Personen- en familierecht (Ingrid Boone)
Indeling samenvatting
I. Afstamming en adoptie
II. Naam en geslacht
III. Minderjarig kind
IV. Huwelijk, wettelijke en feitelijke samenwoning (primair huwelijksstelsel)
Relatievermogensrecht (secundair huwelijksstelsel)
I. Beschermde meerderjarige personen
II. Erfrecht
Nalatenschappen, schenkingen, testamenten
Inleiding (lezen)
1. Ontwikkelingen en actuele tendensen personen- en familierecht
-Ancien Régime: personen- en familierecht als spiegel van de maatschappelijke waarden
Veel kinderen
Man kijkt boven rest gezin (maritale macht over echtgenoot)
Vrouw wordt handelingsonbekwaam door huwelijk
Huwelijk als kerkelijk sacrament (geen scheidingen)
-19e eeuw en eerste helft 20e eeuw
Oud BW: man moet vrouw beschermen en vrouw moet hem gehoorzamen
Kinderen onder absolute vaderlijke macht als objecten
Huwelijk was enige manier om wettelijk gezin te creëren (anders onwettige kinderen)
o Burgerlijk huwelijk moet kerkelijk voorafgaan
o Nauwelijks echtscheidingen (heel strikte procedures)
-Na WO II: huwelijk tussen M & V hoeksteen gezin?
Minder trouwen en meer scheiden (secularisering)
Daardoor wordt recht soepeler
o Geen fout aantonen
o Wettelijke samenwoning mogelijk (makkelijker eindigen en geen relatie nodig)
o Koppels van hetzelfde geslacht
In 2019 woonde 49,9% van de kinderen onder 3 jaar in Vlaanderen bij gehuwd paar
o Vroeger waren kinderen uit ongehuwd kopper onwettig
o Discriminatoir => grondrechten kind aangetast en dus afgeschaft
-Emancipatie vrouw => rolpatronen in gezin
Macht van man over vrouw en kinderen verdwijnt (niet meer handelingsonbekwaam)
Steeds meer gelijke behandeling en rechten
Vrouwen konden gaan werken dus niet meer financieel afhankelijk van man
Vader meer betrokken bij opvoeding => hervorming regels rond hoederecht na scheiding
o Vandaag hebben ouders gezamenlijk gezag over kinderen (ook na echtscheiding)
Laatste overblijfsel patriarchale macht was dat kinderen automatisch naam man kregen
o Sinds 2014: eigen keuze
-Plaats van kind in het gezin en kindbeeld
Vroeger: kinderen gezien als object onder bezit vader
Kinderrechtenverdrag: kinderen als personen met eigen rechten + zelfstandig uitoefenen
-Medisch begeleide voortplanting
Traditioneel werden ouders bepaald via genen
o Wat dan met donormateriaal
o Aanpassing recht zodat ouders juridische ouders kunnen zijn zonder genen
Kinderwens alleenstaanden
1
, Kinderwens koppels zelfde geslacht
=> Wetgeving: gedeeltelijk aangepast, maar nog niet helemaal mee
o Donorkinderen: donor moet anoniem blijven
o Draagmoeders: niet wettelijk geregeld
-Toegenomen autonomie en zelfbeschikking
Ook m.b.t. begin en einde leven
Vandaag obv vrije keuze, maar met bescherming zwakkere partij
o Kinderen en financieel zwakkere partij
o Abortus- en euthanasiewetgeving door secularisering
-Internationalisering. Belang IPR en Rechtsvergelijking
Meer dan 16 miljoen internationale koppels in EU
13% van alle nieuwe huwelijken in de EU betreffen bi-nationale koppels
20% van alle nieuwe geregistreerde partnerschappen in EU betreffen bi-nationale koppels
2. Bronnen personen- en familierecht
!!! Er is geen eengemaakt Europees familierecht, dus nationaal recht blijft altijd van toepassing
1) Nationaal
-Oud BW - Boek I en Boek III titel Vbis: bekijk structuur!
Nieuw BW Boek 2 Personen, Familie en Relatievermogensrecht
-Ger.W.
Bevoegde rechtbank
o Voor 1 september 2014: versnippering
o Sinds 1 september 2014: familie- en jeugdrechtbank (deel rb van eerste aanleg)
Rechtspleging
Tenuitvoerlegging gerechtelijke beslissingen
-Specifieke wetten én decreten (bv. medisch begeleide voortplanting)
-GwH: toetsing aan art. 10-11, 22 en 22bis Gw
Regels uit Oud BW moeten in overeenstemming zijn met GW
o Toetsing aan GW door GwH
o Via PV (>6m) of vernietigingsberoep (<6m)
o Nu zijn er veel nietige bepalingen in Oud BW (nog niet vervangen)
Heel belangrijk in familierecht: weerspiegelt waarden van de maatschappij
Bij nieuwe wetgeving: procedure voor nietigverklaring vorderen binnen 6 maanden
o Heel vaak gebruikt bij hervorming van 2014 en transgenderwet
o Later dan 6 maanden: PV aan rechter (vaak schending en dus niet toepassing)
A. Bevoegde rechtbank
2
, Familierechtbank (art. Bv. afstamming, adoptie, echtscheiding, alimentatie, testament,
572bis Ger.W.) schenking, geschillen tussen gehuwden
-Quid geschillen feitelijk samenwonenden?
Enkel geschillen mbt kinderen bij familierechtbank
Goederen bij gewone burgerlijke rechtbank van eerste aanleg
Geen discriminatie
GwH 19 jan.2017: geen schending 10-11 Gw.
-Ger.W.: bemiddeling en minnelijke oplossing van conflicten
Kamer voor minnelijke schikking
= Stimulans om eerst buiten RB geschillen op te lossen want
als je naar rechter gaat, neemt hij een beslissing, vaak is 1 partij
dus miscontent
o Daarom naast elke kamer in de familierechtbank, ook een
kamer van minnelijke schikking om tot een akkoordvonnis te
komten (zelfde kracht als vonnis)
Griffier moet partijen informeren
Persoonlijke verschijning
o Rechter richt zich rechtstreeks tot partijen om akkoord te
vinden
-Feitelijke relaties zijn niet geregeld
Stel feitelijk samenwonend koppel met kinderen gaat uit elkaar
Geschillen mbt ouderlijk gezag => altijd familierechtbank (ongeacht
samenlevingsvorm)
Geschillen mbt goederen => niet familierechtbank
Verklaring volgens GwH voor die versplintering: eigen keuze om
feitelijk samen te wonen
Jeugdrechtbank -Jeugdbeschermingsmaatregelen en maatregelen inzake ouderlijk gezag die
samenhangen met bevolen jeugdbeschermingsmaatregel (wet 19 maart
2017)
Vrederechter Bv. voogd aanstellen, rechtshandeling stellen in naam van het kind
(art. 594 Ger.W.)
-Bescherming wilsonbekwame meederjarigen + minderjarigen
2) Internationaal
-Verdragen
Mensenrechtenverdragen: o.a. EVRM, Kinderrechtenverdrag (IVRK)
Specifieke materies
-Unierecht
A. EVRM: art. 8, 12, 14
3
, Art. 8 EVRM = recht op privé- en gezinsleven
Art. 12 EVRM = recht van man en vrouw om te huwen
Art. 14 EVRM = non-discriminatie
-Art. 8 EVRM:
Convergentie in alle landen door toetsing EHRM
Negatieve en positieve verplichting
o Negatief = lidstaten niet mengen in gezinsleven
Strijdig => buiten toepassing laten
Dan is elke nationale familierechtelijke wetgeving een inmenging
Maar niet elke inmenging is strijdig met Art. 8 EVRM (legaliteit, proportionaliteit,
finaliteit)
o Positief = lidstaten verplicht normale uitoefening privé- en gezinsleven te beschermen
Zorgt voor convergentie in Europa
Bv. in EVRM geen verplichting om huwelijk open te stellen voor mensen van
hetzelfde geslacht, maar verplicht volgens EHRM, want positieve verplichting om
bescherming te voorzien (kan bv. via geregistreerd partnerschap in Olliari-case)
Nationale rechtspraak: internationale norm met directe werking primeert
o Is nationale wet in strijd met Art. 8 EVRM (analoog art. 22 GW) → prejudiciële vraag GwH
o Enkel internationale rechtspraak met DW kan buiten toepassing gelaten worden
1997 cassatie: DW indien negatieve verplichting oplegt aan staat (duidelijkheid)
Geen positieve verplichting want te ruime appreciatiemarge (geen DW)
-Heeft Art. 8 EVRM directe werking? => Cass. 19/9/1997.
Overwegende dat de norm van een internationaal verdrag slechts geacht wordt directe werking te hebben wanneer ze
voldoende nauwkeurig en volledig is;
Overwegende dat, krachtens artikel 8.1 EVRM eenieder recht heeft op eerbiediging van zijn privéleven en zijn
gezinsleven; dat het genot van dit recht, krachtens artikel 14 EVRM, verzekerd is zonder enig onderscheid, op welke
grond ook, zoals geboorte of andere status;
Overwegende dat die bepaling, in zoverre zij de Staat in beginsel verbiedt zich te mengen in het privé- en gezinsleven
van de individuen, een norm stelt die, in de regel, voldoende nauwkeurig en volledig is om directe werking te hebben;
Overwegende evenwel dat die bepaling, in zoverre zij de Staat ertoe verplicht om bij het bepalen van een stelsel van de
familiebanden regels vast te stellen waardoor de betrokkenen een normaal gezinsleven kunnen leiden, niet voldoende
nauwkeurig en volledig is om directe werking te hebben; dat de Staat terzake immers over verschillende mogelijkheden
beschikt om die doelstelling te verwezenlijken; dat de voornoemde bepalingen, binnen dat kader de Staat slechts een
verplichting om te handelen opleggen, die de wetgever moet nakomen, maar niet kan gelden als bron van subjectieve
rechten en van verplichtingen voor particulieren.
B. Kinderrechtenverdrag
-VN-verdrag 20/11/1989
Ratificatie B. 1991
Vandaag door alle landen geratificeerd, behalve VS
Kinderen moeten zelf rechten uitoefenen, naarmate maturiteit
-Verdragsluitende staten: rechten eerbiedigen en waarborgen
Recht op naam, recht ouders te kennen (art. 7)
Vrije meningsuiting en hoorrecht (art. 12)
o Art. 1004/1 Ger.W.
o Bv. wat kinderen willen bij een scheiding
Vrijheid godsdienst (art. 14)
Privé-en gezinsleven (art. 16)
Belang van kind: eerste overweging bij elke beslissing die het kind aangaat (art. 3)
o Art. 22bis, vierde lid Gw.
o Want vaak kunnen kinderen hun eigen mening niet uitdrukken
C. Unierecht
-Art. 81 VWEU (justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen)
Europese regelgeving inzake grensoverschrijdende familiezaken
Unie bevoegd voor IPR in familierecht
4