Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Voortgezette Statistiek en Methoden van Onderzoek (GZW3024) €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Voortgezette Statistiek en Methoden van Onderzoek (GZW3024)

 52 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Een duidelijke samenvatting van alle stof die is behandeld tijdens het statistiekblok

Aperçu 4 sur 91  pages

  • 28 juin 2022
  • 91
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
GZW3024 – Voorgezette Statistiek en Methoden van Onderzoek

Basisbegrippen ........................................................................................................................................ 2

Week 1..................................................................................................................................................... 4
1.1 Prevalentie .................................................................................................................................... 4
1.2 Incidentie ....................................................................................................................................... 5
1.3 Studie Designs .............................................................................................................................. 6
1.4 Relatief Risico (RR) ....................................................................................................................... 9
1.5 Odds Ratio (OR) ......................................................................................................................... 10
1.6 Enkelvoudige Lineaire Regressie................................................................................................ 12
1.7 Meervoudige Lineaire Regressie ................................................................................................ 16
1.8 Bias, Confounding en Effect Modificatie ..................................................................................... 21

Week 2................................................................................................................................................... 29
2.1 Logistische regressie .................................................................................................................. 29

Week 3................................................................................................................................................... 33
3.1 Marginal models .......................................................................................................................... 33
3.2 Experimentele studies ................................................................................................................. 38

Week 4................................................................................................................................................... 44
4.1 Validiteit ....................................................................................................................................... 45
4.2 Betrouwbaarheid ......................................................................................................................... 49
4.3 Responsiviteit .............................................................................................................................. 52
4.4 Interpreteerbaarheid .................................................................................................................... 53

Week 5................................................................................................................................................... 54
5.1 Betrouwbaarheid – Interne consistentie + Spearman-Brown ..................................................... 54
5.2 Validiteit ....................................................................................................................................... 63

Week 6................................................................................................................................................... 64
6.1 Causality en Causal Inference .................................................................................................... 64
6.2 Power Analyse en Sample Size berekening ............................................................................... 71

Week 7................................................................................................................................................... 79
7.1 Systematic reviews en meta-analyse .......................................................................................... 79
7.2 Ontwerpen van Epidemiologisch onderzoek ............................................................................... 83

Extra ...................................................................................................................................................... 88




1

,Basisbegrippen
Correlatie
- Twee factoren hangen samen
- Wanneer je meer van één ziet, zie je ook meer (of juist minder) van de ander
- Pearson correlatie
o Wordt weergegeven als R (𝜌 in populatie)
R=1 Perfecte positieve correlatie
R = 0.7 – 1.0 Sterke positieve correlatie
R = 0.4 – 0.7 Gemiddelde positieve correlatie
R = 0.1 – 0.4 Zwakke positieve correlatie
R = -0.1 – 0.1 Geen lineaire relatie
R = -1 Perfecte negatieve correlatie

- Spearman (rank) correlatie
o Als variabelen geen lineaire relatie hebben, kun
je de Pearson correlatie niet berekenen. Als
alternatief kun je dan de Spearman (rank)
correlatie berekenen.
o Deze correlatie zet alle X-waarden op een rij van
laag naar hoog en doet hetzelfde met de Y-
waarden
o Als hoge X-waarden samengaan met hoge Y-
waarden, krijg je een sterke positieve Spearman
correlatie

Causaal verband
- A is de oorzaak voor het optreden van B
- Dit is iets anders dan correlatie

Verschillende populaties:
- Totale populatie: Hierin doe je je onderzoek
- Doelpopulatie (target population): Bevat alle mensen waardoor je onderzoek
moet gelden
o Mannen in Nederland die at risk zijn voor prostaatkanker
- Bronpopulatie (sampling frame): Alle mensen die in je onderzoekspopulatie
terecht zouden kunnen komen
o Alle mannen die geen prostaatkanker hebben of hebben gehad die op
zaterdag boodschappen doen bij de Albert Heijn
- Steekproef (sample): Alle participanten van je onderzoek
o Je toetst altijd met steekproefgegevens

We gebruiken Griekse tekens als het gaat over de populatie, en ‘gewone’ (Latijnse)
letters als het gaat over steekproeven:




2

, Voluit Populatie (Grieks) Voluit Steekproef
Gemiddelde 𝜇 (mu) Steekproefgemiddelde 𝑋̅
Proportie 𝜋 (pie) Proportie uit de p
steekproef
Standaarddeviatie 𝜎 (sigma) Standaarddeviatie van S
de steekproef
Populatievariatie 𝜎2 Steekproefvariatie S2
Correlatie 𝜌 (rho) Correlatie in een r
steekproef

