- Osteopenie: wordt iedereen met ouder worden
o Inadequate ossificatie
o We worden allemaal iets osteopenisch naarmate we ouder worden
o Vermindering van botmassa begint tussen de leeftijd van 30 en 40
▪ Osteoblast: activiteit begint af te nemen
▪ Osteoclast: activiteit blijft op het oude niveau
o Vrouwen verliezen ongeveer 8% van skelet massa elk decennium
o Mannen verliezen ongeveer 3% van skelet massa elk decennium
- Osteoporose: groter risico op fracturen
o Vermindering van botmassa volstaat om normale functie te kunnen uitvoeren
o Breekbare botten zijn waarschijnlijker te breken bij blootstelling aan stressoren die jongere
mensen gemakkelijk kunnen verdragen
o Omvang van het verlies van sponsachtig botmassa is gelijk aan het verlies aan compacte
botmassa
o Kan zich ook ontwikkelen als een neveneffect van vormen van kanker
▪ Osteoclast-activerende factor
Degeneratie – gewricht
- Reuma: pijn en stijfheid zijn van invloed op bewegingsapparaat
- Artrose: schade aan kraakbeen
o Artrose (= degeneratieve artrose = degeneratieve gewrichsaandoening(DJD))
▪ Vrouw 25% / man 15% op leeftijd > 60
o Reumatoïde artritis (RA)
▪ 0,5-1,0% op leeftijd 40-60 / vrouwen meer dan mannen
o Jicht/ kristal artritis
Degeneratie – spier
- Kleinere diameter
o Wijst op een afname van het aantal myofibrillen
, o Bovendien bevatten de spiervezels kleinere ATP, CP en glycogeen reserves en minder
myoglobine
- Minder elastisch
o Ontwikklen toenemende hoeveelheden vezelig bindweefsel
- Tolerantie voor oefening daalt
o Deels te wijten aan snel vermoeid raken en voor een deel aan verminderde thermoregulatie
- Mogelijkheid om te herstellen van spierblessures daalt
o Aantal satellietcellen neemt gestaag af met de leeftijd en de hoeveelheid fibreus weefsel
neemt toe.
Degeneratie – zenuwweefsel
- Vermindering van de omvang van de hersenen en het gewicht
o Hersenen van ouderen hebben smalle gyri en bredere sulci, de subarachnoïdale ruimte is
groter
- Vermindering van het aantal neuronen in totaal
o Gekoppeld aan een verlies van corticale neuronen
- Afname van bloedtoevoer naar de hersenen
o Met de leeftijd wordt vetafzetting geleidelijk opgebouwd in de wanden van bloedvaten →
artherosclerose
- Veranderingen in de synaptische organisatie van de hersenen
o in veel gebieden lijken het aantal dendritische takken, stekels en verbindingen te
verminderen
o synaptische verbindingen gaan verloren
o snelheid van neurotransmitter productie daalt
- Intracellulaire en extracellulaire veranderingen in CZS neuronen
➔ Je moet je voorstellen bij zenuwweefsel dat er eigenlijk een vermindering optreed van de prikkel
overdraad, dus je zenuwen zijn je elektrische systeem van je lichaam, als er minder elektrische
draadjes zijn duurt het dus langer voordat een prikkel over komt. Dus de prikkelsnelheid neemt
letterlijk af
➔ Bedenk als je een walnoot opent, het lijkt op hersenen. Als een walnoot oud wordt komt er meer lucht
in de noot en minder nootvruchtvlees. Dit is bij de hersenen ook, naar mate we ouder worden komt er
meer lucht tussen de hersencellen komen. Het aantal neuronen neemt af en je hersenen hebben dus
minder volume. Hersenen worden kleiner, gewicht wordt minder, minder neuronen een belangrijke
oorzaak hiervan is de bloedtoevoer. Artherosclerose is een belangrijke term om te onthouden, de
toevoer en afvoer van producten is minder wat leidt tot uiteindelijk een afname van neuronen.
Degeneratie – skelet – osteoporose
- Signs & symptoms
o Voorbeeld: compressie # van een wervel
o Pijn in de rug
o Veranderde anatomische stand van de wervels waardoor druk op de zenuwen ontstaat
o Kyfose en scoliose/ abnormale krommingen van de wervelkolom met bijbehorende
hoogteverlies
- Pathofysiologie
o Botresorptie overschrijdt botvorming
▪ Leidt tot dunne, fragiele botten (spontane fracturen)
o Botdichtheid en massa verminderd
▪ Overgebleven botten zijn normaal
o Met name invloed op de botten met een hoger aandeel van poreus bot
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kaatmeulenbroeks. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.