Gedetailleerde en duidelijke samenvatting van het boek Jeugdrecht begrepen. Ik heb een 9,4 gehaald met deze samenvatting. Deze samenvatting is handig voor in jaar 1 en in jaar 3 Heel veel succes met leren!
Tabel met leeftijden uit Jeugdrecht begrepen, ISBN: 9789462903883
Tout pour ce livre (21)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Jeugdrecht
Tous les documents sur ce sujet (13)
Vendeur
S'abonner
as1999dr
Avis reçus
Aperçu du contenu
Jeugdrecht begrepen Hoofdstuk 6.4 & 11 t/m 17
Hoofdstuk 6 De rechtspositie van de jeugdige
6.4 DWANGOPNAME
Als opname noodzakelijk is, maar de patiënt blijft weigeren, kent de Wet Bopz (Wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen) twee procedures voor een dwangopname:
1. Inbewaringstelling
a. Crisissituatie, onmiddellijke opname noodzakelijk. Wordt opgelegd door de burgemeester
van de gemeente waar de patiënt zich bevindt.
2. Rechterlijke machtiging
a. Onmiddellijke opname niet nodig. Patiënt kan via een rechterlijke machtiging gedwongen
worden opgenomen. Over deze maatregel beslist de rechter.
- Tot 12 jaar: is toestemming van de ouders bepalend → dan dus vrijwillige opname na goedkeuring
ouders. Stemmen de ouders niet in, of zijn de ouders (die beiden het gezag uit oefenen) verdeeld, dan
is er wel een IBS of rechterlijke machtiging noodzakelijk voor de opname van hun kind.
- Vanaf 12 jaar: toestemming van ouders niet voldoende. Er is dan een inbewaringstelling of
rechterlijke machtiging nodig.
Vanaf 2020: Wet Bopz → Wet verplichte ggz & Wet zorg en dwang.
- Wet verplichte ggz: richt zich op gedwongen zorg als de patiënt door een psychische stoornis ernstig
nadeel voor zichzelf over anderen veroorzaakt en vrijwillige zorg niet voldoende is om dit nadeel af te
wenden.
Iedereen die meent dat verplichte zorg voor een persoon nodig is, kan dit melden bij de
gemeente.
Gemeente → melding onderzoeken → zorg nodig? → OVJ berichten → deze dient verzoek in
bij rechtbank voor afgeven zorgmachtiging → basis voor gedwongen zorg.
* Verschil Wet Bopz en Wet verplichte ggz:
a. De Wet verplichte ggz maakt gedwongen zorg buiten een instelling ook mogelijk.
b. De Wet verplichte ggz biedt meer randvoorwaarden voor betrokkenheid van de familie bij
verplichte zorg.
- Wet zorg en dwang: voorwaardelijke machtiging jongvolwassenen (verzocht door CIZ bij rechtbank):
Maakt gedwongen hulp mogelijk voor jongeren tussen 18 en 23 jaar. Gaat om jongeren met een
verstandelijk beperking al dan niet in combinatie met een psychische stoornis, die jeugdhulp hebben
(gehad) en van wie het gedrag, als gevolg van de beperking of de stoornis, leidt tot ernstig nadeel.
Kan het ernstig nadeel niet meer worden afgewend buiten een instelling, of houdt de
jongvolwassene zich niet aan de voorwaarden die in de machtiging staan, dan neemt de
instelling die in de machtiging wordt genoemd de jongere gedwongen op.
VM → max. 1 jaar geldig, kan telkens met 1 jaar verlengd tot 23 jaar.
Hoofdstuk 11 Inleiding strafrecht
11.2 PLAATS EN KARAKTER VAN HET STRAFRECHT
Strafrecht: stelt gedragingen strafbaar die de orde en veiligheid van onze samenleving bedreigen.
STRAF
Typerend voor strafrecht is dat er een straf staat op bepaalde gedragingen, zoals diefstal, moord etc.
De overheid controleert niet of iedereen zich wel aan de wet houdt. In het strafrecht is er een speciale
overheidsdienst, de politie, om strafbare feiten en verdachten op te sporen. Slaagt de politie hierin, dan beslist
de OVJ of er een rechtszaak komt, zodat de rechter uitspraak kan doen over de schuld of onschuld van de
verdachte. Acht de rechter de verdachte schuldig, dan legt hij hem (bijna altijd) een straf op.
OPSPOREN EN VERVOLGEN
In dit rechtsgebied, het strafrecht, worden de gedragingen strafbaar gesteld die inbreuk maken op de
rechtsorde, dit wil zeggen de rust en veiligheid van de samenleving. Het overtreden van regels gaat niet alleen
de dader en slachtoffer aan, maar iedereen in de samenleving. Vandaar dat de overheid binnen het strafrecht
de taak heeft om verdachten op te sporen en te vervolgen en dat op deze gedragingen straf is gesteld.
,11.3 MATERIEEL EN FORMEEL STRAFRECHT
MATERIEEL
Dit deel van het strafrecht beschrijft:
- de verboden gedragingen (zoals diefstal, vernieling en verkrachting).
- de straffen en maatregelen die aan veroordeelden kunnen worden opgelegd.
- een aantal algemene bepalingen die voor alle verboden gedragingen in het strafrecht gelden.
FORMEEL
Dit deel van het strafrecht beschrijft op welke manier strafbare feiten en verdachten mogen worden
opgespoord en wat er gebeurt met verdachten als de politie heb eenmaal gevonden heeft. Het formele
strafrecht bevat:
- de bevoegdheden van politie en justitie als er een strafbaar feit is gepleegd.
- de rechten van de verdachte en zijn raadsman.
- de gang van zaken tijdens het strafproces.
Kort: Het materieel strafrecht beschrijft welke gedragingen strafbaar zijn en het formeel strafrecht beschrijft op
welke manier het materieel strafrecht gehandhaafd wordt.
WETBOEKEN
Materieel strafrecht staat voornamelijk in het Wetboek van Strafrecht (Sr.).
- Andere wetten bevatten echter ook strafbepalingen. Deze wetten worden bijzondere wetten
genoemd, omdat ze een bepaald onderwerp (verkeer, drugs etc.) in het bijzonder regelen.
Formeel strafrecht staat voornamelijk in het Wetboek van Strafvordering (Sv.).
- Ook bijzondere wetten bevatten wel regels van formeel strafrecht → gaat dan vaak om ruimere
bevoegdheden voor politie en justitie om de strafbare feiten uit die bepaalde wetten op te sporen.
EVRM biedt de verdachte:
- Recht op een eerlijk proces.
- Recht op behandeling van zijn zaak binnen redelijke termijn.
- Onschuldig tot een onafhankelijke rechter de schuld heeft vastgesteld.
IVRK: Hierin worden de rechten van de jeugdige omschreven, ook van jeugdigen die vanwege een strafbaar feit
van hun vrijheid zijn beroofd. Gebiedt:
- Lidstaten om jeugdigen op een snelle en eerlijke wijze te berechten;
- hierbij rekening te houden met hun (jonge) leeftijd;
- en te zorgen dat de jeugd zo snel mogelijk weer op een verantwoorde wijze terug kan keren In de
samenleving.
11.4 LEGALITEITSBEGINSEL
‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijk strafbepaling.’ (Sr.)
Legaliteitsbeginsel: Dit beginsel betekent dat elke handeling van de overheid zijn grondslag moet vinden in de
wet. Is een garantie voor burgers dat de overheid op een zorgvuldige manier met het strafrecht omgaat. Bevat
3 belangrijke elementen:
1. Wet: een strafbepaling is alleen geldig als zij is opgenomen in een wet, dus in een overheidsregel die
algemene werking heeft.
Veel strafbepalingen zijn opgenomen in wetten en die afkomstig zijn van onze hoogste
wetgever (regering en parlement). Zijn ook strafbepalingen in wetten van lagere wetgevers
(regering, minister, provinciale staten en de gemeenteraad).
2. Niet achteraf: iemand kan alleen worden gestraft vanwege gedrag dat al strafbaar was op het moment
van de daad. Dader moet op het moment van de daad (kunnen) weten dat hij met zijn gedrag risico
loopt gestraft te worden.
3. Geen gewoonte: strafbaarstelling op basis van gewoonte is niet mogelijk, net als analogie → dat de
bekentenis van een stafbepaling wordt opgerekt, zodat er ook gedrag onder valt dat er eigenlijk niet
onder hoort, maar er wel sterk op lijkt.
LEGALITEITSBEGINSEL VAN ARTIKEL 1 SV.
‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien.’ (Sv.)
→ Het optreden van de overheid gedurende het hele strafproces is vastgesteld in de wet.
, - Regels van strafvordering mogen uitsluitend worden vastgelegd in een wet in formele zin, dit is een
wet afkomstig van de hoogste wetgever. Dus niet in lagere wetten, zoals provinciale of gemeentelijke
verordening.
11.5 JEUGDSTRAFRECHT
→ Beschrijft de speciale regels die gelden voor jeugdigen. Waaronder:
- Een eigen pakket aan straffen en maatregelen voor jeugdigen tussen 12 en 18 jaar (dat de rechter ook
van toepassing kan verklaren op jongvolwassenen tot 23 jaar).
- Deze straffen en maatregelen hebben vooral een opvoedkundig karakter.
- Het strafprocesrecht kent speciale regels voor het strafproces tegen minderjarigen → om de jeugdige
verdachte extra bescherming te bieden.
Hoofdstuk 12 Materieel strafrecht
12.1 INLEIDING
De onderdelen van het materieel stafrecht zijn op iedereen van toepassing, op meerder- en minderjarigen.
De straffen en maatregelen die de rechter kan opleggen aan een veroordeelde zijn wel verschillend.
12.2 WETBOEK VAN STRAFRECHT
→ bestaat uit drie boeken.
Boek 1:
- Overzicht van straffen en maatregelen die - De strafbare poging.
een rechter aan een veroordeelde kan - De deelnemingsvormen
opleggen. - Strafuitsluitingsgronden.
Boek 2: Misdrijven (strafbare gedragingen)
Boek 3: Overtredingen (strafbare gedragingen)
MISDRIJVEN EN OVERTREDINGEN
Misdrijven noemt men ook wel rechtsdelicten, omdat door een misdrijf de rechtsorde wordt geschonden.
- Berecht door de rechtbank.
Overtredingen noemt men ook wel wetsdelicten, zij hebben eerder een regelende, ordenende taak.
- Berecht door de kantonrechter.
Verschil tussen deze twee is van belang omdat de wet er verschillende gevolgen aan verbindt. Zo zijn poging en
medeplichtigheid bij een overtreding niet strafbaar en mogen politie en justitie op een verdachte van een
overtreding nauwelijks dwangmiddelen toepassen.
Dwangmiddel: middel door de wetgever in handen gegeven aan politie en justitie om de waarheid over een
strafbaar feit te achterhalen (verhoor, langer vasthouden voor onderzoek, doorzoeking woning etc.).
12.3 STRAFBEPALING
DELICTSOMSCHRIJVING, KWALIFICATIE EN SANCTIENORM
Stafbepaling bestaat uit een nauwkeurige omschrijving van het gedrag dat strafbaar is gesteld en de
maximumstraf die voor dit strafbare feit wordt genoemd.
Delictsomschrijving: beschrijving van het verboden gedrag (soms ook naam gegeven door wetgever bv. diefstal)
Kwalificatie: de naam van het delict.
Sanctienorm: de maximumstraf die kan worden opgelegd.
- Geldt alleen voor meerderjarige daders. Voor jeugdige veroordeelden gelden de stafmaxima in
verschillende strafbepalingen niet. De wetgever werkt voor hen met algemene strafmaxima, die voor
alle delicten gelden.
Iedere strafbepaling bevat een delictsomschrijving en een sanctienorm, de kwalificatie ontbreekt soms.
BESTANDDELEN
De delictsomschrijving is opgebouwd uit een aantal bestanddelen. Voorbeeld DO artikel 310 Sr:
- enig goed,
- dat geheel of ten delen aan een ander toebehoort.
- wegneemt,
- met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur as1999dr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.