Inhoudstafels
1. Begripsomschrijving
1.1. Wat verstaan we onder de term ‘opvoeden’
1.1.i. Complementair en circulair
1.1.ii. Functioneel en intentioneel
1.2. Opvoeding als wetenschap
1.2.i. Het kind
1.2.ii. De opvoeder of ouder
1.2.ii.1. Persoonlijkheidskenmerken van de opvoeder
1.2.ii.2. De opvoedingsgeschiedenis van de opvoeder
1.2.iii. De opvoedingscontext
1.2.iii.1. Subsysteem- en gezinskenmerken
1.2.iii.1.1. Subsysteemkenmerken: Partnerrelatie en siblings
1.2.iii.1.2. De algemene gezinskenmerken
- De gezinsorganisatie
o Kluwengezinnen
o Los-zand gezinnen
- Gezinsstructuur
- Gezinsdynamiek
1.2.iii.2. De materiële en de sociale context waarin een gezin leeft
1.2.iii.2.1. Materiële mogelijkheden van een gezin
1.2.iii.2.2. Familiale omgeving
1.2.iii.2.3. Buurt en familiekring
1.2.iii.2.4. De omgeving
1.3. Opvoedingsmodellen
1.3.i. Bronfenbrenners ecologisch model
- Het microsysteem
- Het mesosysteem
- Het exosysteem
- Het macrosysteem
- Het chronosysteem
1.3.ii. Het procesmodel van Belsky
1.3.iii. Het balansmodel ban Bakker c.s.
- Draagkracht/beschermende factoren
- Draaglast/risicofactoren
2. De praktijk van het opvoeden: een kwestie van vraag en aanbod
2.1. Opvoeden: een kwestie van vraag en aanbod
2.2. De pedagogische vraag van het kind
2.2.i. Ontwikkelingstaken
2.2.ii. De basisnoden
- Affectie
- Structuur
- Sanctionering
1
,2.3. Het pedagogisch aanbod
2.3.i. Opvoedingstaken
- Baby’s
- Peuters en kleuters
- Lagereschoolkinderen
- Pubers
2.3.ii. Opvoedingsstijlen
2.3.ii.1. De autoritaire opvoedingsstijl
2.3.ii.2. De autoritatieve of democratische opvoedingsstijl
2.3.ii.3. De toegeeflijke of permissieve opvoedingsstijl
2.3.ii.4. De verwaarlozende opvoedingsstijl
2.4. Het samenleven tussen ouders en kind
2.4.i. De opvoedingsdomeinen
- Verzorgen
- Leren en werken
- Spel en ontspanning
- Sociale omgang
2.4.ii. Pedagogische klimaat
2.4.iii. Situatiehantering
2.4.iii.1. Ouderlijke vaardigheden
2.4.iii.1.1. Positieve, ouderlijke betrokkenheid
2.4.iii.1.2. Positieve bekrachtiging
2.4.iii.1.3. Disciplineren
2.4.iii.1.4. Monitoring
2.4.iii.1.5. Problemen oplossen
2.5. Wat is goed opvoeden
3. Opvoedingsproblemen: wanneer opvoeden niet meer
vanzelfsprekend is
3.1. Opvoeden in de hedendaagse maatschappij
3.1.i. Opvoeding als relationeel en sociaal proces
3.1.ii. Opvoeden in een snel veranderende maatschappij
3.1.ii.1. Democratisering
3.1.ii.2. Individualisering
3.1.ii.3. Mondialisering
3.1.ii.4. Consumentisme
3.1.ii.5. Flexibilisering van de levensloop
3.1.ii.6. Postadolescentie
3.1.ii.7. Multiculturaliteit
3.1.ii.8. Risicogroepen
3.2. Opvoedingsproblemen: begripsomschrijving
3.2.i. In verband met verzorgen
3.2.ii. In verband met leren en werken
3.2.iii. In verband met spel en ontspanning
2
,3.3. Opvoedingsproblemen: een continuüm van opvoedingsvragen tot
P.O.S. (V.O.S.)
3.3.i. Opvoedingsvragen
3.3.ii. Opvoedingsspanning
3.3.iii. Opvoedingscrisis
3.3.iv. Opvoedingsnood of problematische opvoedingssituatie (P.O.S./V.O.S.)
3.4. Opvoedingsproblemen: primair of secundair? Een indeling naar
oorsprong
3.4.i. Primaire opvoedingsproblemen
3.4.i.1. Onvoldoende pedagogisch inzicht
3.4.i.2. Onvoldoende pedagogische vaardigheden
3.4.i.3. Problemen in de ouder-kindrelatie
3.4.i.4. Discongruentie tussen de pedagogische vraag van het kind en het pedagogisch
aanbod van de ouders
3.4.ii. Secundaire opvoedingsproblemen
3.4.ii.1. Individuele ouderproblemen
3.4.ii.2. Gestoorde gezinsrelatiepatronen
3.4.ii.3. Contextuele problemen
3.4.ii.4. Een kind met een psychiatrische stoornis, een handicap of een chronische en
langdurige ziekte
3.4.ii.5. Combinatie
3.5. Opvoedingssteun
3.5.i. Van opvoedingsvoorlichting tot opvoedingshulp
3.5.i.1. Opvoedingsvoorlichting
3.5.i.2. Opvoedingsondersteuning
3.5.i.3. Hulpverlening
3.5.ii. Basisprincipes van de pedagogische hulpverlening
3.5.ii.1. Organisatorische voorwaarden
3.5.ii.1.1. Tijd
3.5.ii.1.2. Team
3.5.ii.1.3. Recente en wetenschappelijke literatuur
3.5.ii.1.4. Netwerk
3.5.ii.1.5. Welbevinden/werkomstandigheden hulpverlener
3.5.ii.2. Uitgangspunten van opvoedingsondersteuning
3.5.ii.2.1. Laagdrempelige hulp
3.5.ii.2.2. Vraaggericht werken
3.5.ii.2.3. Hulp op maat
3.5.ii.2.4. Empowerment-based care
3.5.ii.3. Deskundigheid van de hulpverlener
3.5.ii.3.1. Wetenschappelijke visie op opvoeden
3.5.ii.3.2. Kennis over kind ontwikkeling en problemen
3.5.ii.3.3. Inzicht in gezinsinteracties en opvoedingspatronen
3.5.ii.3.4. Kennis over ondersteunings- en hulpverleningsmogelijkheden/sociale kaart
3.5.ii.4. Professionele houding van de hulpverlener
3
, 3.5.ii.4.1. Onvoorwaardelijke acceptatie ouders
3.5.ii.4.2. Respect voor pedagogische aanpak en verantwoordelijkheid
3.5.ii.4.3. Respect voor ervaringsdeskundigheid
3.5.ii.4.4. Kritisch t.o.v. eigen handelen
4. Een ethisch-relationeel perspectief op opvoeding: de theorie van
Nagy
Inleiding
4.1. De contextuele benadering
4.2. De vier dimensies
4.2.i. De dimensie van de feiten
4.2.ii. De dimensie van de psychologie
4.2.iii. De dimensie van de interacties
4.2.iv. De dimensie van de relationele ethiek
4.3. Loyaliteiten
4.3.i. Existentiële en verworven loyaliteit
4.3.ii. Verticale en horizontale loyaliteit
4.3.iii. Loyaliteitsconflicten
4.3.iv. Gespleten loyaliteit
4.3.v. Onzichtbare loyaliteit
4.3.vi. Overbelaste loyaliteit
5. Verschillende gezinstypes
5.2. Scheiding
5.2.1. Inleiding
5.2.2. Type verblijfsregeling
5.2.3. Gevolgen van scheiding
5.2.3.1 Gevolgen voor ouders
5.2.3.2 Gevolgen voor kinderen
- Risicofactoren
- Beschermende factoren
- Leeftijd
- Piaget
Ernstige problemen na scheiding
Loyaliteitsconflict
- Ouderverstoting (PAS-syndroom)
- Parentificatie
5.2.4. Hoe het kind ondersteunen?
- Veerkracht
- Begrijpen waarom
- Rekening houden met het kind
- Zet het kind niet klem
- Loyaliteitsconflicten preventie
- Informatieve achtergrondinfo
5.3. Nieuw samengestelde gezinnen
5.3.1. Inleiding
4
,1. Begripsomschrijving
2 Prevalentie
3 Typologieën
- Het neotraditioneel samengesteld gezin
- Het matriarchale samengesteld gezin
- Het romantisch samengesteld gezin
4 Specifieke kenmerken
5 De ‘stief’-ouder
5.3.2. Een specifieke gezinsdynamiek
5.3.3. Andere afgrenzingsprocessen
1. Tussen de gezinnen van de biologische ouders
2. Tussen plusouder en kind
3. Tusse plusbroers- zussen
5.3.4. Gevolgen voor kinderen
- Loyaliteitsconflicten
- Risicofactoren
- Beschermende factoren
5.3.5. Hoe ondersteunen?
- Psycho-educatie
- Communicatie bevorderen en zo het gezin ondersteunen in de ontwikkeling van een nieuwe
gezinsidentiteit
5
, Samenvatting
H1 Begripsomschrijving
a. Definitie opvoeden
Versch tss hoe ouders denken dat ze opvoeden, hoe ze willen opvoeden en hoe ze effectief
opvoeden
(1) Functioneel (impliciete sturing) vs. (2) Intentioneel (expliciete sturing) opvoeden
1. Dagelijkse omgang, intuïtief en vanzelfsprekend, onbewust dingen meegeven, ze zijn als een
model voor hun kind = 80%
Dingen die je wil aanleren doe je zelf niet altijd goed, kinderen zien dat ook
2. Meer nadrukkelijke vorm, bewust gedrag/ontwikkeling van kind in bep. richting sturen = 20%
Bv. je weet dat straks … en … komen hoe ga je het aanpakken en ervoor zorgen dat er geen
ruzie ontstaat?
Waarden/normen meegeven bv. sociaal vaardig, ecologisch, emoties reguleren
(Percentages ku wijzigen door bv. moeilijk gedrag, niet vanzelfsprekende samenleving)
Opvoeden = een (1) complementair + (2) circulair proces
1. Opvoeder én kind dragen bij aan het proces, beide mee in rekening nemen/kanten bekijken
2. Continue wisselwerking tss ouder en kind, door elkaar beïnvloedt worden
a. Ouders beïnvloeden kind
- Bv. mismatch tss vraag en aanbod
- Aanbod dat je als ouder geeft zou goed zijn voor anderen, maar niet
voor dit kind, geen match
- Kind doet moeilijk wanneer het niet krijgt wat het nodig heeft ->
signalen
b. Kinderen kunnen ook beïnvloeden
- Bepalen mee de opvoeding
- Grenzen overschrijden of niet
- Stuurt onbewust het pedagogisch aanbod
- Bv. baby’s ontlokken heel wat gedrag -> als ouder gaan boven
hangen met hoog stemmetje -> baby lacht terug -> nog onnozeler
doen
Taal-sociaal-emotionele ontwikkeling sturen: reactie van kind
bekrachtigd opvoeder -> nog meer doen (moelijker bij s v Down:
leren/reageren trager -> minder bekrachtiging -> gedrag dooft uit)
De klik tss pedagogische noden van kind + handelen van de opvoeder bepaalt het verloop van het
opvoedingsproces
= interdependente (wederzijdse beïnvloeding) assymetrie (ouders hebben grotere impact op kind
dan andersom, maar zeker niet vergeten)
Transactioneel (niet naar opvoeding ku kijken zonder de twee kanten te ku zien)
Transactioneel kader – Sameroff
Opvoeden = multifactorieel
Versch beïnvloedende factoren:
- Interventies van
ouders
- Kind is actief
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisebartholomeeusen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.