Ontwikkelingspsychologie 2
HERHALING HOOFDSTUK 1 !!! (zie laatste 3 pagina’s)
Hoofdstuk 11: Fysieke en cognitieve ontwikkeling in de
adolescentie
Fysieke ontwikkeling
De concepten van adolescentie
Biologisch perspectief
Tijdens puberteit = kinderen zijn ‘rebels en onverantwoordelijk (roekeloos)’
= storm-and-stress view
Deze kijk op puberteit gaat terug naar Hall:
• Hij baseerde zijn ideeën op de evolutietheorie van Darwin
• Adolescentie = periode die turbulent is en waar de mensen van ‘savages’ naar
‘beschaafde wezens’ evolueren
Freud (in zijn psychoseksuele theorie):
• In de genitale fase (= vanaf puberteit) komen de seksuele impulsen weer op de
voorgrond wat voor psychologische conflicten kan zorgen
• Als adolescenten hun intieme partner hebben gevonden, ontstaat er een ‘mature
harmony’ en leidt dit tot trouwen, geboorte en opvoeding van kinderen
→ het biologische doel is vervult: seksuele reproductie en het overleven v/d soort
Sociaal perspectief
= vinden de storm-and-stress view overdreven
→ problemen zoals eetstoornissen, depressies, zelfmoord en overtreden van wetten gebeuren vaker
MAAR: over het algemeen is er slechts een lichte stijging in psychologische stoornissen van kindertijd
naar adolescentie (15-20%)
Margaret Mead: de sociale en culturele omgeving is verantwoordelijk voor de ervaringen i/d
puberteit → van ‘grillig’ tot kalm en stressvrij (bv.: adolescentie is een fijne periode in Samoa)
Gebalanceerd perspectief
Zowel biologische, psychologische en sociale krachten beïnvloeden de ontwikkeling v/d adolescent
- Biologische veranderingen = zijn universeel over alle culturen heen
- Interne stress (psychologisch) en sociale verwachtingen tijdens de adolescentie zorgen voor
onzekerheid, twijfels over zichzelf en teleurstellingen bij adolescenten
(sociale verwachtingen: minder kinderachtig zijn, verantwoordelijkheid nemen en nieuwe persoonlijke relaties aangaan)
- De lengte en verwachtingen v/d adolescentie verschillen tss culturen:
• Dorpsgemeenschappen = korte fase tss kindertijd en volwassenheid
• Geïndustrialiseerde gemeenschappen = lange afhankelijkheid van de ouders + lange
‘uitstel’ van seksuele reproductie + bereiden zich voor op hun later job
Er zijn 3 fasen van adolescentie:
1. Vroege adolescentie (11/12 – 14 jaar) = snelle puberale veranderingen
1
, 2. Midden adolescentie (14 – 16 jaar) = puberale veranderingen zijn bijna compleet
3. Late adolescentie (16 – 18 jaar) = de persoon heeft nu een volwassen uiterlijk en neemt
volwassen rollen op
Hoe meer de omgeving jonge mensen aanmoedigt voor het opnemen van volwassen
verantwoordelijkheden, hoe beter ze zich kunnen aanpassen
→ de meeste biologische spanningen en onzekerheden, zijn ± weg op het einde v/d puberteit
Puberteit: De fysieke transitie naar volwassenheid
Meisjes starten hun puberteit vanaf de eerste maandstonden, en stoppen ongeveer 2 jaar vroeger
dan jongens
Hormonale veranderingen
Hormonale veranderingen beginnen rond 8 à 9 jaar
Het groeihormoon (GH) en schildklierhormoon/thyroxine stijgen waardoor de
lichaamsgrootte toeneemt en de botten matuurder worden
Seksuele maturatie wordt gecontroleerd via de geslachtshormonen
→ Oestrogenen (vooral bij vrouwen) en androgenen (vooral bij mannen)
- De testikels scheiden veel testosteron (= androgeen) uit, dit leidt tot:
spiergroei, lichaams- en gezichtshaar en andere mannelijke karakteristieken
(+ zorgt ook voor een versterkend effect v/h GH)
- De testikels scheiden ook oestrogeen uit, hierdoor heeft 50% v/d jongens een tijdelijke
borstvergroting + zorgt voor versterkend effect GH + zorgt voor een grotere botdichtheid
- (weinig invloed van de androgenen, afgescheiden door de bijnieren)
- De eierstokken scheiden veel oestrogeen uit, dit leidt tot:
maturatie v/d borsten, baarmoeder en vagina + vrouwelijke rondingen en vetophopingen
+ regulatie v/d menstruele cyclus
- De bijnieren (adrenal glands) scheiden androgenen uit, hierdoor krijgen meisjes een
groeispurt, krijgen ze oksel- en schaamhaar
Puberale veranderingen bestaan uit 2 brede types:
1) Lichaamsgroei
2) Maturatie v/d seksuele karakteristieken
Lichaamsgroei
Het eerste uiterlijke teken van puberteit is de snelle groei in lengte en gewicht = groeispurt
= begint bij de meisjes op ± 10 jaar & bij de jongens op ± 12,5 jaar
Oestrogeen kan het GH makkelijker stimuleren en tegenhouden dan androgenen
→ gevolg: meestal zijn meisjes groter en zwaarder dan jongens tijdens de vroege adolescentie
→ op 14 jaar worden meisjes ingehaald door de jongens, die starten met hun groeispurt terwijl die
v/d meisjes bijna eindigt
- Lichaamsgroei is voor meisjes ± gedaan op 16 jaar, voor jongens op ± 17,5 jaar
= op dit moment sluiten de epifysen aan de einden v/d lange beenderen
- Tijdens de hele adolescentie: groei van 25-28 cm en toename in gewicht van 20-35 kg
2
,Lichaamsproporties
Cefalocaudale groei = de handen, benen en voeten groeien eerst, daarna de romp/torso
→ verklaart wrm adolescenten er soms uit proportie uitzien (lange benen met grote handen en voeten)
Er zijn ook geslachtsverschillen in het veranderen v/d lichaamsproporties mbt het skelet:
- Jongens: schouders verbreden + zijn groter dan meisjes + lange benen
- Meisjes: heupen en taille verbreden
Spier-vet verhouding en andere interne veranderingen
Meisjes, ± vanaf 8 jaar: krijgen meer vet bij hun armen, benen en taille (= versnelt tijdens 11-16 jaar)
Jongens: vet bij hun armen en benen vermindert
→ beide geslachten krijgen meer spieren, maar bij jongens is dit veel meer
Jongens ontwikkelen grotere skeletale spieren, hartspieren en een grotere longcapaciteit
Jongens hebben een verhoging in hun aantal rode bloedcellen, en kunnen hierdoor meer
zuurstof v/d longen naar de spieren dragen (= niet zo bij meisjes)
Door de grotere spiergroei bij jongens, hebben zij goede atletische prestaties
Motorische ontwikkeling en fysieke activiteiten
Puberteit zorgt voor verbeteringen in de grove motoriek:
- Meisjes: de verbeteringen zijn traag en gradueel (= eindigen op ± 14 jaar)
- Jongens: hebben een grote spurt in sterkte, snelheid en uithoudingsvermogen
→ midden-adolescentie: sommige meisjes presteren even goed als de gemiddelde jongen (oplopen,
verspringen en werpafstand) + amper/geen jongens presteren even ‘laag’ als het gemiddelde meisje
→ omdat er duidelijke geslachtsverschillen zijn, wordt sport meestal gescheiden in school
Jongens: atletische competenties zijn sterk gerelateerd aan peerbewondering en zelfwaarde
→ maar: sommige jongens gebruiken hierdoor drugs/medicatie om beter te presteren
(bv.: creatine = zorgt voor een verbeteringen in de spiersterkte, maar heeft nadelige risico’s!)
(bv.: anabolische steroïden = zorgt voor groeien spieren en kracht)
Gevolgen hiervan?: acne, veel lichaamshaar, hoge bloeddruk, agressief gedrag, schade aan
de lever, schade in de bloedsomloop, schade aan de reproductieve organen, …)
VS: sinds 1972 stijgt participatie van meisjes in sport, doordat scholen vergoeding krijgen
→ maar: % jongens blijft hoger dan meisjes
→ ook: meisjes worden minder aangemoedigd en krijgen minder erkenning voor hun sportprestaties
Vanaf 15 jaar is er een enorme daling in de fysieke activiteiten van jongens en
meisjes, velen halen de fysieke activiteit van 60 min. per dag niet
(over het algemeen sporten jongens/mannen op elke leeftijd meer)
Sporten die een goed uithoudingsvermogen vragen
(lopen, fietsen – activiteiten zonder duur materiaal) worden langer uitgeoefend
tot in de volwassenheid
Inspanningen zoals zweten en hevig ademen zijn één van de beste voorspellers voor sport in de
volwassenheid
3
,Seksuele maturatie
Primaire seksuele karakteristieken = reproductieve organen (eierstokken, baarmoeder, vagina,
penis, scrotum en testikels)
Secundaire seksuele karakteristieken = te zien aan uiterlijk (bv.: borstontwikkeling, oksel- en
schaamhaar)
12,5 jaar: Noord-Amerikaans
Seksuele maturatie in meisjes 13 jaar: West-Europees
- Begint met de groei v/d borsten en de groeispurt → Leeftijdsbereik is breed: 10,5 - 15,5 jaar
- Menarche of eerste menstruatie
- De seksuele maturiteit wordt ‘vertraagd’ tot wnr een meisje haar lichaam groot genoeg is
voor het baren van een kind
- Menarche ontstaat na de piek v/d groeispurt
- De eerste maanden na de menarche, vindt de menstruele cyclus soms plaats zonder de
vrijlating van een eicel (= extra bescherming, maar beschermt NIET tegen zwangerschap)
Seksuele maturatie in jongens
- Begint met de vergroting van de testikels (= maken sperma aan)
- Hierbij ontstaan ook veranderingen in de textuur en kleur v/h scrotum
- Schaamhaar ontwikkelt + penis groeit
- 14 jaar: groeispurt (= later voor jongens dan voor meisjes !) + groei testikels en penis is compleet
- Oksel-, lichaam- en gezichtshaar ontwikkelen
- De stem wordt dieper doordat het strottenhoofd (larynx) vergroot
- Prostaatklier en seminal vesicles groeien, zij produceren semen (= vloeistof met sperma)
- 13,5 jaar: spermarche = eerste ejaculatie
→ ejaculaties bevatten de eerste maanden weinig sperma (= extra bescherming)
Individuele verschillen in de puberale groei
Erfelijkheid speelt een rol in de ‘timing’ v/d puberteit Bv.: 1eeig: ± 1 maand van elkaar
→ Eeneiige tweelingen zijn gelijkender dan twee-eiige tweelingen regels krijg (2eeig = ± 12 maand)
Voeding en sporten spelen ook een rol
→ Vrouwen: een stijging in lichaamsgewicht en vet kunnen seksuele maturatie triggeren
= vetcellen scheiden de proteïne leptine af, dit signaleert het brein dat de
energieopslag voldoende is voor de puberteit
= daarom: borst- en schaamhaargroei + menarche komen sneller bij zware meisjes
= hevig sporten of weinig eten, zorgt voor een latere puberteit
→ Jongens: weinig evidentie voor verband tss lichaamsvet en puberteit
4
, Regio’s over de wereld, SES en etnische groepen + fysieke gezondheid spelen een rol
→ Arme regio’s met veel ondervoeding en infecties, hebben een veel latere gemiddelde
menarche (14-16 jaar)
→ Ontwikkelde regio’s met hoge SES families hebben hun menarche gemiddeld 6-18
maanden vroeger dan degene met een lage SES
Bij geïndustrialiseerde landen, waar voedsel in ‘overvloed’ aanwezig is, hebben een duidelijke invloed
van erfelijkheid en omgeving i/d puberale groei
→ Donkere meisjes krijgen meestal sneller hun menarche dan blanke meisjes
(ook op hetzelfde gewicht)
Familie-ervaringen spelen een rol
→ We zijn gevoelig voor de emotionele kwaliteit van onze omgeving als kind
→ Als de veiligheid en zekerheid er amper/niet zijn, dan is er een grotere kans op een
vroegere menarche
→ Meisjes (en jongens) met een geschiedenis van familieconflicten of scheiden van ouders,
hebben een vroegere puberteit
→ Meisjes (en jongens) met een warme en stabiele familie hebben een latere puberteit
→ Ook: moeders die een vroegere puberteit hadden, hebben een grotere kans op het sneller
krijgen van kinderen waardoor er een grotere kans is op scheiden van ouders
BEDREIGINGEN VOOR DE EMOTIONELE GEZONDHEID, VERSNELLEN DE PUBERTEIT
Er is ook een generatietrend (seculaire trend)
= de fysieke gezondheid speelt een belangrijke rol in de start van de puberteit
→ In geïndustrialiseerde landen daalde de leeftijd v/d menarche met ongeveer 3-4 maanden
per decennium (10 jaar) (= daalde ook bij jongens!)
→ Gevolg van: voeding, gezondheidszorg, sanitaire voorzieningen en controle van infecties
→ Ook het stijgen van obesitas zorgt voor deze trend
BEDREIGINGEN VOOR DE FYSIEKE GEZONDHEID, VERTRAGEN DE PUBERTEIT
Breinontwikkeling
Tijdens de puberteit zijn er ook grote veranderingen in het brein:
- Pruning/snoeien van niet gebruikte synapsen i/d cerebrale cortex (vooral i/d prefrontale cortex)
- Verbindingen tss de twee cerebrale hemisferen (= corpus callosum) + de verbindingen tss de
prefrontale cortex & andere gebieden in de cerebrale cortex en i/h brein (bv. amygdala)
→ breiden uit, myeliniseren en verkrijgen een snelle communicatie
- Gevolg: de prefrontale cortex wordt een gebied dat executieve functies regelt
→ het ‘houdt toezicht op’ het functioneren van verschillende gebieden, dit zorgt voor een
complexer, flexibeler en adaptiever denken en gedrag
→ adolescenten krijgen verschillende cognitieve skills, zoals: verwerkingssnelheid en
executieve functies
Deze vooruitgangen treden geleidelijk op, volwassenen kunnen effectiever werken
Want: het prefrontale cognitieve-controle netwerk heeft finetuning nodig
Executieve functies die gefinetuned moet worden: inhibitie, plannen en toekomstgerichtheid
(bv. onmiddellijke kleine beloning afwijzen voor een later grotere beloning)
ALGEMEEN: 5
- Witte massa (myelinisatie) neemt toe
- Grijze massa (neuronen) nemen af (= door pruning)
, Ook: veranderingen in het emotionele/sociale netwerk v/h brein:
- Neuronen worden gevoeliger op prikkelende neurotransmitters tijdens de puberteit
- Gevolg: sterker reageren op stressvolle gebeurtenissen + leuke gebeurtenissen intenser voelen
- MAAR: het cognitieve controle netwerk (bv. zelfregulatie) is nog niet optimaal ontwikkelt,
hierdoor weten adolescenten vaak niet hoe te reageren op deze sterke gevoelens
- Gevolg: dit kan leiden tot het verlangen voor nieuwe ervaringen
(bv.: drugs, roekeloos rijden, onbeschermde seks, wetsovertredingen, …)
→ impulsiviteit stijgt tijdens de puberteit !
(neemt met het ouder worden af,
door de ontwikkeling v/h cognitieve controle netwerk)
→ sensation-seeking stijgt tijdens de puberteit !
(neemt met het ouder worden af,
door de ontwikkeling v/h emotionele/sociale netwerk)
Veranderingen in de staten van arousal (opwinding)
Het brein reguleert de slaap op een andere manier
(= mssn doordat er een verhoogde neurale sensitiviteit is voor avondlicht)
→ GEVOLG: adolescenten gaan veel later slapen dan in hun middelkindertijd maar hebben wel even
veel slaap nodig (± 9 uur)
→ GEVOLG: er ontstaat een slaapgebrek + generaties van nu hebben nog minder slaap dan vorige
generaties door TV, computers en gsm
→ GEVOLG: verslechting in executieve functies + vooral op cognitieve taken (en ’s ochtends)
→ GEVOLG: minder goede prestaties op school, anxiety, depressieve stemming en risicogedrag
De psychologische impact van puberale gebeurtenissen
Reacties op puberale veranderingen
Zowel meisjes als jongens hebben gemixte gevoelens op hun menarche of spermarche
→ meisjes:
- Meisjes die op voorhand weten dat ze hun regels ooit zullen krijgen, reageren beter dan
meisjes die dit niet weten (= zij zijn eerder geschokt en verontrust)
- Vandaag de dag zijn meisjes hier vaak op voorbereid
(= door een meer open discussie over seksuele zaken, zowel thuis als op school)
→ jongens:
- Bijna alle jongens zijn voorbereid op ejaculatie
- Maar: weinig zijn voorbereid op de fysieke veranderingen tijdens de puberteit
- Jongens die beter voorbereid zijn, reageren er positiever op
Meisjes praten meer met hun peers over menstruaties dan jongens over hun spermarche
+ meisjes krijgen meer sociale ondersteuning bij de fysieke veranderingen van puberteit dan jongens
Veel dorspgemeenschappen vieren het begin v/d puberteit met een inwijdingsceremonie
= ritueel rond de belangrijke verandering in privilege en verantwoordelijkheid
= de puberteit wordt gewaardeerd in deze culturen
Westerne gemeenschappen hebben amper/geen ceremonies om de start v/d puberteit te vieren
→ er is een ‘volwassen status’ op verschillende leeftijden wat het nog ingewikkelder maakt wnr je een
volwassen bent geworden (bv.: leeftijd voor drinken, rijden, etc. – terwijl thuis nog als kind behandelt)
6