Nette Loots Academiejaar 2021 -2022
Lessen Strafrecht 2021 - 2022
Prof. Filiep Deruyck
Les 1: Inleiding
Wat is recht?
- Leven in samenleving vraagt speciale ordening die wordt vastgelegd door regels =
recht
- Recht is maar recht wanneer het afdwingbaar is
-> = “Dit is het recht, geef mij mijn recht”
Afdwingbaar: sancties staan op de niet naleving van het recht
Sancties kunnen van verschillende aard zijn (bv. burgerlijk, administratief, tucht, …)
Strafsancties: haalt men van stal wanneer het belang dat de wetgever hecht aan het
rechtsgoed dat hij wenst te beschermen, wanneer dat belang dermate is dat hij vindt dat bij
het niet naleven van de rechtsregel die dat belang behartigt alleen maar afdoende kan
worden beteugelt door een strafsanctie (= is een straf)
Ultimum remedio of Ultimum ratio gehalte van strafrecht = als laatste middel dat men de niet
naleving van rechtsregel strafbaar moet stellen als alle andere middelen en sanctiesystemen
niet volstaan
Wat zijn die rechtsgoederen die door strafsancties moeten worden beschermd?
- Mens en zijn goederen
- Rechtsgoederen die behoren aan de mens (bv. gezond leefmilieu)
Drie kernbegrippen in strafrecht: misdrijf waarop straf staat; later krijgt ook term dader
meer aandacht
➔ Dader die misdrijf pleegt waarop een straf staat
Strafrecht definiëren:
- Omschrijven van wat niet mag, van wat strafbaar is, van waarop een strafsanctie
staat en bepalen van strafsanctie
= catalogus van verboden gedragingen en straffen die daarop staan
- Algemene regels van strafrecht die van toepassing zijn op alle daders die gelijk welk
misdrijf hebben gepleegd
Deze cursus: positief (= geldend) strafrecht van toepassing in België
(ander deel: wijsgerig strafrecht, bv. waarom en welke straffen?)
Absoluut strafrecht: u wordt gestraft omdat u iets heeft misdaan (= repressie)
Relatieve theorie: u wordt gestraft om verdere misdrijven te vermijden (=
preventie)
Uitzondering: opportuniteitsredenen = OM moet niet perse straffen als feiten
1
,Nette Loots Academiejaar 2021 -2022
bewezen zijn
Verjaring strafvordering of strafuitvoering (seksuele misdrijven op
minderjarigen = onverjaarbaar)
➔ Praktijk: mengeling van absoluut en relatief strafrecht
Drie kenmerken strafrecht (variëren in tijd en ruimte; verschillend van land of plaats &
evolueert in tijd bv. abortuswet):
1. Strafrecht is publiekrecht
Verticale rechtsverhouding tussen dader en gemeenschap
➔ Als je iets misdoet heeft de gemeenschap het recht om u te bestraffen
Gemeenschap kan recht overdragen aan staatsorgaan = Openbaar Ministerie
Privaatrechtelijke verhouding = horizontaal: verhouding tussen dader en slachtoffer
X Geen wezenskenmerk van Belgisch strafrecht
Niet van toepassing in België:
- Soms is er geen slachtoffer (vb. te snel rijden)
- Soms wel slachtoffers, maar niet identificeerbaar (vb. milieumisdrijven)
- In België kunnen rechtszaken ook gestart worden zonder slachtoffer: OM heeft
vervolgens prerogatief (= OM kan zelfs tegen wil van slachtoffer rechtszaak
starten; vb. huishoudelijk geweld)
Actiemogelijkheden slachtoffers in België: burgerlijke partij stellen en
schadevergoeding eisen (klacht met BP bij onderzoeksrechter of als slachtoffer
iemand dagvaarden voor correctionele rechtbank en veroordeling tot
schadevergoeding)
➔ Slachtoffer kan strafvordering instellen MAAR niet uitoefenen (= OM)
2. Strafrecht is legaal recht
Strafrecht is wettenrecht = iets is pas een misdrijf wanneer de wet het zegt
Legaliteit van incriminatie: de wet die mijn gedraging strafbaar stelt moet
voorafgaan aan mijn gedraging
-> Zelfde geldt voor straf: je kan iemand maar tot een straf veroordelen die bestond
op het ogenblik wanneer hij het misdrijf pleegde (je moet vooraf weten welke
maximumstraf je kan krijgen voor het plegen van de feiten)
“Geen straf zonder misdrijf” staat in grondwet
3. Strafrecht is sanctierecht (= bestraffen)
In publiek belang: in wens van gemeenschap
Met straf wil men dader leed toevoegen = toestand voor begaan van misdrijf is beter
dan toestand na uw straf (vb. vrijheidsberovende straf)
Drie basisbegrippen: Dader die misdrijf pleegt waarop een straf staat
- Misdrijf = de gedraging waarop de wet een straf stelt (boek 2 strafwetboek (1867) +
bijzondere strafwetten (na 1867))
Evolutie in vaststelling: vroeger positieve handeling en schade (vb. u steelt een
portemonnee: u doet handeling en wordt daarvoor gestraft)
Nu: ook meer onthoudingen (= ook bestraffing zonder handeling, vb. schuldig
verzuim)
OOK gevaarzettingsdelicten: nog geen schade, maar kans is groot op schade (vb. te
snel rijden)
- Strafwettelijke sancties = straffen met leedtoevoeging
2
,Nette Loots Academiejaar 2021 -2022
Evolutie: invoering van beveiligingsmaatregelen (vb. minderjarigen en
geesteszieken) + nieuwe straffen (ook werkstraffen, doel om dader te resocialiseren)
- Dader: pas later aandacht voor dader
➔ Straf moet worden afgemeten op persoonlijkheid van dader en niet alleen
volgens ernst van de feiten (vb. deel van straf met uitstel)
Nu: ook rechtspersonen kunnen aansprakelijk gesteld worden (vb. naamloze
vennootschap); rechtspersoon kan niet zelfstandig handelen (heeft geen hoofd en
handen om te handelen)
Onderscheid tussen formeel en materieel strafrecht:
- Formeel strafrecht = strafprocesrecht (voor volgend jaar)
- Materieel strafrecht: algemeen deel (= algemene regels die de bestraffing van dader
van misdrijven beheersen, vindt men in boek één van strafwetboek dat dateert van
1867) en bijzonder deel (= boek twee strafwetboek, die naast strafwetboek ontstaan
en een eigen onderdeel zijn geworden, bv. economisch strafrecht, …)
Strafrecht van gemeen recht = commune strafrecht, is eigenlijk het strafrecht dat geacht
wordt permanent en een zeer essentieel deel van het strafrecht te zijn.
(vind je terug in strafwetboek 1867 en complementaire deel)
-> geldt over het algemeen: over heel het grondgebied, gelijk wie het misdrijf pleegt
1867: strafwetboek tot stand gekomen na Belgische onafhankelijkheid, voordien gold Franse
code pénal (= Keizerrijk wetboek opgesteld door Napoleon Bonaparte in 1810)
- Belgisch nieuw strafwetboek ontworpen: Nijpels en Hauss, doordrongen van de
klassieke leer
- Klassieke leer: grondstuk van ons klassiek strafwetboek
Mens is een rationeel wezen die een wilsvrijheid heeft en kan kiezen
tussen goed en kwaad
Als iemand kiest voor kwaad, moet hij gestraft worden
Gedachtengang: mensen in gevangenschap kunnen we terug tot
rede brengen
-> Morele schuld: sommige mensen kunnen niet gestraft worden omdat zij geen
wilsvrijheid hebben, omdat zij geen rationele wezens zijn (bv. minderjarigen (tot 18
jaar) en geesteszieken)
Strafwetboek: boek 1 = algemene principes (99 artikelen + artikel 100)
boek 2 = misdrijven en strafrecht in bijzonder (bv. veiligheid van de
straat, terrorisme, overtredingen, …)
Drie soorten misdrijven:
- Overtredingen -> politierechtbank
- Wanbedrijven -> correctionele rechtbank
- Misdaden -> hof van assisen
3
,Nette Loots Academiejaar 2021 -2022
Complementaire wetten = wetten die in het strafwetboek hadden moeten staan, maar die
wetten waren gebaseerd op andere elementen dan de klassieke leer (= andere
denkrichtingen, zoals sociaal verweer tegen abnormalen)
Deze wetten hebben ze niet toegevoegd in het strafwetboek omdat ze niet onder de
klassieke leer vallen, waardoor ze een nieuw boek hebben gemaakt. Complementaire
wetten zijn complementair aan het strafwetboek -> beide delen maken één geheel uit =
strafrecht van gemeen recht
Bijzondere straffen (= buiten het strafwetboek): wetgevingen die niet beginnen als strafwet,
en op het einde van de wet staat “wie dat niet doet, wordt gestraft met”, wat het een wel een
strafwet maakt. Bijzondere wetten = tienduizenden
Artikel 100 = scharnier artikel van boek 1 naar boek 2
Artikel 100: “Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en
verordeningen, worden de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de
misdrijven die bij die wetten en verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van
hoofdstuk VII [...] en van artikel 85.”
-> regelt de toepasselijkheid van de principes van boek 1 van het strafwetboek op de
bijzondere straffen: ‘Alles van boek 1 is ook van toepassing op boek 2’
Drie uitzonderingen:
- Bijzondere strafwet mag afwijken van boek 1
- Geldt niet voor de bepalingen van hoofdstuk zeven (bepalingen strafbare
deelneming; niet alleen hoofddader kan worden gestraft, maar ook de helper) en
artikel 85 (bepaalt werking van verzachtende omstandigheden op wanbedrijven)
-> uitzondering op hoofdstuk zeven en artikel 85 achterhaald: elke bijzondere wet
eindigt met “wie deze wet niet naleeft, wordt gestraft met” en “op de bestraffing van
die misdrijven is boek één van het strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk zeven
en artikel 85, van toepassing.”
OOK MILITAIR STRAFWETBOEK: eigen set van regels, zijn van toepassing op militairen,
indien dit geen militairen zijn, valt deze onder wetboek 1.
Les 2: De strafwet
HOOFDSTUK I: DE STRAFWET
- Legaliteitsprincipe: strafrecht is een wettenrecht
- Openbare orde karakter van strafwet
- Interpretatie van strafwet
1. Legaliteitsprincipe: strafrecht is wettenrecht
4
, Nette Loots Academiejaar 2021 -2022
Art. 12 van Grondwet: Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt
Art. 14 van Grondwet: Geen straf kan worden opgelegd of ingevoerd dan krachtens de wet;
geen straf zonder wet
Art. 2 van Strafwetboek: Geen misdrijf kan worden bestraft door straffen die bij de wet niet
werden gesteld nog voor het misdrijf werd gepleegd
= Je kan geen misdrijf straffen met straffen die nog niet bestonden
op het moment dat het misdrijf werd gepleegd = legaliteit van
straf
Draagwijdte: legaliteitsprincipe vereist NIET dat elk misdrijf of elke straf door de wet wordt
bepaald, wel dan elk misdrijf of elke straf krachtens de wet wordt bepaald
- Dus wanneer de wet het toelaat dat een andere instantie dan de formele wetgever
dan het parlement misdrijven creëert en daar de straffen op bepaalt, dan kan dat ook
- Naast wetten van federaal parlement, er ook strafwet stellingen bestaan in decreten
of ordonnanties
Vreemd: Grondwet reserveert het incrimineren en het bepalen van de straf in art. 12
en art. 14 eigenlijk aan de wetgeving.
-> Art. 11, bijzondere wet van 1980, dat de decreetgever zich wel degelijk op het
terrein van het strafrecht mag begeven:
- De decreetgever mag het niet naleven van de bepalingen van zijn decreet
strafbaar stellen
- Hij mag ook de straf bepalen wanneer iemand de bepaling niet naleeft en dus
een misdrijf pleegt
- Bepalingen van boek 1 zijn van toepassing op de misdrijven en de
bestraffingen omschreven in die decreten, tenzij de decreetgever daar voor
bijzondere inbreuken van afwijkt
Dit betekent dat het mogelijk is dat de algemene principes van strafrecht
(zoals in deze cursus) dat die niet noodzakelijk uniform zijn over het hele
grondgebied (bv. Milieudecreet in het Vlaamse gedeelte kan afwijken, en
Waalse gedeelte zou dat niet doen) -> versnippering van de algemene
principes van het strafrecht mogelijk is
Tweede lid art. 11: Als dat bijzondere afwijking is - dus niet gelijk welke afwijking van
boek 1, maar als dat gaat over een nieuwe straf of een nieuwe strafbaarstelling
waarin in boek 1 van het strafwetboek niet voorziet - dan is het eensluidend advies
van de federale ministerraad vereist voor elke beraadslaging in de gemeenschap of
gewestregering over het voorontwerp van het decreet, dat zou voorzien in een
nieuwe straf of strafbaarstelling die niet voorzien is in boek 1 van het strafwetboek
Nieuwe strafbaarstelling = incriminatie, een gedraging strafbaar stellen (bv. je mag niet
stelen)
- Maar in art. 11 betekent dit iets anders = een geval van strafrechtelijke
verantwoordelijkstelling dat niet bestaat in boek 1 van het strafwetboek
(geesteszieken en minderjarigen)
- De decreetgever kan in zijn decreet de leeftijd verlagen om minderjarigen te straffen,
maar daarvoor heeft hij het eensluidend advies nodig van de federale ministerraad
- Of als decreetgever een nieuwe straf wil invoeren die boek 1 niet voorziet, dan moet
hij ook daarvoor een eensluidend advies hebben van de federale ministerraad dat
5