Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Taalpsychologie, functieleer deel 2 €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Taalpsychologie, functieleer deel 2

 20 vues  0 fois vendu

Dit bevat de volledige en gedetailleerde uitschrijving/samenvatting van de lessen taalpsychologie van Gert Storms, van functieleer deel 2.

Aperçu 5 sur 44  pages

  • 11 juillet 2022
  • 44
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (9)
avatar-seller
linaverhulst
Taalpsychologie
Het begrijpen van zinnen
1) De behavioristische kijk op ‘verbal behavior’
1879: Wundt opende zijn labo voor de experimentele psychologie (= begin wetenschappelijke psychologie)

- Hier bestudeerde hij ‘mentale gebeurtenissen’
= gewaarwordingen, gevoelens, mentale beelden
- Wundt: “taal geeft ons inzicht in de aard van de psyche”
→ = als we de taal bestuderen dan bestuderen we de psyche
→ = taal bestuderen we adhv zinnen (niet adhv woorden)
- WUNDT:
 Spreken = gedachten die omgezet worden in sequentieel georganiseerde spraaksegmenten
 Begrijpen = het omgekeerde hiervan: sequentiële stukken worden omgezet in gedachten
- Methode van onderzoek: introspectie


Kritiek van Watson op introspectie Watson = aanhanger van behaviorisme
- Introspectie is geen wetenschappelijke methode
(je kan aan iemand vragen ‘wat is kleur’, maar deze persoon kan zeggen wat hij wilt
≠ wetenschappelijk)

- Watson: wat er zich in een persoon afspeelt kunnen we niet weten, dit is een zwarte doos
→ = ‘black box’-visie
- MAAR: wat kan je wel doen? = persoon in situatie plaatsen/stimuli geven en de respons
bekijken → = S-R schema

- GEVOLG: 4 decennia lang, bestond er een taboe rond de studie van mentale processen
- Enkel extern objectief waarneembaar gedrag was van belang !!!
- Belangrijk? = de manier waarop gedrag wordt aangeleerd
→ dit gebeurt via de principes van bekrachtiging en straf
→ dit werd voornamelijk onderzocht met proefdieren (rat, muis, duif, …)
- Er was heel lang, heel weinig onderzoek naar taal (i/d psychologie)

Naarmate het leergedrag beter bestudeerd werd, ging men over naar ‘complexe gedragingen’
- Voor deze complexe gedragingen waren volgens hun dezelfde principes werkzaam
→ obv bekrachtiging en straf
→ dus ook voor: Taal werd nu dus wel bestudeerd !!!
• spreken & luisteren → verbal behavior = alle soorten taaluitingen
• lezen & schrijven

= dit is volgens hun dus ‘hetzelfde’ als Thornsdike’s katten in hun puzzelbox

- 1957: Skinner zijn boek: Verbal Behavior
→ hierin zegt hij: ‘het belangrijkste principe bij het leren van taal is shaping’
Bv.: je wilt hond leren pootje geven?
= je moet lat heel laag leggen: koekje geven als hij kijkt, dan als hij rechtstaat, … en na
een tijdje komt het gedrag voor
 Dit is dus ook het geval bij het leren van taal


1

,Onderzoek naar taal → bekrachtiging kan verbaal gedrag beïnvloeden:
- Verplanck (1955) = bekrachtiging ‘sterke meningen’
 Elke keer dat iemand een sterke mening uit, dan knikt de proefleider heel duidelijk
(= bekrachtiging) (pl = doet zich voor als random persoon aan tafel, mensen weten
niet dat ze in experiment zitten)
 Gevolg: frequentie v/h aantal sterke meningen stijgt
- Greenspoon (1955) = hetzelfde maar voor meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden

Linguïstiek (= bestudeerde ook taal), maar deze ‘stroming’ werd weinig beïnvloedt door het
behaviorisme (bekrachtigingsmethodologie)

Linguïstiek: bestudeerde taal op zich = zijn dus onafhankelijk van elkaar
Behaviorisme: bestudeerde de processen van taal

2) Chomsky’s kritiek op skinners visie op taal
Door kritiek op verbal behavior ontwikkelde zich de cognitieve psychologie

Boekbespreking door Noam Chomsky (= linguist):
1) Kritiek op Skinner’s associative chains theory (associatievekettingtheorie):
- Men spreekt over chaining
- Een zin = een ketting van associaties tss afzonderlijke woorden (associative chains)
- Elk woord = een uitlokker/bekrachtiger voor het volgende woord
- Maar (Chomsky): “colorless green ideas sleep furiously”
= betekent niets, maar is grammaticaal correct ook al zijn er wss geen
associaties tss de opeenvolgende woorden
“furiously sleep ideas green colorless” = NIET correct

- En: “Jan raapte het papier op” = correct, = zinvol
“Jan raapte op het papier” ≠ correct, = zinvol

= chain theory kan niet verklaren wrm we beide zinnen begrijpen
OOK: ‘raapte’ en ‘op’ = zijn 2 aparte woorden maar WEL afhankelijk van elkaar !

