Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Architectuurgeschiedenis en de cultuur van het bouwen na 1750 €7,29   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Architectuurgeschiedenis en de cultuur van het bouwen na 1750

 78 vues  3 achats

Samenvatting van Architectuurgeschiedenis en de cultuur van het bouwen na 1750, prof. Frederik Vandyck

Aperçu 4 sur 35  pages

  • 14 juillet 2022
  • 35
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (21)
avatar-seller
beatrizsarriafernandes
Architectuurgeschiedenis en de cultuur van het bouwen na 1750

INTRODUCTIE

Belgie en zijn haat/liefde-relatie met architecturaal erfgoed & bouwcultuur

In Antwerpen zijn niet alleen gebouwen beschermd, maar ook heel de zone binnen de leien is als
Cultureel Historisch Erfgoed (= CHE) aangeduid. Dat betekent als je als architect daar een opdracht
krijgt dat je geïnformeerd gaat moeten zijn over hoe de stad gebouwd is, over hoe de architectuur
geëvolueerd is en dat je zal moeten aantonen dat jouw ontwerp overeen komt met de historische
waarden.

Brussel duidt UNESCO-zone aan, een zone die als stedelijk patrimonium op wereld wordt erkend.
Dat heeft te maken met het feit dat Brussel op het einde van de 17de eeuw werd gebombardeerd
door de Fransen en op een heel korte termijn terug werd opgebouwd. De heropbouw zijn ze gaan
beschermen en binnenin gelden strike voorwaarden voor behoud en beheer.

België is bekend geworden omwille van zijn glas- ijzerachtitectuur.

Door transport wordt de rooilijn achteruit geschoven.
- Rooilijn = grens tussen privaat en publiek
- Oude gevels worden bewaard met daarachter moderne gebouwen.

 Façadisme = historische gevels bewaren, maar niet de gebouwen.
 Vervalsing van de geschiedenis

“Bruxellisation” en “Façadisme”: Ingrepen waarbij enkel façades worden bewaard, zonder erkenning
van architecturale interieur, structuur en ruimte.

Wat is architectuur(-geschiedenis)?

= bouwkunst
= de kunst en leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken

 De definitie van ‘architectuur’ evolueert in de tijd en van plaats tot plaats.
 Architectuur heeft vele gezichten. Dus vanuit welk perspectief, welk verhaal, welke actoren,
etc.

Vitruvius en zijn De Architectura Libri Decem

VENUSTAS = vorm = esthetische

UTILITAS = functie = het gebruik

FIRMITAS = constructive = materialmen en technieken

 Architectuur kan pas een kwaliteitsvolle architectuur zijn wanneer die 3 aspecten
kwaliteitsvol op elkaar zijn afgestemd.

Opzet studie van architecturale patrimonium = kennis opbouwen over bestaande en nog te
construeren gebouwen.

 2 doelen van de publicatie:
1) Architectuur te analyseren (Kennis over vormelijke, schematische en pragmatische aspecten
van architectuur).

, 2) Op zoek te gaan naar de nieuwe principe waarmee je tot hedendaagse of nieuwe
architectuur kon komen. (Zoektocht naar architectuurprincipes die contemporaine en
toekomstige architecten kunnen helpen om ‘kwaliteitsvolle architectuur’ te realiseren).



- Marcus Vitruvius Pollo

Wanneer? +- 85 – 20 vC = transitie periode/ overgangsperiode, waarbij Romeinse architectuur
verder bouwt op Griekse architectuur.
Wie? Militair, ingenieur en architect. Zowel burgelijke als militaire constructies en stedenbouw.
Architecturale oeuvre? Enige effectieve realisatie die bekend is, is Basilica in Fanum Fortunae, maar
is later verdwenen.

