Ik heb hoofdstuk 2, Parlementaire democratie van de methode Thema’s Maatschappijleer samengevat. Hierin komen de onderwerpen: Wat is democratie, Politieke stromingen, Politieke partijen, Verkiezingen en Regering en parlement. Dit is dus paragraaf 1 t/m 5.
Paragraaf 1, Wat is democratie
1.1 Wereld bedekt met staten
1648 -> vrede van Münster / vrede van Westfalen, maakte een einde aan reeks
verscheurende conflicten in Europa. Afspraken om godsdiensttwist en agressie neutraliseren
door soevereine staat centraal te stellen.
Soeverein = een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag
uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft.
Soevereine staat bepaalt welke religie op eigen gebied wordt toegelaten. Staten respecteren
elkaars soeverein. Door Westfalen moderne systeem van staten geboren, per gebied van
bewoonde wereld één staat.
Ideologische rechtvaardiging door Thomas Hobbes. Betoogde dat mensen baat hadden om
alle macht bij één soeverein onder te brengen. Het alternatief zou een oorlog van allen tegen
allen zijn. Het alternatief onderwerpen aan soeverein is een leven dat “poor, nasty, brutish
and short”.
1.2 Het belang van politiek
Politiek = het maken van keuzes waaraan allen in staat zijn gebonden.
Deze keuzes worden in algemeen geldende wetten vastgelegd. Deze wetten worden
uitgevoerd door ‘dienaren van de macht’, ministers, ambtenaren, politie en leger.
Meeste onderwerpen waar politiek zich mee bezighoudt zijn van algemeen belang. Ook
dingen die alleen voor bepaalde groepen van belang lijken zijn van algemeen belang, omdat
iedereen er belasting voor betaald.
Besluiten nemen in politiek kost meestal veel tijd, vanwege veel mogelijke verschillende
oplossingen. Dilemma: kiezen voor snel, daadkrachtig en efficiënt of maximale participatie
van burgers. Eerste geval kijk je naar doelmatig resultaat. Tweede geval proces van
democratische besluitvorming met zorgvuldige afweging van verschillende belangen.
1.3 Democratie
In een democratie gaat het om de macht van velen. Democratie betekent letterlijk : ‘het volk
regeert’. De zuivere vorm, direct zeggenschap van volk, komt nauwelijks voor. Vroeger op
het plein stemmen, nu in de vorm van bijvoorbeeld referendum over wetsvoorstel.
, Kenmerken
Indirecte of representatieve democratie = het volk kiest vertegenwoordigers die de
beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking
verantwoording moeten afleggen over hun beleid.
Dit is praktischer dan directe democratie, want met kleinere groep mensen kom je sneller tot
besluiten. En volksvertegenwoordigers kunnen zich goed inlezen en verdiepen, niet iedere
burger heeft hier tijd voor.
De politieke macht in een representatieve democratie is ook nog verdeeld in de trias politica.
Om inbreng burgers te garanderen moet er ook een rechtsstaat zijn.
Andere kenmerken:
● Er is individuele vrijheid;
● er gelden politieke grondrechten;
● politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden;
● er bestaat onafhankelijke rechtspraak;
● er bestaat persvrijheid.
Parlementair of presidentieel stelsel
Binnen landen met representatieve democratie maken we onderscheid tussen het
parlementaire en presidentiële stelsel.
In het parlementaire stelsel is het rechtstreeks gekozen parlement het hoogste
machtsorgaan. Op basis van deze samenstelling wordt een kabinet geformeerd van
ministers en staatssecretarissen, deze leggen verantwoording af aan het parlement/volk.
Landen met dit primaat vaak wel staatshoofd met zeer beperkte macht. Als dit een koning is
dan constitutionele monarchie.
In een presidentiële democratie/presidentieel stelsel kiest de bevolking niet alleen het
parlement, maar ook de president, aan wie de grondwet veel bevoegdheden toekent. De
president staat aan het hoofd van de regering, uitvoerende macht en kan ministers
benoemen en ontslaan. Maar mist vaak ontbindingsrecht.
Ontbindingsrecht = het recht om het parlement te ontbinden.
De Nederlandse staat
Nederland heeft sinds 1814 een constitutionele monarchie. De koning kon naar eigen
willekeur beslissen. Veranderde in 1848 toen in Europa revoluties plaatsvonden. Niet in
Nederland, maar koning koos er zelf voor. Regering kan worden weggestemd, maar
constitutionele monarch en diens erfopvolgers blijven. Nederland werd een parlementaire
democratie met een constitutioneel vorst.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur myrtheleenders. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.