Salpyngitits: eileiderontsteking -> litteken en gevaar op extra-
uteriene zwangerschap (buiten baarmoederlijke zwangerschap)
Hysterectomie: wegnemen baarmoeder
Eierstokken: oögenese:
Tijdens embryonale ontwikkeling: oerkiemcellen vormen door mitose
oögonien (=kiemcellen) -> 5 miljoen, groot deel sterft af.
Geboorte: 2 miljoen primaire oöcyten (diploïd) begonnen aan fase 1
meiotische deling: omgeven door follikelcellen= primaire follikel ->
groot deel sterft af.
Puberteit: 400.000 primaire follikels aanwezig -> groot deel sterft af.
Menstruele cyclus: aantal follikels rijpen, 1 tot graafs follikel=
beëindiging eerste meiotische deling = einde reductiedeling.
Ovulatie
Secundaire oöcyt (haploïd) begint aan 2 de meiotische deling ->
eindigt bij bevruchting
Dus: 1 primaire oöcyt vormt 1 eicel en 2 of 3 niet functionele poollichaampjes
Fundus
Corpus (baarmoederlichaam) -> cavum uteri
Cervix (baarmoederhals) (spleetje i.p.v. ronde bij bevalling)
o Portio: baarmoederhalsdeel in schede
o Cervixkanaal
Ostium uteri internum
Ostium uteri externum
Lagen:
Endometrium (=baarmoederslijmvlies
, Myometrium (spierweefsel)
Perimetrium (deel peritoneum dat over eileider hangt en baarmoeder bekleedt)
Menstruele cyclus:
Dag 1= eerste dag van menstruatie
Eerste helft cyclus O Tweede helft cyclus
Hypofyse Follikel Stimulerend Hormoon V Luteïniserend Hormoon
U
Ovarium Follikelrijping tot graafs L
Vorming corpus luteum
follikel: oestrogeen aanmaak A
(geellichaam): vorming
T
oestrogeen en progesteron
Endometrium Proliferatiefase= groei: I
Progesteron -> secretiefase:
endometrium dikker E
uterus maakt slijmbuizen/ vliezen
aan voor eventuele bevruchting
Hormonale regulering: feedback systemen (terugkoppeling):
Begin cyclus: oestrogeen en progesteron op laagst -> FSH stijgt door positieve feedback ->
oestrogeen stijgt -> negatieve feedback -> FSH daalt -> oestrogenen dalen -> positieve feedback
LH -> LH stijgt -> corpus luteum vorming en activiteit -> progesteron stijgt -> negatieve feedback
-> LH daalt -> vorming wit lichaampje (corpus albicans) -> progesteron en oestrogeen dalen.
Toepassing:
Menopauze en FSH: menopauze= stilvallen van vrouwelijk geslachtshormonen= weinig hormonen
-> hypofyse: meer stimuleren -> positieve feedback -> FSH stijgt -> geen effect -> geen rijping
en groei follikels.
Werking hormonale contraceptie: steeds hoeveelheid oestrogeen en progesteron in bloed ->
signaal hypofyse: voldoende oestrogeen -> geen stimulatie en rijping follikels -> geen ovulatie
Geen bevruchting:
Wegvallen oestrogeen en progesteron: geen beïnvloeding
van endometrium -> afschilferen van endometrium ->
bloedverlies -> menses of menorroe (maandstonden) +
start nieuwe cyclus
Wel bevruchting:
Trofoblast= deel blastula dat later chorionvlokken vormen
(=foetale deel placenta) + te maken met trofie= voeding
en produceert HCH (Humaan Chorion Gonado trofine) ->
vorming corpus luteum gravidarum (zwangerschap geel
lichaam)
Progesteron neemt toe -> endometrium stand gehouden
en stimuleren tot vorming moederlijk deel van placenta= geen menses -> amenorroe (geen
menstruatie)
Toepassing: vlokkentest -> opsporing erfelijk aandoening bij kind: embryoblast en trofoblast
afkomstig van bevrucht eicel= hetzelfde erfelijk materiaal
Schema mannelijke geslachtsorganen!!!