NEOSTIJLEN EN ECLECTICISME

Contextualisering

Ruimere maatschappelijke context

- Politieke context: sterke natievorming, inclusief identiteisopbouw. Welke natie zijn we en
hoe kunnen we onze identiteit legitimeren.
- Eeuw van industrialisering en groei van wetenschappelijke kennis: nieuwe bouwtechnieken,
nieuwe materialen, nieuwe productiemogelijkheden, ... die een sterke impact hebben op de
bouwsector.
- Nieuwe media en communicatiekanalen: tijdschriften, tentoonstellingen, salons, ...
- Euew van de architecten en ingenieurs.
- Stedelijke transformatie: yoenemende bevolkingsgroei maakt dat aandacht voor
leefkwaliteit toenemt (hygiëne en gezondheid, groen, ...), maar ook nood aan meer en
betere huisvesting en infrastructuur (watervoorzieningen, elketriciteit, verlichting,
wegnaanleg, bruggen, ...).

Voorbeeld Parijs voor 1860 met groeiende stedelijke problemen:

• Limieten bebouwde omgeving bereikt door plattelandsvlucht
• Verkeerscongretie
• Toenemende populatie (1840: 10m²/ persoon)
• Moeilijke levensomstandigheden en slechte levenkwaliteit, daardoor ook problematiek van
hygiëne en gezondheid.
 Grote volksopstand in 1848
 Masterplan Parijs 1852
• George Eugéne Haussmann (geen architect) werd als prefect aangesteld in 1852 om de
werken te gaan coördineren. Hij had een korps aangesteld van stadsarchitecten en -
ingenieurs om een masterplan voor Parijs te ontwikkelen om het te saneren (=moeilijkheden
aanpakken, terug gezond maken) en het te verfraaien om rijkere burgers aan te trekken die
ook voor meer inkomsten moesten zorgen.
• Het heeft ertoe geleid dat historische stukken van Parijs werden afgebroken en op die plek
een tabula rasa (= al het oude wegdoen) werd gemaakt om de nieuwe stad te kunnen
aanleggen. Dus er werden grotere lanen aangelegd (= haussmannisering) om meer transport
te kunnen realiseren.

, • De nieuwe stad werd niet alleen bovengronds aangelegd zoals verlichting die zorgt voor
economische ontwikkeling, omdat het de mensen toelaat om 24/7 te kunnen werken. Maar
het werd ook ondergronds aangelegd zoals riolering om het vervuilde water af te voeren.
- Sociale evolutie: burgerij die ‘plaats opeist’ door impact van de stedelijke transformatie.

Evolutie architecten en architectuuropleiding

- Initieel opleiding architect gelinkt aan Academie-onderwijs (Veaux-Arts):
• Studie van antieke bouworden: tekenen en leren van modellen.
• Prix de Rome:
o Wedstrijd voor pas afgestudeerde architecten
o Reisbeurs om naar Rome te reizen en daar klassieke architectuur te bestuderen
(later ook Athene)

19de eeuwse noden:

- Nieuwe visie nodig om te beantwoorden aan maatschappelijke evoluties (industrialisering).
- Professionalisering van bouwsector: opkomst van nieuwe beroepen zoals ingenieurs,
algemene aannemers, technische opleidingen, ...
- Opkomst van nieuwe onderwijsvormen als resultaat.

Architectuuropleidingen 19de eeuw:

- Academie-onderwijs (Beaux-Arts)
- École spéciale du Génie Civil in Parijs 1745 geeft ook aanleiding tot opleiding van
ingenieursopleiding te Gent in 1835 (later ook ingenieursopleiding in Leuven en Brussel)
- Oprichting Sint-Lucasscholen vanaf 1862 voor kunstonderwijs (inclusief architectuur)
- Oprichting nijverheidsscholen (technische scholen) vanaf midden 19de eeuw:
professionalisering van bouwbedrijven.

Nieuwe typologieën

Nieuwe bouwprogramma’s voor nieuwe levenwijzen en nieuwe noden.

