Verdiepende strafvordering
Deel I: politieke struikelblokken
Hoofdstuk 1: bewijs in strafzaken
Cruciale vraag in strafproces/doel: waarheid achterhalen; is een feit bewezen ja dan neen?
Assisen: materialiteit van de feiten staat dan vast, maar dan is er discussie over het moreel
element, zoals was er voorbedachtheid of niet? (Bv. was het moord of was het doodslag?)
● Doodslag: doden met het oogmerk om te doden → 30 jaar
● Moord: doodslag met voorbedachtheid → levenslang
Er zijn zaken waar ook het materieel element niet zeer duidelijk is:
● Gold cases: men kan nooit een dader identificeren
● Zaken waar men een dader identificeert, maar de dader blijft ontkennen van het begin tot
op het proces → vraag rijst hoe ga je het bewijs leveren? Dat is een maatschappelijk
belangrijk thema, want eenieder heeft zijn mening. Het is een essentieel menselijke
activiteit, bewijs wordt altijd beoordeeld door mensen (magistraten), dit kan soms tot
verschillen leiden waarbij er een ander oordeel is in eerste en tweede aanleg
1.1 Bewijslast
Vraag: wie moet het bewijs leveren? Bewijslast rust op het OM + je kan niet verplicht worden om
jezelf te beschuldigen ≈ burgerlijk recht: bewijslast rust op de eiser, in strafzaken is dat het OM
● Verband met zwijgrecht en verbod van gedwongen zelfincriminatie (Bv. Salah Abdeslam);
ontkennen is een recht ook al is het tegen beter weten in
● Rechter is niet passief maar heeft een initiatiefrecht, hij moet onafhankelijk en onpartijdig
zijn, maar hij moet niet passief zijn hij heeft een actieve rol (Bv. hij kan uitstellen om
sommige zaken bij het dossier te betrekken, hij mag ambtshalve een deskundige
aanstellen, etc.) >< VS waar rechter een arbiter is in het proces en het in goede banen
leidt, maar hij neemt geen initiatief
Uitgangspunt is sterk verbonden met rechtszekerheid en vermoeden van onschuld, het OM moet
bewijzen dat er redenen zijn om iemand op te sluiten want men gaat er vanuit dat een persoon
1
,onschuldig is tot bewijs van het tegendeel. De verdachte is niet verplicht om mee te werken aan
het bewijs. Recht van verdediging impliceert dat je je verdedigt op de manier die je zelf wilt. Je
mag dus zwijgen.
In sommige materies is dat niet het OM die moet bewijzen, maar een andere figuur (Bv.
douane-administratie bij douanezaken die ressorteert onder de minister van Financiën).
Rechter mag zijn eigen vonnis niet uitleggen in de pers, elke rechtbank heeft een persrechter die
komt uitleggen ten behoeve van de pers wat er in een bepaalde zaak beslist is.
1.1.1 Ondeelbaarheid van de bewijslast
= OM of burgerlijke partij (BP) moeten bijdragen aan de bewijslast omdat ze er alle belang bij
hebben dat het misdrijf bewezen wordt. De ondeelbaarheid betekent dat ze niet enkel de schuld
moeten bewijzen, maar ook de onjuistheid van een rechtvaardigings- of
schulduitsluitingsgrond indien deze met enige grond van geloofwaardigheid wordt aangevoerd
(Bv: er is een vechtpartij in de OVP en er wordt iemand ernstig gekwetst. De persoon die de
slagen heeft toegebracht wordt vervolgd voor de correctionele Rb. De feiten zijn effectief bewezen,
er waren veel getuigen, maar de persoon in kwestie zegt dat het wettige verdediging was. Er wordt
dus een rechtvaardigingsgrond aangevoerd, die ervoor kan zorgen dat het misdrijf teniet wordt
gedaan en dat de persoon vrijuit gaat. De beklaagde moet dat niet bewijzen, hij moet dat
aannemelijk maken. Iets aannemelijk betekent een mogelijkheid, het is niet bewezen, maar het is
plausibel; het zou zo kunnen zijn; er is enige grond van geloofwaardigheid. Het OM moet dan
bewijzen dat de rechtvaardigingsgrond niet bewezen is, ook een negatief bewijs kan).
● Cass. 28 maart 2012: deze verplichting geldt niet voor de beweringen die geen verband
houden met de bestanddelen van het misdrijf want dit kan niet tot gevolg hebben dat het
misdrijf komt te vervallen (Bv. verzachtende omstandigheden).
Ook niet indien de bewering geen betrekking heeft op omstandigheden op grond waarvan het
misdrijf als onbestaande of verschoond moet worden beschouwd. (Bv. bewering dat door de
overschrijding van de redelijke termijn stukken zoals bankdocumenten verloren zijn gegaan en dat
je tegenbewijs niet meer kan leveren).
Grootste verschil met burgerlijk recht, want in het burgerlijk recht is de bewijslast niet ondeelbaar.
Gronden: wettige verdediging, overmacht, noodtoestand (bv. arts is onderweg naar patiënt in
gevaar en rijdt te snel door rood en veroorzaakt ongeval dan moet hij dit aannemelijk maken dat er
noodtoestand was), etc. >< NIET: voor verzachtende omstandigheden want ze hebben geen
invloed op het bestaan/wederrechtelijkheid, maar enkel op de strafmaat.