Essentiële organen: Testis (cryptorchidie -> verborgen teelballen) (cryptorchisme -> niet aanwezig
zijn van ½ teelballen in balzak)
Accessoire klieren -> vocht producerende klieren
Testis:
Zitten in scrotum (balzak)
Stevig bindweefsel kapsel
, Tussenschotten verdelen testis in lobjes -> zaadbuisje
Doorsnede zaadbuisjes: spermatogenese
Tussen zaadbuisjes: interstitiële cellen van Leydig: productie
testosteron onder invloed van Interstitiële cellen stimulerend
hormoon)
Spermatogenese:
Vanuit wand van zaadbuisjes in testis
Spermatogoniën: mitosis
Primaire spermatocyt: 1ste meiotische deling (diploïd)
Secundaire spermatocyt: 2de meiotische deling: spermatide
(haploïd)
Spermatozoa
Geen poollichaampjes maar 4 zaadcellen
Afvoerwegen:
Epididymis: rijpen zaadcellen
Ductus deferens
Urethra: weg van rijpe zaadcel
Penis bevat zwellichamen -> erectie
o Glans penis: eikel
o Preputium: voorhuid (fimosis: te nauwe voorhuid) (circumcisio: besnijding)
Sterilisatie vs. castratie
o Sterilisatie: vasectomie -> doorknippen van zaadleider: maakt nog zaadcellen maar
vinden weg niet naar buiten
o Castratie: wegnemen van testosteron
Orchidectomie: wegnemen testis
Chemisch: medicatie -> transgender, prostaatca
Accessoire klieren:
Productie sperma: muceus, alkalisch vocht, rijk aan koolhydraten
Enkel zaadcellen worden geproduceerd in testes
Productie rest van zaadvocht: vesiculae seminales, prostaat en klier van Cowper
Ejaculatie: zaadlozing
Belangrijke vaktermen:
Pelvic Inflammatory Eileiderontsteking, uitbreidend in kleine bekken. Veroorzaakt door
Disease of PID Chlamydia, oorzaak voor vruchtbaarheidsproblemen door littekens
Clitoris Klein erectiel orgaan
Menarche Eerste menstruatie
Primordiale follikel Follikels zijn gespecialiseerde structuren in ovarium waar groei van eicel
plaatsvindt
Hymen Maagdenvlies
Pre-ovulatoire fase Deel menstruatiecyclus, voor eisprong waarbij baarmoederslijmvlies
groeit
Postovulatoire fase Secretiefase, 2de helft cyclus na eisprong
Luteale fase Corpus luteum is aanwezig in ovarium
Oncofreezing:
Voor kankerbehandeling start, jonge mensen die voor zware behandeling staan ->
vruchtbaarheid kan aantasten.
Voortplantingsmateriaal afgenomen -> ingevroren -> bewaard voor later
Eicellen, spermacellen, testikelweefsel of eierstokweefsel
Duur: 1300-3400 euro -> terugbetaald bij bepaalde aandoeningen
, Erfelijkheid:
ABO-systeem Rhesus-systeem
A + of -
B + of -
AB + of -
O + of -
Inleiding:
Genotype: elke cel (vanaf zygoot: bevruchte eicel) heeft 23 paar chromosomen: diploïd ->
23 chromosomen van vader via zaadcel en 23 chromosomen van moeder via eicel
Autosomen: lichaamsbepalende chromosomen: 22 paren
Geslachtschromosomen: 1 paar -> XX of XY
Gen= stuk van chromosoom dat informatie geeft over bepaald kenmerk
Allelen: dubbel informatie
Genotype= genetische info fenotype= wat tot uiting komt:
Homozygoot: beide genen met dezelfde info
Heterozygoot: beide genen kunnen verschillende info geven
Recessief: alleen bij homozygoot tot uiting-> gen 2x aanwezig
Dominant: komt ook bij heterozygoot tot uiting
Meiosis:
Vorming van eicellen en zaadcellen komen allelen terug in verschillende cellen terecht.
Autosomaal recessief: fout op autosomen (1-22)
Autosomaal dominant: fout op autosomen (1-22)
Geslachtsgebonden (recessief): X-gebonden (23)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yverachtert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.