Het Goede Leven en de Vrije Markt - Filosofie - VWO - H1,2,3,4&6
Overzicht alle filosofen - filosofie
Samenvatting (eindtermen) Het goede leven & de vrije markt - Filosofie
Tout pour ce livre (97)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Filosofie
6
Tous les documents sur ce sujet (387)
Vendeur
S'abonner
maiteleushuisjuregui
Aperçu du contenu
Inhoudsopgave
H1: De vrije markt en het goede leven in meervoud: vijf dimensies (1.1 t/m 1.4) 10
Eindterm 4 10
Het verschil tussen mensen en dieren volgens Cassirer; 10
Nietzsches opvatting van de mens als ‘niet-vastgesteld dier’. 10
Socrates’ opvatting dat het niet onderzochte leven niet de moeite van het leven waard is; 10
Eindterm 5 11
kritiek van Nussbaum weergeven op de opvatting dat het bruto nationaal product (BNP) als criterium
voor het goede leven kan worden gehanteerd. 11
Daarbij kunnen ze de capabilities approach, uitleggen, toepassen en beoordelen. 11
H2: Plato en Aristoteles over het goede leven (2.3 t/m 2.7) 12
Eindterm 6 12
de kritiek van Plato op de democratie weergeven; 12
uitleggen wat bij Plato het verband is tussen de hiërarchische orde in de samenleving en de drie
delen van de menselijke ziel; 12
beargumenteren dat Plato’s ‘ideale staat’ zowel als een utopie als een dystopie kan worden
beschouwd en daarbij de kritiek van Popper betrekken. 12
Eindterm 7 12
uitleggen welke rol de rede (logos), de deugd (aretè) en het handelen (energeia) als werkelijkheid van
de ziel daarin spelen 13
beargumenteren dat deugdzaamheid en geluk (opgevat als eudaimonia van het praktische leven)
uitsluitend bereikt kunnen worden binnen de polis (stadstaat); 13
met voorbeelden uitleggen dat staatsvormen volgens Aristoteles kunnen ontaarden. 13
Eindterm 8 13
een definitie geven van deugd en deze definitie uitleggen en toepassen; 14
het onderscheid tussen dianoëtische en ethische deugden uitleggen; 14
uitleggen dat de verschillende deugden elkaar vooronderstellen. 14
uitleggen dat het streven naar geluk (eudaimonia) samenvalt met het goede voor zichzelf en de
gemeenschap; 14
Daarnaast kunnen zij uitleggen: dat ‘volkomen deugd’ niet is weggelegd voor de massa 14
wat ‘ware vriendschap met zichzelf’ betekent en een afweging maken in hoeverre dit voor mensen in
de samenleving van toen mogelijk was en nu is. 15
Eindterm 9 15
welke rol de deugd rechtvaardigheid bij Aristoteles speelt bij de zelfverwerkelijking van de mens in de
polis. 15
Tevens kunnen zij uitleggen dat volgens Aristoteles het volgen van de wet een vrije handeling is 15
en kunnen zij een standpunt innemen over de vraag of dit in onze tijd ook relevant kan zijn. 15
, Eindterm 10 15
Samenleven met medemensen 16
Instituties 16
Het Lichaam 16
De natuur 16
Het zin 16
Primaire tekst (1): Aristoteles – Ethica Nicomachea 17
Eindterm 11 17
uitleggen dat aretè (deugd, voortreffelijkheid) een karakterhouding is. Daarbij kunnen zij uitleggen:
waarin een karakterhouding zich onderscheidt van emoties en vermogens; 17
dat voortreffelijkheid is gericht op het midden, zoals door verstandige mensen bepaald; 17
dat het bezit van voortreffelijkheid alleen het resultaat kan zijn van herhaald gedrag; 17
maar deze handelingen op zich niet voldoende zijn om voortreffelijk te worden; 17
dat men maar op één manier goed, maar op vele manieren slecht kan zijn. 17
Hoofdstuk 3: Het goede leven in het Christendom (3.3 + 3.4) 18
Eindterm 12 18
wat theologale deugden zijn en hoe deze zich verhouden tot de klassieke deugden. 18
Daarbij kunnen zij uitleggen wat liefde als hoogste deugd inhoudt en waarom deze deugd op
gespannen voet staat met het hiërarchische denken van Plato en Aristoteles en met hiërarchisch
denken in het christendom. 18
Hoofdstuk 4 : Moderniteit als een project van bevrijding: het autonome individu (4.2 t/m 4.5) 19
Eindterm 13 19
een verinnerlijking (subjectivering) van de moraal (geweten) als van een plichtsethiek. 19
Ze kunnen daarbij uitleggen dat daarmee de vraag naar het goede leven verandert 19
Eindterm 15 19
Locke bedoelt met ‘de rechten van het vrije individu’ en wat 20
Kant met ‘het autonome individu’. 20
Eindterm 16 20
De kandidaten kunnen de aan het protestantisme ontsproten kritiek van Kierkegaard op de
opvattingen van verlichtingsfilosofen over het autonome individu weergeven, toepassen en