Volgens Chomsky is het principe van chaining dus niet aanwezig, aangezien chaining gaat om
eenvoudige associaties tss opeenvolgende woorden die een onderliggende structuur tss de woorden
veronderstelt

2) Taalontwikkeling van kinderen is niet te verklaren op basis van ervaring alleen
→ Chomsky zegt dat er ook iets aangeboren is!
→ er zit niet genoeg info in de taaluitingen dat een kind hoort om de complexiteit v/h
taalgebruik van kinderen te verklaren

- ‘John believes he is funny’ → ‘funny’ kan gaan over ‘John’ maar ook over ‘he’
 Deze dubbelzinnigheid wordt nooit expliciet uitgelegd aan een kind
- ‘John believes him to be funny’ → ‘funny’ gaat nu over ‘him’
 Dat hier geen dubbelzinnigheid is, wordt nooit expliciet uitgelegd aan een kind

→ ouders onderwijzen dit niet aan hun kinderen, er zijn geen beloningen voor het uitspreken v/e
correcte zin

2

,→ Chomsky: we hebben aangeboren taalvaardigheden + blootstelling aan taal speelt ook een rol
(dit ontkent hij niet!)
→ onderzoek Brown & Hanlon (1970): kinderen worden bekrachtigd voor het spreken van de
‘waarheid’, niet voor het juist gebruiken van grammatica

 Door Chomsky’s kritiek geraakten psychologen geïnteresseerd in linguïstiek
→ zoals Miller:
• Mensen voelen aan wat correcte zinnen zijn en welke niet
 MAAR: Wat kunnen we daaruit leren over cognitieve processen?
• Dit was de start van psychologisch onderzoek en interesse naar Chomsky’s theorie
 Chomsky’s theorie = transformationele grammatica

3) Transformationele grammatica (Chomsky)
- Taal = oneindige set van correct geformuleerde zinnen
- Toch zijn er een eindig aantal woorden
- Er is een oneindigheid door:
• Subzinnen (= door ‘en’ & ‘of’ te gebruiken)
• Bijzinnen (bv.: ‘De professor die de weddenschap die hij vorig jaar had afgesloten,
had verloren, betaalde nu de rekening die hem zwaar op de maag lag.’)

- Oneindigheid: we leren taal
→ we memoriseren het NIET (we onthouden niet elke betekenis van elke mogelijke zin)
→ we leren abstracte patronen om zinnen te formuleren en te begrijpen

Grammatica:
- = een formeel systeem met een eindig aantal regels
- = een theorie over een taal die bestaat uit hypothesen over de structuur en organisatie van
zinnen
- Chomsky stelde 3 criteria op om de adequaatheid van grammatica te evalueren:

1) Grammatica moet kunnen aantonen wat aanvaardbare zinnen zijn in een taal
= het moet alle zinnen van een taal kunnen verklaren
→ als dit het geval is dan is een grammatica: observationeel adequaat

Descriptief adequaat = de grammatica moet de zinnen kunnen analyseren, conform aan de
intuïties v/d gebruikers van die taal

2) Grammatica moet de relatie aangeven die er bestaat tss zinnen die dezelfde betekenis
hebben, zinnen dien een tegengestelde betekenis hebben, etc.

3) Verklarende adequaatheid
= wnr 2 verschillende grammatica’s voldoen aan de eerste 2 criteria, welke is dan de beste?
→ de taalvaardigheid bij kinderen is dan het beslissende principe!
→ kinderen kiezen de grammatica obv aangeboren taalrestricties
(= deze aangeboren taalrestricties zijn gemeenschappelijk voor alle talen)




3

,Chomsky maakt onderscheid tussen 2 structuurniveaus:
1) Oppervlaktestructuur: de oppervlakkige rangschikking van woorden in een zin
 They are eating apples = dubbelzinnig
→ ‘Zij eten appels’ of ‘Deze zijn eetbare appelen’
→ Leiden tot een verschillende boomstructuur

