Probleem 1 – Constructivisme ........................................................................................................................ 4
Leerdoel 1: Wat is constructivisme en traditioneel leren? + verschillen ............................................................. 4
Leerdoel 2: Hoe effectief zijn de leertheorieën? ................................................................................................. 6
Probleem 2 – Hand in hand, kameraden… - coöperatief leren......................................................................... 8
Leerdoel 1: Wat is coöperatief leren?................................................................................................................. 8
Leerdoel 2: Wat is de meerwaarde van coöperatief leren? ................................................................................ 8
- Effectiviteit ................................................................................................................................................ 8
- Vergelijkingen met traditioneel onderwijs ................................................................................................ 8
- Verschillende theoretische visies: naam van theorie + naam van auteurs ............................................... 8
Leerdoel 3: Wat moet de leraar doen om te zorgen dat coöperatief leren effectief is? ..................................... 8
Probleem 3 – To read or not to read… ............................................................................................................ 9
Leerdoel 1: Wat is begrijpend lezen?.................................................................................................................. 9
Leerdoel 2: Hoe ziet effectief onderwijs in begrijpend lezen eruit? .................................................................. 10
Leerdoel 3: Hoe worden verschillen in begrijpend lezen tussen leerlingen verklaard?..................................... 11
Probleem 4 – Leren leren.............................................................................................................................. 13
Leerdoel 1: Wat is metacognitie/zelfregulatief leren? (Theorieën en discussies) ............................................ 13
Leerdoel 2: Hoe wordt metacognitie onderwezen? .......................................................................................... 16
Leerdoel 3: Hoe ontwikkelt metacognitie? ....................................................................................................... 18
Probleem 5 – Willen is kunnen ..................................................................................................................... 20
Leerdoel 1: Wat is motivatie?........................................................................................................................... 20
Behavioristische theorieën .......................................................................................................................... 20
Vroeg-cognitieve theorieën ......................................................................................................................... 20
Sociaal-cognitieve theorieën ....................................................................................................................... 20
Leerdoel 2: Hoe draagt het onderwijs bij aan motivatie om te leren? En de docent........................................ 23
Rol onderwijs ............................................................................................................................................... 23
Rol docent ................................................................................................................................................... 24
Probleem 6 – Double Trouble ....................................................................................................................... 27
Leerdoel 1: Hoe leren kinderen een tweede taal (visies)? ................................................................................ 27
Behaviouristisch perspectief ....................................................................................................................... 27
Aangeboren perspectief .............................................................................................................................. 27
Cognitieve perspectief ................................................................................................................................. 28
Sociaalcultureel perspectief ........................................................................................................................ 30
Leerdoel 2: Hoe kan het onderwijs het beste op tweetaligheid inspelen? (Perspectieven over tweede taal
onderwijs) ......................................................................................................................................................... 31
Probleem 7 - Leren om te presteren? Of presteren om te leren .................................................................... 34
Leerdoel 1: Wat zijn de doelen van toetsen (vormen van evaluatie en functies) ............................................. 34
9.1 Evaluatie ................................................................................................................................................ 34
9.2 Waarom wordt er geëvalueerd? + artikel Lau (2016)............................................................................ 35
9.3 Testcultuur versus assessmentcultuur .................................................................................................. 35
2
, Leerdoel 2: Welke toetsvormen passen het beste bij welke doelen? ............................................................... 37
Hoe? ............................................................................................................................................................ 37
Leerdoel 3: Wat zijn positieve en negatieve gevolgen van toetsing? (LD 1)..................................................... 39
9.6 Kenmerken van een goede evaluatie of assessment............................................................................. 39
Probleem 8 – Moving on .............................................................................................................................. 42
Leerdoel 1: Hoe verloopt de overgang naar de middelbare school? ................................................................ 42
Leerdoel 2: Hoe kan je het kind begeleiden bij overgang? ............................................................................... 44
3
, Probleem 1 – Constructivisme
Leerdoel 1: Wat is constructivisme en traditioneel leren? + verschillen
H19 – Instruction based on inquiry
Constructivisme à Gaat om hoe mensen betekenis geven en kennis halen uit ervaringen
- Nadruk ligt op het opbouwen van kennis en leerproces
- Samenwerkend leren
- Zelfregulatie
- Situaties in het leren moeten lijken op situaties in het echt
- Actieve houding studenten
- Studentgericht
Traditioneel à Onderwijs dat zich richt op de overdracht van kennis en een klaslokaal
waarin de leraren de kennis overbrengen
- Directe instructie/transmissiemodel
- Weinig interactie
- Werkt naar een productie toe
- Leraargericht
Vormen van constructief leren
Inquiry-based/onderzoek-gebaseerd instructie lerenà Instructie gebaseerd op vragen
stellen in een wetenschappelijke context, niet alleen leren over het onderwerp maar ook
over de manier van onderzoeken
Belangrijkste elementen
- Verbinden in wetenschappelijke vragen
- Bewijs zoeken voor deze antwoorden
- Antwoorden ontwikkelen voor de vragen
- Antwoorden evalueren, zoeken voor alternatieve verklaringen
Belangrijke activiteiten
- Vragen stellen
- Kritisch denken
- Probleem-oplossen
- Communiceren
Rol docent à Sturen onderzoeksproces, ook afhankelijk van hoeveelheid scaffolding dat
nodig is à Als de scaffolding afneemt, neemt de onafhankelijkheid van de leerling toe
- Leraar is ook expert
Probleem-gebaseerd leren (PBL) à Probleem bespreken aan de hand van realistische casus
- Voorbespreken voordat er kennis is over de curriculaire achtergrond à Activeren
voorkennis, ontdekken wat men nog moet leren à Zorgt voor motivatie
- Vervolgens opstellen leerdoelen naar aanleiding van eigen vragen à autonomie
- Studenten werken in kleine groepen
- Groepen krijgen training in groepswerken skills voor de instructie
- Activeren van de voorkennis
- Flexibel toepassen van kennis
Rol docent
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PedaStudent20. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.