Samenvatting de pasgeborene 1VV
VROEDKUNDIGE BEGELEIDING
3 Geboortebeleving
- Pasgeborene staat centraal
- Geboorte = traumatisch gebeuren
- Kind zit 9 maanden in veilig geborgen BM -> zachte omgeving word harde omgeving
(contracties) -> kind door hard donker kanaal wijde wereld in gestuurd
Baarmoeder (intra-uterien) is: Buitenwereld (extra-uterien) is:
- Zacht - Hard
- Warm - Koud
- Ritmisch - Niet ritmisch
- Gewichtsloos - Onderhevig aan zwaartekracht
- Terrein afbakenend - Oneindig
- Flexie-bevorderend - Grenzeloos
- Schokdemper - Gevaarlijk
- Geluidsdemper - Luidruchtig
- Licht-uitdovend - Verblindend
- Weerstand tegen infecties - Bron van infectie
4 Oriëntatie en definitie
4.1 De geboorte als crisis
- Geboorte = eerste belangrijke crisis in leven
Veilige intra-uteriene (veilig en warm) leven veranderd in onzeker, bedreigend extra-
uterien leven
- BM -> tijdens zwangerschap zorgende, dragende en zachte functie had
Veranderd tijdens partus in harde, afstotende en contracterende spier
- Ontstaan schril contrast tussen BM en buitenwereld
- Pasgeborene -> kan stress ondervinden
- Beleving pasgeborene BM:
Veilig
Thuis
Warm
Donker
Beschermd
Gevoed door placenta (geen honger of dorst)
Geluiden worden gedempt
- Waarom dreigende geboorte:
Alle prikkels komen overzacht door (licht, geluid)
4.2 De neonatale periode
4.2.1 Definitie
- Periode die aanvangt bij geboorte tot en met 28 e dag
Maw dag 0 tem dag 28
- Periode gaat gepaard met veranderingsprocessen die overgang van afhankelijke intra-
uteriene leven naar meer onafhankelijke extra-uteriene leven mogelijk maakt
1
,4.2.2 Oriëntering
- Eerste 15-30 minuten na geboorte -> periode waarin neonaat sterk reactief gedrag vertoont
Alert in deze fase; hartslag versneld, tonus verhoogd, huilt krachtig en maakt veel
plotse lichaamsbewegingen
- Daarna fase van aantal uur (30-120min) -> neonaat rustiger en minder alert
Spierspanning normaal en hart- en ademhalingsfrequentie nemen af
Uitwendige stimuli roepen minder reacties op
- Na 6u -> gedrag genormaliseerd en eerste aanpassing aan extra-uteriene leven voltooi
-
d
AANPASSINGSREACTIES (DESMOND, 1963)
- Reactie op nieuwe prikkels extra-uterien leven (koude, lucht, licht en geluid)
- Fysiologische veranderingen: wegvallen placentafunctie
- Werken organen neonaat:
Circulatie: overschakeling foetale circulatie naar volwassen circulatie
Longen: nemen functie van placenta over
Lever: begint te ontgiften, produceert gal, breekt bilirubine af, produceert vitamine K
afhankelijk stollingsfactoren en zet glucose om in glycogeen
Nieren: beginnen te ontgiften (neemt meer ruimte in beslag)
Beenmerg: maakt erytrocyten aan
Metabool: labiele glucose- en calciumstofwisseling (treed kortstondig op)
- Ontwikkeling van nieuw evenwicht gedurende eerste 4 weken:
Adaptie leid naar nieuw evenwicht = homeostase
Homeostase leid naar nieuw biologisch ritme = homeokinese
- Na 10 dagen:
Ademhaling en circulatie zijn zo goed als mogelijk aangepast aan extra-uterien leven
Lichaamstemperatuur minder onderhevig aan verandering
Goede functionering lever (fysiologische geelzucht is overwonnen)
Opname voeding op peil
Gewicht van bij geboorte opnieuw bereikt
Eerste dagen na geboorte verliest baby gewicht
Normale ontlasting
Navelstomp afgevallen en ingedroogd
5 Opvang neonaat
5.1 Factoren die de conditie van neonaat beïnvloeden
- Leeftijd moeder
Vanaf bepaalde leeftijd meer kans op aandoeningen (downsyndroom, prematuur)
2
, - Gewicht moeder (obesitas is evt voorteken van diabetes mellitus)
- Kliniek: bloedgroepantagonisme, hypertensie, epilepsie
- Infectieziekten (toxoplasmose, HIV, CMV, herpes, syfilis)
- Erfelijke ziekten (mucoviscidose, sikkelanemie)
- Medicatie tijdens zwangerschap:
Te vermijden: aspirine, slaapmiddelen, antibiotica, thalidomide
Nodig: insuline, anti-epileptica
Noodzaak: foliumzuur, ijzer, magnesiumsulfaat
- Drugsmisbruik
- Alcoholmisbruik
Kan leiden tot FAS -> volledig onomkeerbaar
- Roken
Calcificaties placenta, groei retardatie, vroegtijdig bevallen
- Stress
- Bestraling
- Meerlingen
Meer kans op vroeggeboorte, kleiner
- Traumata
Partnergeweld
- Vermoedelijke bevallingsdatum
Prematuur, over tijd
- Tijdstip van breken van vliezen
- Ligging van kind
- Aspecten van vruchtwater
- Verloop van arbeid
Langdurige arbeid, vorming caput, geen goede harttonen
- Aard van bevalling
- Verloop van bevalling
- Gewicht en uitzicht placenta
Calcificaties, klein en hard -> onvoldoende bloedvoorziening, zuurstof naar neonaat
5.2 Het voorkomen van warmteverlies
5.2.1 De fysiologie van thermoregulatie of warmteregulatie
- Thermoregulatie of warmteregulatie : onderhouden van evenwicht tussen warmteafgifte
enerzijds en warmteproductie anderzijds
- Warmteregeling: thermoregulatiecentrum in hersenen (hypothalamus = thermostaat)
- Centrale temperatuursensoren in hypothalamus krijgen informatie via thermoreceptoren
over:
Perifere- of schiltemperatuur (inwendig)
Centrale- of kerntemperatuur (uitwendig)
- Vergelijking met setpoint (= gewenste instelwaarde)
FYSISCHE THERMOREGULATIE
- Wat gebeurt er bij stijging van lichaamstemperatuur?
Vasodilatatie
Transpiratie
-> Warmteafgifte stijgt
- Wat gebeurt er bij daling van temperatuur?
3
, Vasoconstrictie
Vermindering zweetproductie
Gelijktijdig samentrekken strek- en buigspieren (rillen)
-> Warmteproductie stijgt
!! Dit zijn fysische processen, met spreekt van fysische warmteregulatie
CHEMISCHE THERMOREGULATIE
- Wat gebeurt er bij blijvende daling van temperatuur?
Opvoeren stofwisselingsprocessen
Verbranding bruin vetweefsel
-> warmteproductie stijgt
!! Dit zijn chemische processen, men spreekt van chemische warmteregulatie
VOORKOMEN VAN WARMTEVERLIES
- Intra-uterien: foetus volgt temperatuur moeder
- Extra-uterien: neonaat reguleert zelf temperatuur
À terme pasgeborene: na 1-2 dagen
Prematuur en dysmatuur: kan weken duren
WARMTEPRODUCTIE DOOR BASALE STOFWISSELINGSPROCESSEN
- Energie in lichaam komt vrij als warmte
- Hersenen en lever zorgen voor grootste deel warmteproductie
Complexere hoge activiteit
Grote organen
- Warmte komt vrij -> word afgevoerd naar rest lichaam
- Spieren: bij beweging komt warmte vrij -> afgevoerd naar rest lichaam
- Opgelet:
Brandstofverbruik neemt toe
Aanvoer brandstof noodzakelijk -> risico hypoglycaemie
WARMTEPRODUCTIE DOOR VERBRANDING VAN BRUIN VETWEEFSEL
- Bruine vetcellen aanwezig vanaf 26e-30e zwangerschapsweek
- Lokalisatie: tussen schouderbladen, rond (bij)nieren, oksels en mediastinum
- Activatie van verbranding -> gereguleerd door hormoon noradrenaline
- Bevat veel mitochondriën (‘chemische fabrieken’)
- Alle energie die vrijkomt bij verbranding = warmte -> word afgevoerd naar rest lichaam
- Voorwaarden:
Intact zenuwstelsel
Aanwezigheid van bruin vetweefsel
Aanwezigheid van voldoende zuurstof
- Non-shivering thermogenesis: afbraak van bruin vetweefsel met warmteproductie als gevolg
4