Zoektocht naar nieuwe modellen en modelgebouwen (bv. Modelscholen):

- Nadenken over nieuwe typologieën/ vernieuwen van typologieën om samenleving vorm te
geven: gevangenissen, kazernes, scholen, overdekte markten, theaters, ...
- Herdenken van woning, woonarchitectuur afgestemd op diverse woonnoden en financiële
mogelijkheden: burgerwoningen, scoiale woningen, ...



1) Scholen
• In het ancien regime er vooral privé onderwijs gegeven of onderwijs georganiseerd door
religieuzen zoals het kloostonderwijs. Er was nog geen sprake van algemeen onderwijs of
schoolplicht.
• In de 19de eeuw zie je door de wijzingende maatschappelijke omstandigeheden dat er meer
mensen in de steden gaan wonen en ze daarbij gaan nadenken over hoe de opvoeding van
de kinderen moet gaan gebeuren. Wat ertoe heetf geleid dat heel veel steden en
gemeenten zijn beginnen nadenken over hoe dat onderwijs georganiseerd moet worden.
• Het eerste onderwijs dat er kwam, was mutueel onderwijs waarbij kinderen van
verschillende leeftijdsklassen samen in 1 grote ruimte zitten en daar les krijgen van 1

, meester. Tegelijk krijg je ook het fenomeen waarbij oudere kinderen les kan geven aan
jongere kinderen.
• Rond 1852 wordt er ook veel aandacht geschonken aan het onderwijs en gaat het Ministerie
van Binnenlandse zaken ook de opdracht geven aan architecten om richtlijnen uit te
schrijven voor de bouw van scholen. Hierbij wordt er al een switch gemaakt van mutueel
onderwijs naar klassiek onderwijs waarvij er ook ruimte zal zijn voor verschillenden klasjes
en dat daarnaast het belang aan gezondheid ook direct leesbaar wordt. Men gaat meubelair
ontwerpen dat ergonomisch is naargelang de leeftijd van kinderen, ook gaat men aandacht
spenderen aan goede ventilatie en verwarming.



2) Tentoonstellingenshallen, markten, beurzen
• Paviljoenen tonen de veelzijdigheid van ingenieurs en architecten.
• Tentoonstellingspaviljoenen voor wereldtentoonstellingen worden staaltjes van architectuur
en ingenieurskunde.
• Bv. Voor de wereldtentoonstelling Galérie des Machines in Parijs (1887-1889) werden er
heel grote expo hallen gebouwd waarin nieuwe machines werden opgesteld waardoor
anderen de nieuwe machines kon bewonderen en leren kennen om ze zelf later te kunnen
kopen. De hallen worden daarvoor voor de tentoonstellingen ontworpen waarbij men tot
een nieuw gebouwtype komt.
 Hallen werden gekopieerd door bijvorbeeld de expohal in Chicago (1887-1889), Jubelpark
Brussel (1888), ...
• Economische groei vraagt ook om nieuwe economische ruimte zoals markthallen, beuren, ...
 De typologie gaat ook inspireren voor andere functies. De hallen worden gebruikt voor
andere noden.



3) Stations

= ‘Kathedralen van de 19de eeuw’, wordt het nieuwe visuele aantrekkingspunt van de stad.

• Polemiek rond spoorwegegn:
o Pro:
 Sterk draagvlak voor innovatie: Koning Leopold I sterk gewonnen voor
spoorwegen.
 Versterkt economische expansiemogelijkheden
o Contra:
 Economische belangen:
• Landbouw werd doorkruist door de spoorwegen en arbeiders waren
bang voor hun gronden.
• Steenkoolindustrie: protest arbeiders Le Grand Hornu wordt ook
gehoord in het Parlement, ze verliezen hun job
• Protest tegen het inzetten van publieke middelen zoals hun geld
 Reizigers belangen: hoe veilig is het nieuwe transport?
• Vroege Belgische industrialisering en urbanisering:
o Drijvende motor: snelle groei van fabrieks- en mijnindustrie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur beatrizsarriafernandes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,29  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter