Politiek & Sociaal Beleid (PSB)
Les 1: Online les 09/02/2022
Deel Sociaal Beleid: Algemene Inleiding (Zie cursus H1)
Wat is sociaal beleid? Van buiten leren
‘Het optreden van de overheid met het oog op het behouden, scheppen of veranderen van
sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden van de burgers in functie van het
algemeen welzijn’ (Deleeck, 2003, p. 291).
‘de overheid’: dat is niet hetzelfde als ‘de politiek’. Er zijn ook meerdere overheden in ons
land. Wij hebben de federale, Vlaamse overheid, Antwerpse lokale bestuur, enz. Dus het
gaat om heel veel verschillende instanties. Dat maakt ook dat het sociaal beleid eigenlijk
meerdere laagjes vertoont. In elk geval is het overheidsoptreden: macroniveau (helemaal
vanboven). Wij worden daardoor beïnvloedt als sociaal werker. En niet zomaar alle
overheidsoptreden, maar dat overheidsoptreden dat in het teken staat van het behouden,
scheppen of veranderen, het implementeren, het waarborgen, het amenderen van allerlei
sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden van burgers en dat in functie van hun
algemeen welzijn of hun welvaart.
‘sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden’: welzijn en welvaart is niet allemaal
hetzelfde. Welvaart heeft een meer materieel karakter en welzijn heeft meer te maken met
een soort psychologische dimensie: met je goed voelen, je sociaal wel voelen. Daar waar het
gaat om welvaart, gaat het heel duidelijk om sociale bestaansvoorwaarden. Om te kunnen
leven heb je een huis, eten, kleding, … nodig. Maar ook om je te kunnen ontwikkelen heb je
vrienden, familie, netwerk, educatie nodig
Antwoord in de chat
Wat zijn sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden? Waarover moet je m.a.w.
beschikken om (sociaal) te kunnen bestaan, of om te kunnen ontwikkelen?
Huis en bed (bed-bad-brood) (= welvaart)
Sociaal contact: vrienden, netwerken, collega’s, … (om mezelf te kunnen
ontwikkelen (ontwikkelingsvoorwaarden))
Stroom, water en eten (fundamentele bestaansdimensies, om niet in absolute armoede
verzeild te geraken)
Bescherming (veiligheidsbehoeften, één van onze sociale grondrechten: recht op
bescherming bepalen onze welvaart)
Vrije tijd (belangrijke ontwikkelingsvoorwaarden cultuur, maatschappelijke ontplooiing,
verbinding)
Leerplicht, vrijheid van religie, activering tot de arbeidsmarkt
Analyse van de definitie:
1
,1. Een macroaangelegenheid, maar niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van de overheid
2. Géén sociale politiek, wel een sociale wetenschap met een interdisciplinair en prescriptief
karakter…
sociaal beleid is geen sociale politiek. Alles wat te maken heeft met politiek heeft te
maken met macht, irrationaliteit, achterban, eigen belangen, ideologieën, enz.
Sociaal beleid is een sociale wetenschap en is m.a.w. rationeel, heeft zelfs een
interdisciplinair karakter. Sociaal beleid vertrekt vanuit inzichten van economie, sociologie,
politiek en schud daar is goed mee, en zo krijg je sociaal beleid.
Sociaal beleid heeft ook een prescriptief karakter. In die zin dat het eigenlijk voorschrijft
hoe je bepaalde sociale problemen moet oplossen: om cultuur toegankelijker te maken, om
de werkloosheidscijfers te verminderen, ….
3. Doel = sociale bestaans- en ontwikkelingsvoorwaarden van mensen beïnvloeden
(verhogen, wijzigen, veranderen, garanderen…)
4. Welzijn versus welvaart? (zie vorige pagina)
5. Relatief karakter van sociaal beleid (naar tijd / plaats / context) (zie verder)
‘plaats’: Al naargelang de regio zit je met andere types van sociaal beleid.
‘tijd’: Het sociaal beleid van vroeger was vooral een armoedebeleid, daar waar vandaag
sociaal beleid een veel functionelerig, geordend, gespecialiseerd beleid betekent op heel
veel verschillende niveaus: Vlaams, Waals, Federaal, … t.a.v. heel veel verschillende
doelgroepen (al naargelang wiens welzijn of wiens welvaarder in het geding is).
Wat is de welvaartsstaat? Het ‘wat’ van de welvaartsstaat: wat is de welvaartsstaat?
Waarvoor staat die precies? Wat bedoelen we daarmee? En wat zijn daar een aantal
typische karakteristieken van? = Examenvraag
‘... De samenlevingsvorm van geïndustrialiseerde en postgeïndustrialiseerde
markteconomieën waarin burgerlijke, politieke en sociale grondrechten van de burger, met
het oog op zijn materiële welvaart en de bevordering van zijn kansen tot ontplooiing, binnen
een wettelijk kader, effectief (dat wil zeggen door de inzet van beleidsinstrumenten en –
technieken) worden gewaarborgd. De welvaartsstaat is een eigen type van
welvaartsverdeling en een eigen type van beleid en besluitvorming daarrond” (Cantillon,
2016, p. 91).
Analyse van de definitie (Cantillon, 2016, p. 95-112):
1. Landen met een hoog welvaartspeil / levensstandaard (in BBP/c)... (rijke typische
westerse landen)
BBP: Bruto Binnenlands Product per hoofd of per capita Dat is de som van al wat dat
die mensen samen realiseren. Economisch gezien door te werken, kopen, consumeren,
verkopen, enz. door economisch bezig te zijn.
2. Samenspel van overheid en vrije markt: een gemengde of de sociale markteconomie
(Keynesianisme)... (= typisch aan onze welvaartsstaat)
2
,3. Gerichtheid op de effectieve vrijwaring (‘borging’) van sociale en economische
grondrechten...
4. Niet staats karakter, zowel m.b.t. besluitvorming als m.b.t. uitvoering van sociaal beleid...
(Dat is een zaak van werkgevers en werknemers, middenveldorganisaties,
gehandicaptenorganisaties, enz. iedereen op zijn eigen terrein samen met de
overheid, democratie die zich bezig houden met de uitvoering van het sociaal beleid. Bv.
mutualiteit, vakbond, VAPH, cultuurraad, CLB, …)
5. Democratisch aangestuurd, althans in het westen (parlement en sociaal beleid als
emanatie van de volkswil)... Bv. Singapore (is niet bepaald een democratisch regime,
maar is wel een echte welvaartsstaat.)
6. Gefundeerd op een ideologische mix van liberale, socialistische en christendemocratische
elementen...
Typisch ‘liberaal’ aan onze welvaartsstaat is bv. het idee van vrij ondernemen, een vrije
keuze van ziekenfonds, vakbond Het principe dat sociaal werk soms ook te koop is en dat
welwillende mensen mogen ondernemen en een buurthuis kunnen opzetten, enz. = liberaal
vrij initiatief.
‘Socialistisch’ is heel duidelijk wat zijn de typische socialistische principes van bv.
gelijkheid van kansen, kameraadschappelijkheid, broederlijkheid, solidariteit (onze
walvaarsstaat zit er vol van, bv. als je kijkt naar het idee van gelijke kansen in het
onderwijsbeleid, gelijke toegankelijkheid van cultuur)
‘christendemocratische elementen’: ideeën van naastenliefde, zorg dragen voor elkaar
(voor mekaar zorgen). Ook die dingen vind je in het ziekenhuiswezen, hulpverleningssector,
het werken met ouderen, zieken, vluchtelingen, enz.
7. Meer-lagig: Europees, nationaal, regionaal (Vlaams, lokaal) sociaal beleid
Grondrechten?
• Zie art. 23, GW, 1994 (Cantillon, 2016, p. 98). Het wetsartikel omvat onder meer recht op:
- onderwijs
- een behoorlijk inkomen
- huisvesting (gewaarborgd door het sociaal woningbeleid)
- cultuur (en maatschappelijke ontplooiing)
- arbeid (vrije keuze, billijke voorwaarden)
- gezondheid (gerealiseerd door het installeren van een goede, betaalbare, toegankelijke
gezondheidszorg)
- culturele ontwikkeling
• Hoe worden deze effectief gewaarborgd?
Inkomensgarantie, bv. recht op een leefloon als we over ontoereikende bestaansmiddelen
beschikken, recht op werkloosheidsuitkering, ziekte-uitkering (bv. getroffen door corona),
enz.
- een behoorlijk inkomen: door o.a. leefloon
3
, - huisvesting: sociale woningen kopen/huren
- gezondheidszorg: o.a. door sociale zekerheid via het RIZIV, mutualiteit
- cultuur en culturele ontwikkeling: sociale tarieven (andere inschrijvingsprijs in dko
(deeltijds kunstonderwijs) voor verschillende inkomens, zelfde in musea.), jeugddiensten,
cultuurdiensten (bv. bib). Het gaat dus niet enkel om subsidies, maar ook om
bereikbaarheid, laagdrempeligheid, enz. (door een paar diensten in de buurt te hebben,
en niet enkel 1)
• Kritiek: grondrechten worden tegenwoordig steeds meer geconditionaliseerd of voorwerp
van voor-wat-hoort-wat (vb. afkicken, Nederlands leren, werken, vrijwilligerswerk
aanvaarden… om recht op een leefloon te doen gelden) geen rechten zonder plichten
Waarom een welvaartsstaat ? (Bijlsma & Janssen, 2008, p. 22-25)
• Verzorgingsstaat is (zoals sociaal werk) uiteindelijk een zaak van welbegrepen
eigenbelang (De Swaan in: Zorg en de Staat, 1989)
• Cf. lessen beroepsgeschiedenis / HAP
• Vb. onderwijs, werk, gezondheidszorg, cultuur voor iedereen borgen in functie van een
sterke bevolking, de economie, de volksgezondheid, behoud van ons sociaal stelsel!
De functies van de welvaartsstaat (Bijlsma & Janssen, 2008, p. 26-27)
• Verzorgen (vb. zieken, ouderen, mensen met een handicap …)
• Verzekeren (cf. sociale zekerheid, … bv. kanker, inkomensverlies door corona, …)
• Verheffen (vb. inburgering, onderwijs, vorming, participatie, activering…) emancipatie,
empowerment
• Verbinden (vb. buurt- en opbouwwerk, integratie, …)
• Verdelen (herverdelen, vb. tussen arm en rijk, ziek en gezond, (i.f.v.) gelijke kansen)
Kritiek: vandaag klemtoon op verheffen, verbinden en activeren… eerder dan verzorgen en
herverdelen? (Cantillon, 2016, p. 146)
4