2
,1.1.2 Vermoeden van onschuld en zwijgrecht
Bewijslast heeft te maken met het vermoeden van onschuld en het zwijgrecht. Elke beklaagde
heeft het recht om te zwijgen, maar niets is absoluut en het zwijgrecht ook niet:
● Murray/VK (EHRM 1996): man heeft tijdens zijn proces compleet gezwegen van het begin
tot het einde. De engelse feitenrechter had het zwijgen van de persoon tot op zekere
hoogte mee verdisconteerd in zijn vonnis over de schuldvraag en de straftoemeting. Murray
trekt naar het EHRM omdat hij van oordeel is dat hij een zwijgrecht heeft dus hij mag dat
niet a charge gaan gebruiken. Het EHRM zegt dat hij een zwijgrecht heeft, MAAR wanneer
de bezwaren overweldigend zijn en het dossier veel bewijzen bevat, de rechter het
vermoeden van onschuld niet schendt indien hij uit het stilzwijgen ongunstige bewijzen
trekt.
● Cass. 3 oktober 2012: wanneer de bezwaren overweldigend zijn (=sterk dossier met tal
van aanwijzingen a charge), miskent de rechter het vermoeden van onschuld niet indien hij
uit het stilzwijgen of onbevredigende verklaringen ongunstige besluiten trekt (Bv: op plaats
van het misdrijf is een bivakmuts aangetroffen en uit DNA-onderzoek blijkt dat er
DNA-sporen op zijn van de beklaagde + deel van de buit bij hem thuis gevonden. Wanneer
er veel bewijs a charge is dan is dat geen schending van de bewijslast) → bevestigt het
arrest van het EHRM
Cass. 14 november 2012: resultaatsverbintenis die strafrechtelijk gesanctioneerd wordt, geen
schending van het vermoeden van onschuld indien volgende voorwaarden voldaan zijn:
● Recht van verdediging gevrijwaard wordt
● Vervolging het bestaan van de verplichting moet bewijzen en het feit dat het resultaat niet
werd bereikt
● Beklaagde rechtvaardigingsgronden aan de rechter kan voorleggen
1.2 Bewijsmiddelen
Vraag: hoe kan je iets bewijzen, met welke middelen? Wat zegt de RS over de keuze van de
bewijsmiddelen? Er is een vrije keuze van bewijsmiddelen om een misdrijf te bewijzen.
1.2.1 Vrij keuze van bewijsmiddelen
Principe: vrij bewijs want gaat altijd over feiten, de regel wordt getemperd door de regel van het
onrechtmatig verkregen bewijs → in wetboek van Sv. vindt men dus geen lijst met toegelaten
bewijsmiddelen
3
, ● (!) Uitzonderingen zijn mogelijk op grond van de wet of uitvoeringsbesluiten; ook algemene
rechtsbeginselen (Bv. afgedwongen bekentenissen)(=onrechtmatig bewijs)
Ratio: gaat altijd over het bewijs van feiten >< burgerlijk recht
Zelfs indien bepaalde technische middelen bestaan zijn andere bewijsmiddelen niet noodzakelijk
uitgesloten (Bv: cass. 28 november 2012: snelheid van een voertuig kan naast flitsers ook afgeleid
worden uit de aanwijzingen van een tachograaf = uitprint rij- en rusttijden en snelheid).
Ook eventueel door beklaagde te leveren tegenbewijs is in beginsel volkomen vrij (Bv. tegenbewijs
van de PV met bijzondere bewijswaarde op grond van artikel 62 wegverkeerswet (cass. 20 juni
2012)) → vaststellingen van verbalisanten hebben bewijswaarde tot bewijs van het tegendeel
● MAAR: loutere omstandigheid dat tegen de politieambtenaar klacht wordt ingediend is geen
tegenbewijs (Cass. 4 september 2012)
Het is van bijzonder groot belang dat de verbalisanten goed omschrijven en nauwkeurige materiële
vaststellingen doen. Soms gebeurt dat bijzonder slordig.
1.2.2 Onrechtmatig verkregen bewijs (!)
Wetenschap maakt dermate grote sprongen dat we vandaag dingen kunnen bewijzen die we 10/20
jaren geleden niet konden bewijzen (Bv. DNA-methode). We slagen er vandaag in om sommige
dingen op te lossen die we destijds niet konden.
a) Voorgeschiedenis onrechtmatig verkregen bewijs
Tot 2003: radicale en strenge uitsluitingsregel; bewijs moest in tal van omstandigheden
uitgesloten worden. Elke onwettigheid of onrechtmatigheid leidt automatisch tot uitsluiting; behalve
in 2 gevallen (zie relativeringsarresten hieronder).
Cass. 13 mei 1986: eerste formulering uitsluitingsregel ogv het principe dat als de burger de wet
moet respecteren de OH dat ook moet doen. De overheid mag geen voordeel halen uit een
wetsovertreding → uitsluitingsregel wordt heel streng toegepast
● Onwettigheid/onrechtmatigheid
● Met de materiële wet strijdige daad
● Strijdig met regelen van formeel strafprocesrecht en/of algemene rechtsbeginselen
Feiten: politie ondervraagt de verdachte in fiscaal strafzaak en zegt dat als hij bekent dat hij dan
niet voor de strafrechter moet verschijnen. De man doet dat, maar moet toch verschijnen om de
eenvoudige redenen dat de politie niets kan beloven enkel het OM kan dat. Voor de rechtbank pleit
4