeft geleerd,
vooral door straffen en beloningen. Vroegere (leer)ervaringen zijn belangrijk voor
hedendaags gedrag. Grondleggers waren Watson en Skinner.
Cognitieve benadering
= kijken naar menselijk gedrag en leggen de nadruk op onderzoek naar hoe de hersenen
informatie opnemen, perceptie creëren, herinneringen vormen en ophalen, informatie
verwerken en geïntegreerde actiepatronen genereren. Ze kijken naar mentale processen om
individueel- en groepsgedrag te begrijpen.
Humanistische benadering
= benadrukt de eigen en unieke capaciteit van iemand om te denken en te doen. Die keuzes
worden niet gemaakt door instincten, biologische processen, straffen of beloningen, maar
door iemands eigen perceptie van de wereld.
, H5 Learning
Leren is een relatieve permanente verandering in gedrag of kennis, door ervaring.
Conditionering:
● klassiek = leren van nieuwe verbanden/associaties tussen stimulus en respons
> 2 stimuli tegelijk aangeboden (ucS + cS) leidt tot respons
● operant = aanleren van nieuw gedrag door beloning/straf (reinforcement)
> na een respons volgt een beloning/straf
Klassieke conditionering (Pavlov en Watson)
we kunnen een hond leren kwijlen bij het geluid van een belletje. Dit gedrag is niet
aangeboren, dus is dit leren. Wel aangeboren is het kwijlen bij eten; dit is een reflex.
1. ucS = ucR (eten = kwijlen)
2. nS = ucR (bel = niks)
3. ucS + nS = ucR (eten + bel = kwijlen)
4. cS = cR (bel = kwijlen)
Een neutrale stimulus gaat gepaard met een stimulus die al een respons uitlokt, waardoor
straks ook de neutrale stimulus een respons uit zal lokken.
Klassieke conditionering geldt voor dieren (Pavlov) , maar ook voor mensen (little Albert –
Watson). Angst (gedrag) kan dus aangeleerd worden.
Habituatie = als er maar vaak genoeg een ongeconditioneerde stimulus wordt aangeboden
(hard geluid), wordt de ongeconditioneerde respons tijdelijk zwakker (schrikken) =
gewenning.
Sensitization = een extra sterke respons op een stimulus: je schrikt erger in een enge
ruimte als iets valt, dan thuis.
Leertheorieën – iets afleren
Respondent extinction (flooding) alleen blootstelling - klassiek
= mensen in een gecontroleerde omgeving blootstellen aan hun angsten. Omdat er niks
. gebeurt, neemt hun angst af.
-> als je de cS aanbied zonder ucS, dan houdt op gegeven moment de cR op met bestaan.
. De hond zal op gegeven moment stoppen met kwijlen als de bel alleen blijft komen. Maar
. als er na een tijdje dan weer een bel + eten komt, reageert de hond weer net zo sterk als
. eerst = reconditioning.
Counter conditioning (systematic desensitization) - ook positieve stimulus geven
= een cS (angst-object) koppelen aan een ucS (iets leuks), wat leidt tot een cR (minder
. angst).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jannaberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.