Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Volwassenpsychiatrie alle lessen + boek + extra documenten €10,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Volwassenpsychiatrie alle lessen + boek + extra documenten

 24 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van volwassenpsychiatrie. Bevat zowel de informatie in de slides, de informatie van de lessen, het volledige boek en de extra verplichte documenten. Les: Pascal Sienaert: volwassenen- en ouderenpsychiatrie - 2de bachelor, 2de semester

Aperçu 6 sur 171  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 9 juillet 2022
  • 171
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (12)
avatar-seller
linaverhulst
Psychopathologie en psychiatrie: volwassenen en ouderen

1. Diagnostiek en classificatie (DSM)
1.1. Van zot naar ziek
Hoe kijken we naar pathologie? → wordt vaak gezien als ‘madness’ = gek = insanity
Madness:
- Iemand die afwijkt van de norm
- Deze term gaat niet uit van een oorzaak
- Het beschrijft een gedrag(sverandering) → iemand gedraagt zich anders dan voorheen
• Er is een persoonlijkheidsverandering
• De persoon is zichzelf niet meer
• ‘bezeten’
→ Demonologie (= bezeten door demonen)
= dit is heel lang de heersende theorie geweest om te verklaren wanneer
iemand zich anders gedraagt

Madness werd vervangen door mental ilness
→ Thomas Sydenham beschreef dit moderne begrip (= ± 1650):
- Hij is de vader van de moderne medische nosologie (= ziekteleer) of classificatie-leer
- Hij beschrijft afzonderlijke ziekten met hun eigen:
• Symptomen
• Verloop → hij lanceerde het concept van afzonderlijke ziekten!
• Prognose
 Bv.: hij beschreef de ziekte Chorea van Sydenham (= neurologische ziekte met ‘rare’
motorische bewegingen)


Medisch model
2 ontdekkingen die het medisch model (het ziekte-begrip) hebben beïnvloedt:

1) Correlatie tussen klinische syndromen met post-mortem (na de dood) afwijkingen
- Dit is belangrijk om aan te tonen dat er een verband is tss zichtbare symptomen en
een anatomisch substraat !
- Bv.: in de rechterhelft zag men een letsel dat correleerde met een verlamming aan
de linkerkant van het lichaam → zo ontdekt men dingen

2) Ontdekking van micro-organismen als ziekte-verwekkers = microbe-theorie (= ± 1850)
- Er zijn externe ziektekiemen die ene ziekte kunnen veroorzaken
- Louis Pasteur speelde hierin een belangrijke rol


Gevolg: somatogene hypothese
- = een psychiatrische ziekte heeft een biologisch substraat
- Bv.: syfilis (= een SOA)
• Oorzaak: spirocheet bacterie (= Treponema Pallidum)
• Symptomen: ulcera, necrose, gebrekkige coördinatie, apathie en dementie
• Het is een psychiatrische ziekte met een biologische oorzaak


1

,1.2. Morele behandeling
Einde 18de – begin 19de eeuw:
- Oprichting van asielen → ‘gekke’ mensen werden weggestopt
- De asielen werden zo genoemd: ‘insane asylum’ en ‘lunatic asylum’
- Mensen kregen het label ‘insanity’
➔ Vandaag noemt men dit ‘psychose’ = een EPA (Ernstige Psychiatrische Aandoening)


Philippe Pinel (= ± 1800)
- Bracht verandering in de ‘insanity’ labels
- Hij kwam terecht in het La Salpêtrière ziekenhuis en bevrijdt er de patiënten van hun
kettingen + behandelt hun als mensen en praat ermee
- Is een van de eerste dat geïnteresseerd is in het stellen van een diagnose
- Hij stelt als eerste een nosografie (= ziektebeschrijving) op
→ hij beschrijft een aantal psychiatrische ziektes (= diagnose)
→ hij onderscheidt 5 categorieën: melancholie, manie met delier, manie zonder delier,
dementie en idiotie

Jozef Guislain (= ± 1800 en Belgisch!)
- Wilt een humane behandeling voor mensen met geestesziekten
- Hij bouwt her eerste gesticht: het Guislain-ziekenhuis (= is nog steeds een psychiatrie)


1844: Statistical classification of institutionalised mental patients
- = voorloper van DSM
- = soort van lijst waarin de geïnstitutionaliseerde mensen staan
- = beschrijft een beperkt aantal diagnosen: manie, dementie, melancholie, partial insanity en
moral insanity


Emil Kraepelin (= ± 1900)
- Beschreef als eerste een meer omvattend classificatiesysteem
- Elk ziektebeeld heeft volgens hem een patroon van symptomen (= syndroom)
- Beschreef dus afzonderlijke psychiatrische syndromen met elk hun eigen oorzaak (etiopathogenese)
→ deze oorzaak ging hij biologisch zoeken
- Schreef boek: ‘Compendium der Psychiatrie’

De nood aan classificatie neemt steeds meer toe in het begin van de 20ste eeuw
➔ Er zijn ook andere settings, zoals: ambulante psychotherapeutische praktijken
(= mensen die psychiatrische problemen hadden, werden hier behandelt)
➔ Er zijn ook niet-psychotische aandoeningen, zoals: neurosen, persoonlijkheidsproblematieken, …

Classificatiesystemen:
1) International Classification of Diseases = ICD
- Eerste ICD = 1900
- ICD 11 = uitgekomen in 2022
- ICD = geeft een lijst van doodsoorzaken
- Pas in 1948 (ICD 6) werd er een lijst gegeven van psychiatrische aandoeningen


2

, 2) DSM-I (1952)
- APA komt in 1952 met eerste DSM
- DSM-classificatie is gebaseerd op etiologische theorieën
(= theorieën over de oorzaak van psychiatrische aandoeningen)
→ 2 soorten oorzaken:
• Impairment of brain tissue function (= slechtwerkend hersenweefsel)
• Psychogeen (psycho-analyse)
- MAAR: was niet gebaseerd op empirische data (onderzoek)
Ook psychofarmaca (medicatie) kwam op de markt
→ Want: er was een nood aan het verband tss diagnose en behandeling
→ Gevolg: interesse in diagnostiek → men wil een label koppelen aan de behandeling

3) DSM-II (1968)
- Deze DSM is grotendeels gebaseerd op psycho-analyse
(maar: geen empirische data)
→ voor de verklaring van de ziektebeelden, legt men vooral de nadruk op:
• De context
• De ervaringen in de jeugd
- Deze DSM is ook gebaseerd op de psychobiologie van Meyer
(maar: geen empirische data)
• Anti-Kraepeliaans => Meyer was het niet eens met Kraepelin
• Volgens Meyer doet Kraepelin aan biologisch reductionsime
• Volgens Meyer mogen we de sociale en psychologie factoren niet vergeten!
• Hij spreekt van reactie-typen
= een psychiatrische diagnose is een reactie op sociale en psychologische factoren
→ hij is hier dus eigenlijk zelf reductionistisch !

MAAR: de diagnose is subjectief
→ men deed het US-UK Diagnostic Project
- Men vergeleek hoe de diagnoses werden beschreven in de USA vs in de UK
- Resultaat: schizofrenie komt 2 keer meer voor in USA dan in UK
- Het verschil zat in de labeling door de psychiaters ! en dus niet door de symptomen
- DUS: er was een nood aan internationale afspraken voor diagnostiek en eenduidige
diagnostische criteria

4) DSM-III (1980)
- Deze DSM wil atheoretisch zijn en heeft dus geen ethilogische of psycho-analytische
theorieën, maar baseert zich op onderzoek (empirie)
- DSM-II wil observeerbaar gedrag in kaart brengen en een descriptieve (beschrijvende)
diagnose maken met heel duidelijke criteria !
- DSM-III is categoriaal
→ ze beschouwen verschillende ziekten als afzonderlijke ziekte-entiteiten
→ er is dus geen overlap tss ziekte A en ziekte B

Vandaag de dag wordt vooral ICD en DSM gebruikt !
→ maar: DSM is geen ‘bijbel van de psychiatrie’: het is een boek met diagnostische criteria die
gebruikt worden voor communicatie en onderzoek !


3

,1.3. Diagnostiek
Diagnose:
- = het vaststellen van symptomen + de samenhang ertussen beschrijven
→ Symptoom = ziekteteken = een teken dat er een ziekte is
- = het verloop v/d ziekte beschrijven
- DUS: het beschrijven van de toestand
- En ook: het verklaren/begrijpen van de toestand !!!
• De symptomen en hun samenhang moet men verklaren
• Verklaren wat de lichamelijke en psychische oorzaken zijn
• Beschrijven wat de sterke en kwetsbare kanten zijn van de persoonlijkheid
• De invloed van het gedrag op het onderhouden/oplossen van de problemen
beschrijven
- DUS: het doel is om een behandeling in te stellen !

Syndroom = een groep van (dikwijls) samen voorkomende symptomen
➔ Men zegt hierbij niks over de samenhang tss de symptomen of de reden wrm ze samen
voorkomen !

Kernsymptomen = zijn met enige zekerheid gekoppeld aan een specifieke stoornis (= hoofd-, basis-
of sleutelsymptomen)
Facultatieve symptomen = maken het beeld van een stoornis volledig, maar zijn niet bepalend voor
een bepaalde diagnose (= bijsymptomen)

 Bv.: ‘de wens om mager te zijn’ = hoofdsymptoom van anorexia ; ‘het uitblijven v/d
maandstonden = bijsymptoom

Er zijn twee types van diagnose (= beide zijn beschrijvend):
1) Syndroomdiagnose
2) Struktuurdiagnose

1) Syndroomdiagnose of descriptieve diagnose
- Descriptief
- Louter beschrijvend (bv.: symptomen en syndromen → symptomatologie)
- Geen info over de etiopathogenese (= oorzaken)
- Gaat dus om het geven van een label
(bv.: depressief? → antidepressiva geven, maakt niet uit wat de oorzaak is)

2) Struktuurdiagnose
- Descriptief
- Wel info over de etiopathogenese
- Hierdoor kan je een veel specifiekere behandeling opstarten (= persoonsgericht)
(bv.: depressief? → want er is partnergeweld)
- Etiopathogenese
• Waardoor en op welke wijze is het syndroom ontstaan?
• Wat zijn de beïnvloedende factoren?

 Over het algemeen zijn er 3 types beïnvloedende factoren:

4

, - Predisponerende factoren
• = factoren die iemand kwetsbaar maken
• Je bent voorbeschikter om een bepaalde aandoening te krijgen
• Bv.: perfectionist → kwetsbaarder voor angststoornis, depressie, …

- Luxerende factoren
• = factoren die de stoornis uitlokken
• = stressfactoren (bv.: ziekte, ontslag, …)

- Onderhoudende factoren
• = factoren die de stoornis onderhouden of versterken
• Bv.: relatieproblemen

 Deze factoren kunnen zowel neuro-biologisch als psychologisch van aard zijn !

Diagnosen zijn ook afhankelijk van de cultuur !
➔ Bv.: onze individualistische cultuur heeft een invloed op de labeling van afhankelijkheid
als een persoonlijkheidsstoornis
➔ Sommige diagnosen komen in een bepaalde cultuur frequent voor, en zijn onbestaand in
een andere cultuur
➔ Bv.: in Japan lijdt 60% van de vrouwen aan het Retired Husband Syndrome
= klachten die ontstaan wnr hun man (de vroegere broodwinner) op pensioen gaat en nu
veel meer thuis is, waardoor er een andere dynamiek ontstaat

Diagnosen stellen zijn altijd subjectief !


1.4. Classificatie

Classificatie:
- Identificeren van een groep patiënten met vergelijkbare (klinische) kenmerken
• Om een behandeling in te stellen
• Om een prognose te voorspellen

- Classificatie = communicatie
• Psychiatrisch esperanto → het is een taal die iedereen moet kunnen begrijpen
• Een diagnose is een afgesproken ‘code’, die alle hulpverleners begrijpen
• Communicatie is belangrijk voor hulpverleners onderling
• Communicatie is belangrijk in onderzoek
• Communicatie is ook belangrijk voor de administratieve registratie (terugbetaling)
→ pas bij een bepaald criterium krijg je geld terug

- Classificatie is gebaseerd op etiopathogenese en prognose v/h ziektebeeld
- Maar: zowel etiopathogenese als prognose zijn in de psychiatrie niet met zekerheid vast te
stellen waardoor men vooral syndroomdiagnosen doet (= descriptieve classificatie)
→ want: struktuurdiagnose draait ook rond de oorzaak




5

, Monothetisch classificatiesysteem:
- = ideaalbeeld, een zuivere classificatie
- Er is een scherpe grens tss de verschillende ziektebeelden/categorieën
- Je behoort tot de categorie of niet (alles of niets)
- Er is geen overlap tss de categorieën
- Elk lid dat tot een categorie behoort, wordt gekenmerkt door de symptomen v/d categorie
- = niet mogelijk i/d psychiatrie: de grenzen tss ziek en gezond zijn niet scherp genoeg

Polythetisch classificatiesysteem:
- Alle leden v/e bepaalde categorie hebben verschillende kenmerken met elkaar gemeen,
zonder dat een kenmerk bij alle leden moet voorkomen
- Bv.: er is geen enkel symptoom dat bij ELKE depressieve patiënt voorkomt

Prototypisch classificatiesysteem:
- Komt het best overeen met de vereisten voor een psychiatrische classificatie
- Alle leden van een bepaalde groep, hebben zoveel mogelijke dezelfde symptomen (= ze lijken
sterk op het prototype), MAAR geen 1 symptoom is onmisbaar of essentieel !

Dimensioneel classificatiesysteem:
- Hierbij wordt ziekte als een afwijkende variant van gezondheid beschouwt
- Men werkt men een continuüm
- Onder/boven een bepaalde grenswaarde spreekt men van een stoornis


1.5. Het medische model en DSM bekritiseerd

1. Anti-psychiatrie van Thomas Szasz
➔ ‘als er geen biologische afwijkingen kunnen aangetoond worden, dan is het toepassen
van een ziekteconcept op gedrags-, emotionele of cognitieve toestanden alleen maar
bedoeld als sociale controle’ – Szasz
➔ Kendell (= psychiater) weerlegt deze kritiek van Szasz door in te gaan op het feit dat we
de klinische grenzen nodig hebben om de verschillende mechanismen te identificeren

2. Sociale psychologie van Rosenhan (1973)
➔ Een diagnose stellen is inhumaan
➔ Er is geen verschil tss mensen die ‘gelabeld’ worden als psychiatrisch ziek en anderen
→ dit toonde hij aan met een experiment

On being sane in insane places
- 8 personen melden zich aan met ‘ik hoor stemmen’ en vragen om opgenomen te worden
(= auditieve hallucinaties)
- Vanaf hun opname in het ziekenhuis, gedroegen ze zich ‘normaal’ en zeiden ze dat ze geen
stemmen meer hadden gehoord
- Na gemiddeld 19 dagen kregen ze hun ontslag, op voorwaarde dat ze nog medicatie namen
- Na onderzoek: ziekenhuizen zeiden dat ze pseudopatiënten mochten sturen en dat ze deze
zullen detecteren → van de 193 nieuwe patiënten hadden ze 41 ‘ontmaskerd’, maar er was
geen enkele pseudopatiënt gestuurd !



6

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linaverhulst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49
  • (0)
  Ajouter