Hypothesen:
- Nulhypothese: Gaat ervanuit dat er geen effect aanwezig is
- Alternatieve hypothese: Gaat ervanuit dat er wel een effect is
- In een hypothese staan altijd populatiegegevens → Je weet de waarden in je
steekproef al, en wil met behulp van je steekproef iets zeggen over de
populatie

Eenzijdig of tweezijdig toetsen:
- Hierbij gaat het om de richting van de alternatieve hypothese
- Tweezijdige toetsen → Zit er een verschil in de intelligentie tussen
Geneeskunde studenten en Gezondheidswetenschappen studenten
o Je gebruikt een tweezijdige toets, omdat je van te voren niet weet wie
slimmer gaat zijn
o H0: 𝜇 1 = 𝜇 2 (er is geen verschil in intelligentie)
o H1: 𝜇 1 ≠ 𝜇 2 (er is wel een verschil in intelligentie)
o “Toets of er een verschil is”
- Eenzijdige toets → Zijn mannen groter dan vrouwen?
o Je hebt genoeg reden om aan te nemen dat dit zo is, dus gebruik je
een eenzijdige toets
o H0: 𝜇 1 ≤ 𝜇 2 (mannen zijn niet groter/even groot/kleiner dan vrouwen)
o H1: 𝜇 1 > 𝜇 2 (mannen zijn groter dan vrouwen)
o “Toets of mannen groter zijn dan vrouwen”

Typen onderzoek:
- Beschrijvend onderzoek
o Je beschrijft simpelweg wat er gebeurt
o Kan geen oorzaak-gevolg relatie onderscheiden, maar slechts een
correlatie aantonen
- Analytisch onderzoek
o Een poging om uit te zoeken hoé de relatie in elkaar zit (causatie)

Een resultaat is significant wanneer het dermate sterk is dat we niet langer geloven
dat het door toeval veroorzaakt kan zijn.
- Significantieniveau: De grens tussen significant en niet-significant
o Aangegeven met 𝛼
- P-waarde: De kans dat je deze waarde of een nog extremere waarde vindt, er
vanuit gaande dat de nulhypothese klopt
o Ligt tussen de 0 en 1
o P < Significantieniveau → Nulhypothese verwerpen
o Hoe kleiner je significantieniveau, hoe kleiner de kans dat je de
nulhypothese ten onrechte verwerpt


3

, Methodologie:
- Meetniveaus
o Categorisch → Geen numerieke waarden, je kan niet rekenen ermee
▪ Nominaal: Geen rangorde
▪ Ordinaal: Wel een rangorde, maar ‘twee’ betekent niet dat iets
dubbel zo hoog is als ‘een’
▪ Twee vormen:
• Dichotoom (binair): Ze kunnen twee waarden hebben
• Polychotoom: Er zijn meer dan twee
uitkomstmogelijkheden
o Kwantitatief → Numerieke waarde waarmee je kan rekenen
▪ Interval: Er is verschil tussen de waarden, maar er is geen
nulpunt
▪ Ratio: Er is verschil tussen de waarden inclusief een nulpunt
▪ Twee vormen:
• Discreet: Je kan alleen hele getallen als uitkomst hebben
• Continu: Je kunt ook waarden hebben die tussen hele
getallen vallen
- Centrummaten
o Gemiddelde
𝑆𝑜𝑚 𝑣𝑎𝑛 𝑎𝑙𝑙𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒𝑛
▪ 𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 = 𝐻𝑒𝑡 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒𝑛
▪ Heel gevoelig voor outliers (extreme waarden in je dataset)
o Mediaan: Middelste waarde van een reeks getallen
▪ Heb je een even aantal? Neem dan het gemiddelde van de
middelste twee waarden
o Modus: Waarde die het vaakste voorkomt in de dataset
- Spreidingsmaten
o Range: Het verschil tussen de grootste en de kleinste waarde in je
dataset
o Variantie: Een maat voor hoeveel de waarden van elkaar verschillen
o Standaarddeviatie: De wortel van de variantie, waardoor deze
makkelijker te interpreteren is
▪ Hoe groter de standaarddeviatie, hoe groter de spreiding van de
data

Normaalverdeling: Geeft aan hoe veel variabelen in de natuur voorkomen
- Is symmetrisch
- Mediaan = Modus = Gemiddelde


Week 1
1.1 Prevalentie

Zegt iets over hoeveel mensen een bepaalde ziekte hebben op een bepaald
moment/gedurende een bepaalde periode. Er bestaan verschillende vormen:




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur veerle028. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter