Wat je moet kennen en kunnen Belangrijke
opdrachten
ter herhaling
Je kunt het marktaandeel van de afzet en in procenten van de omzet 1..9 /
berekenen en het verschil in uitkomsten tussen die twee verklaren; 1..17 /
Je kunt het verschil beschrijven tussen variabele en constante kosten; 1.40
Je kunt de omzet berekenen (prijs x afzet)
Je kunt lijnen tekenen van TVK, TCK en TK en het verloop van die lijnen
verklaren;
Je kunt lijnen tekenen van GVK, GCK en GTK en het verloop van die lijnen
verklaren;
Je kunt met behulp van de verkoopprijs, de gemiddelde variabele kosten en
de totale constante kosten, de winst of het verlies berekenen bij elke
productiehoeveelheid;
Je kunt met behulp van kostengegevens en opbrengstengegevens de break-
even afzet en break-even omzet aflezen uit een grafiek.
Het marktaandeel is het procentuele aandeel van de afzet/omzet van een bedrijf
in de totale markt voor een bepaald product. In formule:
afzet bedrijf
Marktaandeel afzet= x 100 %
Totale afzet op de markt
omzet bedrijf
Marktaandeel omzet = x 100 %
Totale omzet op de markt
Voorbeeld:
Als er wereldwijd 2 miljard liter cola wordt verkocht, waarvan 800 miljoen liter van Pepsi dan is het
afzetmarktaandeel van Pepsi 40%. Om het omzetmarktaandeel te berekenen moet je de prijzen van
Pepsi en de prijzen van de andere merken op de Cola-markt kennen.
Als de prijs die een onderneming hanteert hoger is dan de gemiddelde prijs op de markt, dan zal het
marktaandeel in de omzet hoger zijn dan het marktaandeel in de afzet.
Bedrijven streven onder andere naar zo veel mogelijk winst.
De totale winst (TW) is het verschil tussen de totale opbrengsten (TO) en de
totale kosten (TK). In symbolen: TW = TO – TK
De totale opbrengst is hetzelfde als de omzet en is prijs × afzet. In symbolen:
TO = P × q
De totale kosten bestaan uit twee onderdelen: constante kosten en variabele
kosten.
De totale variabele kosten (TVK) zijn kosten die toenemen als er meer
wordt geproduceerd. Ze zijn afhankelijk van de productieomvang.
Voorbeelden zijn grondstoffen, energie en loonkosten van productiemedewerkers.
,Samenvatting Vragers & Aanbieders Rijkers
De totale constante kosten (TCK) zijn kosten die onafhankelijk zijn van
de productieomvang. Ze nemen niet toe door meer te produceren.
Bijvoorbeeld huurkosten, machinekosten en loonkosten van leidinggevend personeel.
De totale kosten kunnen worden berekend door de variabele en de constante
kosten bij elkaar op te tellen: TK = TVK + TCK.
De (totale) kosten per product worden berekend door de totale kosten te delen
door het aantal producten (q). We noemen de totale kosten per product
de gemiddelde totale kosten.
Gemiddelde totale kosten: GTK = TK/q
Gemiddelde variabele kosten: GVK = TVK/q
Gemiddelde constante kosten: GCK = TCK/q
en: GTK = GVK + GCK.
Het verloop van de totale kosten en de gemiddelde kosten kan ook grafisch
worden weergegeven. We gaan uit van TCK = 800.000 en GVK = 15. Dus TVK is
15 × q (q= de hoeveelheid producten).
Als bedrijven te weinig produceren worden de constante kosten niet geheel
terugverdiend. Pas vanaf een bepaalde productieomvang wordt er winst gemaakt.
In het omslagpunt is de winst precies nul. Wanneer TO en TK aan elkaar gelijk
zijn spreken we van een break-evenpunt (BEP). De TO-lijn en de TK-lijn
snijden elkaar dan. De bijbehorende afzet is de break-evenafzet (BEA) en de
bijbehorende omzet is de break-evenomzet (BEO).
, Samenvatting Vragers & Aanbieders Rijkers
De break-evenafzet kan worden bekeken in onderstaande grafiek.
De break-evenafzet is 1.000. Bij die hoeveelheid snijden TO en TK elkaar. De break-evenomzet (BEO)
is 50.000, zo kan je aflezen op de verticale as. Met behulp van de figuur valt af te leiden dat de prijs
(omzet/hoeveelheid) 50 is. De totale constante kosten bedragen 20.000. De gemiddelde variabele
kosten (GVK =TVK/aantal) bedragen 30.
Ondernemers streven naar maximale winst. De productieomvang waarbij die
winst maximaal is, vinden we met de marginale analyse. We kijken daarbij naar
de marginale opbrengst en de marginale kosten. De marginale
opbrengst (MO) is de extra opbrengst van een extra geproduceerd product.
De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten van een extra geproduceerd
product.
De marginale kosten (MK) zijn gelijk aan de toename van de variabele kosten,
omdat de constante kosten niet veranderen als de productie verandert. De
marginale kosten kunnen gelijk blijven (ieder extra product kost evenveel aan
variabele kosten als het vorige), maar kunnen ook dalen of stijgen.
Er zijn drie situaties mogelijk:
MO > MK → winst neemt toe
MO < MK → winst neemt af
MO = MK → winst maximaal
Voorbeeld:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Yohiero. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.