evalueren. 20
, Eindterm 17 20
authenticiteit kenmerkend is voor de moderne invulling van het goede leven 21
Primaire tekst (2): John Locke –Tweede verhandeling over het staatsbestuur 21
Eindterm 18 21
op welke manieren mensen gelijk zijn in de natuurtoestand; 21
welke rechten en plichten mensen van nature hebben; 21
hoe persoonlijk bezit ontstaat; 21
hoe vanuit de natuurtoestand een staat kan ontstaan. 22
Eindterm 19 22
dat daartoe een wetgevende en een uitvoerende macht nodig zijn; 22
welke vermogens (powers) van de mens in de natuurtoestand daartoe gedeeltelijk of geheel
opgegeven moeten worden. 22
Primaire tekst (3): Søren Kierkegaard – Vrees en Beven 22
Eindterm 20 22
uitleggen op wat voor manier de enkeling als enkeling hoger staat dan het algemene; 22
met het Bijbelverhaal over Abraham de opvatting van Kierkegaard uitleggen dat het christelijk geloof
als paradox niet kan worden gemedieerd met het algemene en dat geloof dus niet herleidbaar is tot
ethiek. 23
H6: De moderniteit en de vrije markteconomie: het goede leven op een vulkanische breuklijn (6.2 t/m
6.5) 23
Eindterm 21 23
Smiths opvatting van een markt betrekken en aangeven welke vooronderstellingen hierbij in het
geding zijn; 23
weergeven welke ‘dehumaniserende effecten’ er volgens Smith bij een vergaande arbeidsdeling
zullen optreden. 23
Eindterm 22 23
volgens Marx de vrije markt, die gebaseerd is op privébezit van productiekrachtenen, op gespannen
voet staat met het goede leven. 24
welke rol het kapitaal daarin volgens Marx speelt. 24
Eindterm 23 24
dehumanisering 24
ecologische uitputting 24
en financiële verstikking 24
Eindterm 24 25
dat dit volgens Tronto leidt tot een verschraling van het morele debat in het publieke domein; 25
dat zorg volgens Tronto een publieke taak is en daarom onderwerp is van politiek. 25
, Primaire tekst (4): Joan Tronto – Caring democracy, Markets, Equality and Justice 25
Eindterm 25 25
Primaire tekst (5): Adam Smith –Een onderzoek naar de aard en oorzaken van de rijkdom van naties 26
Eindterm 26 26
waarom arbeidsdeling volgens Smith een typisch menselijk verschijnsel is 27
dat samenwerken volgens het principe van welbegrepen eigenbelang leidt tot vergroting van de
welvaart voor alle lagen van de bevolking. 27
Eindterm 27 27
negatieve gevolgen van arbeidsdeling zijn en wat in dit verband de functie van onderwijs is. 27
Primaire tekst (6): Karl Marx –Kritiek op de politieke economie 27
Eindterm 28 27
volgens Marx de ontwikkeling van de productieverhoudingen onvermijdelijk tot een sociale revolutie
leidt en dat de sociaal-economische positie van mensen bepalend is voor hun bewustzijn. 28
Primaire tekst (7): Karl Marx / Friedrich Engels – Het communistisch manifest 29
Eindterm 29 29
de onvermijdelijke overwinning van het proletariaat op de bourgeoisie weergeven en evalueren.
Daarbij kunnen zij uitleggen welke rol loonarbeid, kapitaal, productie- en verkeersmiddelen in de
klassenstrijd spelen. 29
Hoofdstuk 7 Mens in enkelvoud, mens in meervoud: relaties (7.2 + 7.3 en 7.5 + 7.6) 29
Eindterm 30 29
aan de hand van het voorbeeld van de virtuele biotoop uitleggen dat de moderniteit kan leiden tot
sociaal atomisme. Daarbij kunnen zij uitleggen dat individualisering, rationalisering, vrije markt, de
opkomst van de techniek en moderne instituties onze ervaring van relaties hebben doortrokken. 30
Eindterm 31 30
als aanjager van economische ontwikkeling; 30
als invulling van het goede leven; 30
als invulling van een bepaalde sociale orde. 30
Eindterm 32 31
aan de hand van het onderscheid tussen ‘dunne moraal’ en ‘dikke moraal’ de kritiek van het
communitarisme op het liberale mens begrip uitleggen; 31
beargumenteren dat de tegenstelling tussen de opvattingen van liberalisme en communitarisme over
het goede leven vanuit een deugdethische benadering kan worden gerelativeerd. 31
Eindterm 33 31
dat MacIntyre het deugdbegrip actualiseert met behulp van de begrippen practice, internal goods en
external goods. Daarbij kunnen zij dit deugdbegrip toepassen op praktijken zoals sport, bedrijfsleven,
media en onderwijs 31
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maiteleushuisjuregui. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.