Thema 9: Ziekte en Gezondheid
Introductie week 35&36
Werk draagt bij aan:
- Tevredenheid
- Zelfwaardering en sociale waardering
- Structuur/routine in een da gen week
- Social functioneren en participatie
- Financiële onafhankelijkheid
Mensen die werken hebben een betere mental health dan mensen die niet werken.
Werken is niet altijd gezond en hangt af van de omstandigheden. Het werk is veranderd van handwerk in
denkwerk. De belangrijkste oorzaak van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is veranderd van
rugklachten naar mentale klachten.
Slechte werkomstandigheden dragen bij aan werkstress en
mental health problemen.
Alle modellen zijn gebaseerd op 2 concepten:
Demands/Eisen kost energie (werkdruk) -> hoge eisen geven
gezondheidsschade.
Resources/Middelen geven energie (autonomie,
ondersteuning) -> hoge middelen lokken een motiverend
proces uit.
Eisen > middelen => werkstress (hangt ook erg af van persoon
en thuissituatie)
Psychische problemen zijn de belangrijkste oorzaak van langdurig ziekteverzuim in Nederland.
30% stresssymptomen
52% stress gerelateerde aandoeningen
12% stemmingsstoornissen
6% andere psychische stoornissen
.
4-Dimensional Symptom Questionnaire (4DSQ)
Een adjustment disorder (overspannenheid) heet dus zo
omdat je de stress van jezelf aanpast aan een nieuwe
levenssituatie.
Criteria
1) Tenminste 3 van de volgende symptomen: vermoeid, slaapproblemen, nerveus, geagiteerd
voelen, lusteloosheid, piekeren, concentratieproblemen
2) Onvoldoende coping -> controleverlies/ hulpeloos
3) Significante consequenties in sociaal/werk functioneren
4) Geen andere psychiatrische stoornis
1
,Aanpassingsstoornissen treden vaak op na een stressvolle levensgebeurtenis (overlijden, echtscheiding,
bevalling, verandering van baan). Overspannenheid duren enkele weken tot maanden. Als de symptomen
langer dan 6 maanden aanhouden = burn-out
ICF model
Stemmingsstoornis
Criteria
1) Ten minste een van de volgende kernsymptomen:
- Depressieve stemming het grootste deel van de dag
- Verlies van interesse/vreugde in bijna alle activiteiten
2) Tenminste 5 van de volgende symptomen:
- Toename of verlies van gewicht
- Verhoogde slaap of slapeloosheid
- Psychomotorische agitatie van remming
- Vermoeidheid/ verlies van energie/ lusteloosheid
- Waardeloos of schuldig voelen
- Verminderd denken/ concentratie of besluiteloosheid
- Terugkerende gedachten over de dood/ zelfmoordgedachten
3) Symptomen tenminste 2 opeenvolgende weken aanwezig
4) Significante beperking sociaal/ werk functioneren
Burn-out
Burn-out ontstaan in principe uit werksituatie. => vermoeidheid+ twijfel aan jezelf en eigen kunnen +
cynisch (afstandelijk reageren)
- Gevoelens van uitputting of uitputting van energie
- Grotere mentale afstand tot werk
- Gevoelens van negativisme of cynisme met betrekking op werk
- Verminderde professionele werkzaamheid
Burn-out verwijst naar verschijnselen in de beroepscontext, moet niet worden toegepast op ervaringen in
andere levensgebieden.
Er kan dus geen burn-out zijn zonder werkproblemen!
Bedrijfsartsen kijken eerst naar in welke fase mensen zitten:
Stage Karakter Duur advies
Crisis Verlies van controle 3 weken Dag structuur
Geen overzicht Rust
Minstens uur wandelen
Oriëntatie Wat is er gebeurt 6 weken Identificeer stressoren
2
, Wat is er misgegaan Oplossingen bedenken
Applicatie Werking herstellen 6 weken Oplossing toepassen
Terug naar het werk
Het is aan de bedrijfsarts om beroepsziekten vast te stellen. Als ik als dokter vind dat de burn-out een
beroepsziekte is moet ik deze melden bij Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Wettelijk verplicht.
Vaststellen van een beroepsziekte
1) Diagnose
Burn-out is geen diagnose
Chronische werk stress + high demands low resources
Uitputting + cynisme + inefficacy
Symptoms > 6 months
= burnout diagnose
2) Is er een relatie met werk?
- Hoge psychologische eisen (werkdruk)
- Hoge emotionele eisen
- Lage controle
- Gebrek aan steun van collega’s
- Gebrek aan ondersteuning door supervisor
- Werkonzekerheid
- Procedureel en relationeel onrecht
- Inspanning/beloning onbalans
3) Blootstelling tot werk risico factoren
Belangrijkste risico is high effort/low reward.
Als de score hoger is dan 4 is het een beroepsziekte!
4) Verklaringen anders dan werk?
5) Evaluatie: wegen of het een beroepsziekte is door bovenstaande punten.
Subjectief
>50% samenhangen met werk = beroepsziekte
6) Rapporteren bij Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (toetsvraag)
Geen aanwijzingen dat lawaai op de werkplek of lichtgebrek risicofactoren zijn; beperkt bewijs voor
blootstelling aan lood of oplosmiddel. -> depressie
Wat wel aanwijzing tot depressie geeft = geen steun op werk, pesten, baan die niet bij je past.
Burnout= energie probleem
Depressie= mood probleem
3
, Werkcollege: Interactieve workshop en fysiologie van stress
• Korte termijn stress-> tentamen, file staan -> adrenaline via medulla van bijnier door stimulatie
van sympathische zenuwstelsel. (<1s)
• Lange termijn stress-> stimulatie van hypothalamic-pituitary-adrenal axis (HPA as). (6 min) door
bijnierschors wordt er cortisol aangemaakt. CRH en ACTH en dan cortisol
• Chronische stress-> verandering in sensitiviteit voor receptoren. Uit zich bij iedereen anders.
Afgifte van aldosteron, meer terugresorptie van natrium, meer vocht vasthouden. Kan leiden tot
chronische hoge bloeddruk.
Effecten van de sympathicus
- Hart: contractiliteit + frequentie omhoog. Via beta-1 receptoren.
- Bloedvaten: vasoconstrictie via alfa-1 receptoren. In actieve skeletspieren: vasodilatatie via beta-
2 receptoren. Gladde spiercellen rondom bloedvaten in skeletspieren hebben zowel alfa-1 als
beta-2 receptoren. In rust winnen de alfa-1 receptoren en bij actieve spieren de beta-2
receptoren
- Zweet klieren: via acetylcholine (normaal van sympathicus postganglionaire neuronen is
noradrenaline) is er activatie van de zweetklieren
- Andere klieren: ligt aan remming of activatie. Meeste klieren gaan minder uitscheiden. Neus-,
traan-, speeksel-, gastrischeklieren scheiden minder uit omdat er minder bloed naar toe gaat.
- Ogen: pupillen worden groter
- Spijsverteringsstelsel: algehele motoliteit wordt minder, sfincters gaan harder samenknijpen.
- Lever: rol in glycogenolyse en gluconeogenese, meer glucose afgifte aan bloed.
- Nier: vasoconstrictie van afferente arteriolen, GFR gaat omlaag, minder filtratie, meer
terugresorptie.
- Blaas: minder urine naartoe
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberboxum1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.