2) Dieptestructuur: de onderliggende structuur die de betekenis weerspiegelt
 Flying planes can be dangerous = dubbelzinnig
→ ‘Het vliegen van een vliegtuig kan gevaarlijk zijn’ of
‘Vliegende vliegtuigen kunnen gevaarlijk zijn’

2 betekenissen met dezelfde oppervlaktestructuur en een verschillende dieptestructuur
- Jan is gewoon te behagen (Jan is degene die behaagt)
- Jan is gemakkelijk te behagen (Jan wordt behaagt)

2 betekenissen met een verschillende oppervlaktestructuur en dezelfde dieptestructuur
- Lenka bespeelt de dwarsfluit
- De dwarsfluit wordt bespeeld door Lenka
 Betekenis is hetzelfde

Formuleren van een zin (Chomsky):
Fase 1: phrase structure rules
- Opbouw van boomstructuur overeenkomend met dieptestructuur → je wilt iets uitdrukken
- Elk van deze regels heeft betrekking op één enkele component/constituent van de zin

Fase 2: transformatieregels:
Omzetten van dieptestructuur naar oppervlakte structuur:
- De transformatieregels hebben betrekking op de zin als geheel
→ iets toevoegen, verplaatsen of weglaten van de constituenten
- ik kom morgen → ik kom morgen niet (positieve naar negatieve zin)
- ik schrijf deze tekst → deze tekst wordt door mij geschreven (actieve naar passieve zin)

Begrijpen van zinnen? = omgekeerde proces (fase 2 → fase 1)
VRAAG: Wat is de psychologische waarde van de transformationele grammatica?
→ Is het aantal transformaties een maat voor psychologische complexiteit van een zin?
→ “derivational theory of complexity” (DTC) = gaat deze vraag na

ONDERZOEKEN:
A. Miller & McKean
Assumptie van transformationele grammatica: RT stijgt met het aantal bijkomende transformaties
vanuit de basiszin dat je maakt
Taak: pp moeten zinnen omvormen tot de basiszin (= positief, actief en geen vraag) + RT werd gemeten
Basiszin: ‘Ik kom morgen’
- negatie (ik kom morgen niet)
- vraag
- passieve constructie
- weglating


4

, Resultaten: men had een langere RT, hoe meer transformaties men moest doen
MAAR: kritiek: de betekenis verschilt ook waardoor we dit eigenlijk niet kunnen vergelijken
(ik kom morgen vs ik kom morgen niet = andere betekenis)

B. Savin & Pershonock
Pp krijgen zin te horen en daarachter woorden, deze woorden moesten ze herhalen
→ basiszin: ‘The boy hit the ball’ of ‘The boy didn’t hit the ball’

Per transformatie (= hoe complexer) werd er gemiddeld 1 woord minder onthouden
Voorbeeld transformaties:
- The boy hit the ball bush cow bus hour chair rain hat red
- The boy didn’t hit the ball cow bus hour chair rain hat red

- Meeste woorden worden onthouden bij een actieve affirmatieve (bevestigende) zin
→ want: geen transformatie
- Gemiddeld 1 woord minder onthouden bij actief negatief OF passief affirmatief
→ want: 1 transformatie
- Gemiddeld 2 woorden minder onthouden bij negatief passief
→ want: 2 transformaties

Extra transformaties zijn dus mentaal belastend!

Latere experimenten
= derivational theory of complexity werd tegengesproken
- He called up the man
- He called the man up (= verplaatsing)
 Dezelfde RT (je zou verwachten dat de verplaatsing meer tijd kost)

- The boy was bitten
- The boy was bitten by the wolf (= toevoeging van woorden)
 Dezelfde RT (je zou verwachten dat de toevoeging van woorden meer tijd kost)

Fodor & Garrett
Gaven een argumenten tegen DTC-experimenten:
- Theoretisch argument: je begint niet pas met het analyseren van een zin wanneer die
beëindigd is → je begint met de analyse vanaf de zin begint

- Ander argument: kritiek op de experimenten
→ de passieve en negatieve zinnen zijn langer en atypischer dan een actieve en positieve zin
→ komt veel minder voor in taal:
• Bill runs faster than John runs
• Bill runs faster than John
 Chomsky: tweede zin zou langer moeten duren, want er wordt iets weggelaten
 MAAR: de eerste zin duurt het traagst

• The soldier who was tired fired the shot
• The tired soldier fired the shot
 Chomsky: eerste zin heeft minder transformaties dan tweede zin
 MAAR: de eerste zin duurt het traagst
5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linaverhulst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter