SAMENVATTING
BEDRIJFSFISCALITEIT
Rymenans Sarah
Universiteit Antwerpen
2021-2022
,Inhoud
DEEL I: ALGEMEEN..................................................................................................................................2
1. BELANG VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL....................................................................................2
1.1 belastingen in de maatschappij................................................................................................2
1.2 belastingen in het bedrijfsleven................................................................................................3
2. BEGRIPPEN EN BEGINSELEN...........................................................................................................4
2.1 begrippen.................................................................................................................................4
2.2 beginselen.................................................................................................................................6
DEEL II: PERSONENBELASTING..............................................................................................................11
1.3 professionaliseringsregel.......................................................................................................13
2. WINSTEN.......................................................................................................................................13
2.1 wie is een zelfstandige............................................................................................................13
2.2 belastbare inkomsten.............................................................................................................14
2.3 beroepskosten........................................................................................................................16
2.4 voorafbetalingen.....................................................................................................................18
2.5 berekening van de belasting...................................................................................................18
2.6 belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland.....................................................19
DEEL III: VENNOOTSCHAPBELASTING...................................................................................................19
1. ALGEMEEN....................................................................................................................................19
2. ROERENDE INKOMSTEN................................................................................................................20
2.1 intresten.................................................................................................................................20
2.2 dividenden..............................................................................................................................20
2.3 tarief van dividenden en intresten..........................................................................................22
3. VENNOOTSCHAPSBELASTING.......................................................................................................23
3.1 wie onderworpen Belgische vennootschapsbelasting............................................................23
3.2 grondslag van belasting..........................................................................................................24
4. WINSTEN.......................................................................................................................................25
4.1 analoog personenbelasting.....................................................................................................25
4.2 vrijstelling van meerwaarden op aandelen.............................................................................25
4.3 Abnormaal of goedgunstige voordelen...................................................................................26
5. ROERENDE INKOMSTEN................................................................................................................27
5.1 definitief belaste inkomsten aftrek.........................................................................................27
5.2 innovatieaftrek.......................................................................................................................29
5.3 voorafbetalingen.....................................................................................................................31
5.4 berekening van de belasting...................................................................................................32
1
, 5.5 belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland.....................................................32
DEEL I: ALGEMEEN
1. BELANG VAN HET OPLEIDINGSONDERDEEL
1.1 belastingen in de maatschappij
Belastingen vervullen 3 verschillende functies in de maatschappij
2
,1) financiële functie
= totale ontvangsten van de staatsbelastingen.
De overheid heeft financiering nodig om haar taken te kunnen bekostigen.
Deze opbrengsten bleven doorheen de jaren gestaag stijgen. Enkel in 2019 en 2020 namen deze af,
dit kwam door de coronapandemie.
Dit komt doordat de taken die de overheid vervult uitbreiden en ze dus meer middelen nodig
hebben.
De belastingdruk in België is hoog in vergelijking met andere landen. In Denemarken bedraagt deze
66%, in Frankrijk 45% en in België 42% van het BNP. Hiermee staat België op een 3 e plaats. In andere
landen zoals bijvoorbeeld de VS is deze lager, maar dit land heeft dan ook een kleiner sociaal
vangnet.
Inkomsten uit arbeid worden in België zeer zwaar belast. Met 51% van de bezoldiging staan we op
een 1ste plek wereldwijd. Men probeert deze wel naar omlaag te halen, maar het is moeilijk hierover
een politiek akkoord te vinden.
Als je inkomen uit arbeid minder wil belasten, moet de overheid ergens anders meer belastingen
innen. Bijvoorbeeld uit consumptie, vermogen, vervuiling (groene belasting),… Dit noemt men de
taks shift. België heeft op dit moment geen belasting op vermogen.
2) economische functie
=stimuleren/ ontraden van gedragingen. (instrumentalisme)
Bv. ontradende belastingen: accijnzen op tabak, want roken is ongezond en bijgevolg zullen ze ook
gebruik maken van de gezondheidszorg.
Bv. stimulerende belastingen: investeren van ondernemingen, want bevorderd de economie. Zij
krijgen dan ook fiscale voordelen (bv. inkomsten uit innovatie)
De vennootschapsbelasting is belangrijk voor het instrumentalisme, maar brengt minder op dan
bijvoorbeeld de personenbelasting voor de overheid.
3) sociale functie
= herverdeling in functie van draagkrachtbeginsel.
Middelen herverdelen om de sociale ongelijkheid recht te trekken. Dit doet de overheid door middel
van progressieve personenbelasting. Als je meer verdient, beland je in een hogere schijf en dien je
vervolgens ook meer belasting te betalen. (0%-50%)
De sociale ongelijkheid in een land wordt weergegeven door de gini-coëfficiënt. Bij het vergelijken
van deze coëfficiënt voor en na het innen van de belastingen, zien we een grote correctie. Dit wijst
erop dat het mechanisme van progressieve belastingen goed werkt.
1.2 belastingen in het bedrijfsleven
Belastingen zijn een kost voor de ondernemingen. Ze gaan deze bijgevolg dus proberen zo veel
mogelijk te reduceren door middel van fiscale planning. Om vervolgens de effective tax rate te
bekomen. Dit is de belastingdruk die de onderneming ervaart.
Dit doen ondernemingen door de winst te berekenen, en vervolgens de belastingen die daarop
geheven worden. Dit verschilt van land tot land. Daarbij moet er ook rekening gehouden worden met
het verschil tussen de nominale belastingdruk en de effectieve belastingdruk.
- Nominale belastingdruk= zoals het in de wet staat bv. 25% in België
3
, - Effectieve belastingdruk= rekening houdende met fiscale cadeaus bv. gedeeltelijke vrijstelling
van het betalen van belastingen op de winst
Het is de bedoeling van een onderneming om de effective tax rate zo laag mogelijk te maken. Dit kan
aan de hand van 2 verschillende technieken:
- Activiteiten concentreren in een land met een lage belastingdruk
- Activiteiten concentreren in een land met fiscale cadeaus
Vroeger waren de multinationals agressiever in het nastreven van een zo laag mogelijke effective tax
rate Omwille van het risico op reputatieschade is men verschoven van een fiscale optimalisatie en
planning (instrumentalisme) naar compliance/reputatierisico, strategische beslissingen, ethiek,
sociale aspecten.
Er werden onderzoeken gedaan gevoed door journalisten naar hoeveel en waar multinationals
belastingen betaalden. Hieruit zijn enkele schandalen naar boven gekomen. Er zijn ook
straatprotesten tegen geweest bv. Starbucks (Verenigd Koninkrijk).
- Luxembourgs leaks: geheime afspraken met Luxemburgse belastingen:
een hoofdkantoor in Luxemburg vestigen, in ruil voor een laag belastingpercentage
- Panama papers: brievenbusvennootschappen gehackt
Verschillende overheden hebben omwille hiervan nieuwe regels en antimisbruikbepalingen
ingevoerd. Maar er is geen verandering. Multinationals rapporteren nog steeds hun
boekhoudkundige winsten in fiscaal interessante landen bv. Luxemburg, Ierland, Nederland,…
Er wordt gesproken om een wereldwijd minimum belastingtarief van 15% in te voeren. Dit om taks
planning tegen te gaan. Echter is dit nog niet gelukt omdat fiscaliteit een nationale bevoegdheid is.
Een land zoals Ierland heeft er bijvoorbeeld baat bij dit akkoord af te slaan om zo extra investeringen
te blijven aantrekken omwille van hun lage belastingdruk.
De taks functie binnen het bedrijfsleven is verschoven van de accountant/bedrijfsfiscalist naar de
raad van bestuur/ CFO. Dit omwille van het toegenomen risico op reputatieschade, het is minder
geïsoleerd, er is meer controle en druk die uitgevoerd wordt door de externe stakeholders.
De belastingen van een onderneming kunnen zich zowel op de:
- resultatenrekening bevinden (6-rekening) dan is het een kost voor de onderneming. Bv.
onroerende voorheffing, vennootschapsbelasting, voorafbetalingen, roerende voorheffing, …
- balans bevinden (1 of 4-rekeing) dan is het geen kost voor de onderneming. De onderneming
int van de werknemer/klant en moet dit doorstorten aan de overheid. Bv. bedrijfsvoorheffing
voordelen van de onderneming als doorgeefluik:
- BTW (belasting op toegevoegde waarde): betaald aan onderneming, doorgestort aan de
fiscus. De overheid moet de belastingen niet zelf innen.
- Bedrijfsvoorheffing: voorschot op personenbelasting van de werknemers van de
onderneming betalen aan de fiscus. De overheid heeft sneller financiële middelen.
2. BEGRIPPEN EN BEGINSELEN
2.1 begrippen
1) belasting
4
,- dwingend karakter (verplicht)
- financieel doel (opbrengsten worden gebruikt voor overheidstaken)
- afwezigheid van rechtstreekse en individuele tegenprestatie (of je nu gebruik maakt van de
overheidsuitgaven of niet, je bent verplicht ze te betalen. Alle inkomsten uit belasting worden
verzameld in 1 grote “pot” en nadien verdeeld over de uitgaven.)
Andere heffingen:
- Vergoedingsretributies
vb. bij het inschrijven van een auto ben je verplicht een vergoeding te betalen. Het is niet
verplicht indien je geen auto hebt. En er is een individuele tegenprestatie (administratie).
- Sociale zekerheidsbijdragen
werknemer en werkgever betalen op bezoldiging. Deze inkomsten voor de overheid worden
enkel gebruikt voor de kosten van de sociale zekerheid te dekken en niet voor alle andere
overheidsuitgaven. Deze belanden dus niet in de grote “pot”.
2) belasting heffende instanties
- federale belastingen: federale staat
bv. vennootschapsbelasting, personenbelasting
- regionale belastingen: gewesten
bv. onroerende voorheffing, milieu, opcentiemen (extra belasting op) personenbelasting,…
- lokale belastingen: provincies en gemeenten
bv. drijfkracht, horeca,…
Deze nemen steeds toe in aantal, met als gevolg dat ondernemingen klagen.
Het is niet goed geregeld in België en er worden vaak dubbel belastingen geïnd. Enkel mogen
gewesten geen belastingen heffen die de federale staat reeds int. In andere landen is dit wel goed
geregeld.
3) ruling
Dienst voorafgaande beslissingen/ruling over hoe de wet wordt toegepast op een bijzondere situatie
of verrichting die nog geen uitwerking heeft gehad.
Het is een aparte dienst onder de minister van financiën (valt naast de belastingdienst). Deze is
opgericht om belastingplichtigen te helpen want de regels zijn soms zeer complex en technisch en
bijgevolg moeilijk om te begrijpen dit creëert onzekerheid (negatief voor investeringen).
Je kan naar de dienst ruling stappen voordat je aan je investering begint en je plan voorleggen. Zij
bekijken het dossier en nemen op basis daarvan een beslissing. De belastingdienst is verplicht naar
deze beslissing te luisteren. Dit geeft zekerheid en zorgt voor een toename van de investeringen.
Procedure: schriftelijke, gemotiveerde aanvraag; kopie buitenlandse ruling aanvragen; economische
substantie in België; 3 maanden; anonieme publicatie.
De anonieme publicatie is handig, want dan kan men controleren of er reeds gelijkaardige
beslissingen zijn genomen.
Er is daarnaast ook een informele vergadering mogelijk omdat je bij een aanvraag veel gevoelige
informatie moet delen. Iedereen kan een aanvraag indienen op Vlaams en op Federaal niveau.
5
,2.2 beginselen
Indien je onrechtvaardig behandelt wordt gaan de beginselen je helpen.
- Wet grondwettelijk hof
- Belastingambtenaar gewone rechtbanken
1) legitimiteitsbeginsel
basisregel: geen belastingen, indien geen representatie in het parlement.
De belastingen die je moet betalen, moeten in de wet staan. Het is in principe een inbreuk van je
vrijheid. Tegenover het feit dat de staat belastingen mag innen staat dat wij er onze zeg in moeten
mogen hebben (doormiddel van de volksvertegenwoordigers die wij hebben verkozen in het
parlement).
Het is belangrijk dat we vertegenwoordigd zijn in het parlement, en dat het parlement en niet de
koning de beslissingen omtrent belastingen maakt.
In België zijn er 3 parlementen en dus ook 3 niveaus die belastingen kunnen innen.
Dit heeft meerdere malen aanleiding gegeven tot revoluties:
- Amerikaanse revolutie
Britten belasten suiker in Amerika, maar Britse kolonisten werden niet gerepresenteerd in
het parlement. Dit leidde tot de Amerikaanse onafhankelijkheid
- België
Noordelijke Nederlanden moesten minder belastingen betalen dan de Zuidelijke
Nederlanden onder Willem I. Dit leidde tot de onafhankelijkheid van België
Dit beginsel geldt ook voor belastingaftrek. Zowel belastingen als verminderingen van belastingen
worden ingevoerd door de wet. Dat wil zeggen door een democratisch verkozen orgaan:
- kamer van volksvertegenwoordigers (wet)
- parlement (decreet)
- provincieraden en gemeenteraden (beslissing van de raad)
We stemmen dus onrechtstreeks mee in de belastingen en in het parlement zitten verschillende
mening en dus is iedereen gerepresenteerd (maar wel lobbygroepen).
Bv. financiële steun onthaalouders zonder belastingen
mag de minister van financiën niet beslissen.
2) gelijkheidsbeginsel
Opgedeeld in 3 richtsnoeren:
1. gelijke situaties moeten gelijk behandelt worden
bv. effectentaks: bepaalde bellegingsproducten op effectenrekening wel belast anderen niet
grondwettelijk hof belasting vernietigd
2. verschillende situaties moeten verschillend behandelt worden
bv. progressiviteit van belastingen: hoe hoger je inkomen hoe een hogere schuif van
belastingen je moet betalen, fiscaal voordeel innovatie
3. afwijking moet gebaseerd zijn op een objectief criterium dat pertinent is in het licht van de
bedoeling van de wetgever en moet proportioneel zijn. Geeft weer wanneer we in situatie 1
6
, of 2 zitten.
bv. patent
3) niet-retroactiviteitbeginsel
Het parlement mag alleen een nieuwe belasting invoeren of een belasting verhogen voor in de
toekomst en niet voor in het verleden. Dit is belangrijk voor het rechtszekerheidsbeginsel.
De wetgever kan afwijken onontbeerlijk voor doel van algemeen belang:
- technische fout in de wet
- misbruik van de wet
in het geval van inkomensbelasting wordt het retro-activiteitbeginsel niet geschonden zolang we
binnen het kalenderjaar blijven (is verschillend in andere landen).
Absoluut verbod voor retroactiviteit van strafwetten ook fiscale strafwetten. Hiervoor gelden de
uitzonderingen niet.
Bv. collectieve beleggingsfondsen wet vernietigd
4) non bis in idem
= niet 2 keer hetzelfde
Er bestaat geen algemeen verbod op dubbele belasting. Dit is een probleem in België want er zijn 3
niveaus die belastingen kunnen innen. Ze hebben allemaal autonome belastingbevoegdheid.
Weinig tot geen regeling in België;
Gemeenschappen en Gewesten mogen geen materies belasten die de federale staat al belast.
Bv. Vlaanderen energieheffing
grondwettelijk hof: federale overheid heft reeds belastingen op energie vernietigd
5) rechtszekerheidsbeginsel
Recht moet voorzienbaar en toegankelijk (duidelijk) zijn. Een bedrijf moet met andere woorden op
voorhand weten wat zijn belastingkost zal zijn.
Een belastingplichtige moet kunnen vertrouwen op vaste gedragslijn van de belastingadministratie
(=vertrouwensbeginsel)
Bv. bedrijf past reeds jaren een fiscaal voordeel toe en de belastingadministratie keurt het goed.
Maar wijzigt plots mening en zegt dat het in strijd is met de wet.
legaliteitsbeginsel in strijd met rechtszekerheidsbeginsel
welk beginsel voorrang krijgt wordt besloten door een rechter, in België wordt over het algemeen
voorrang gegeven aan het legaliteitsbeginsel. Maar in andere landen is dit vooral het
rechtszekerheidsbeginsel.
België moet rekening houden met wat de Europese rechters zeggen en evolueert dus ook meer en
meer naar het rechtszekerheidsbeginsel.
3. BELASTINGONTDUIKING EN BELASTINGONTWIJKING
3.1 belastingontduiking, -ontwijking, -fraude en fiscale planning
Legaliteitsprincipe= principe dat alles vrij is van belasting, keuze van de minst belaste weg.
7
,1) belastingontwijking
Gedrag waardoor de belastingplichtige buiten de wettelijke toepassing voorwaarde van de
belastingen valt. Dit is legitiem, je organiseert je zo dat je zo weinig mogelijk belastingen moet
betalen.
Bv. geen verbruik zwaar belaste verbruiksgoederen (tabak)
Woonplaats in Zwitserland
2) belastingontduiking
Inbreuk op de fiscale wet, dus niet legitiem. Maar zonder opzet minder belastingen betaald,
vergissing. Hierop staan boetes maar geen gevangenisstraf
Bv. te snel afschrijven, waardoor afschrijvingskost te hoog is
3) belastingfraude
Inbreuk op de fiscale wet, dus niet legitiem, en opzettelijk onttrekken aan de belasting. Dit is een
misdrijf en hier staan zelfs gevangenisstraffen op.
Bv. zwarte inkomsten
Omgang met fiscale fraude;
In België liggen de cijfers zeer hoog; oplossingen
- straffen verhogen
- systeem fiscale regularisatie
bv. zwart geld geërfd van familie (op rekening in het buitenland), je krijgt dit onmogelijk op
een Belgische bankrekening want de banken hebben een meldingsplicht. Dit kan je gaan
opbiechten en laten regulariseren, je betaald dan eenmalig een boete, nadien wordt het
omgezet in wit geld.
4) fiscale planning
dit gebeurd volledig in overeenstemming met de wet. Belastingontwijking dat bedrijven toepassen.
Heeft een negatieve naam gekregen omwille van de journalistiek (moreel verantwoord?), maar deze
maken echter vaak het verschil niet tussen fiscale planning en fiscale fraude.
= gebruik maken van verschillen of voordeel halen uit techniciteiten die in de wet staan.
foefelstructuren
Bv.
Niet rechtstreeks in een onderneming investeren maar via een Luxemburgse vennootschap. Een stuk
via hybride financiering (= iets tussen eigen en vreemd vermogen) : winstdelende lening, en een stuk
kapitaal.
De winstdelende lening wordt in België aanzien als vreemd vermogen, schuld en dus een
(intrest)kost. Bijgevolg is deze aftrekbaar en wordt er in de plaats van 100 euro slechts 50 euro
belast.
8
, Normaal zou deze intrestkost dan in Luxemburg belast worden. Maar daar kwalificeren ze de
winstdelende lening anders; namelijk als kapitaal. De vergoeding van kapitaal is dividend en daar
dienen geen belastingen op betaald te worden.
- Dividenden: niet aftrekbaar, niet belastbaar
- Intrest: aftrekbaar belastbaar
Het zijn dus communicerende vaten, ze zijn neutraal.
Maar omdat er een mismatch is tussen de Belgische en de Luxemburgse wetgeving kan men door
deze structuren op te zetten het aftrekken en er vervolgens geen belastingen op betalen. Met als
gevolg dat men maar 50% van de initiële belastingen betaald.
Op deze fiscale planning is al maatschappelijk protest geweest.
Er zijn wetenschappelijke onderzoeken gebeurd naar hoeveel inkomsten aan belastingen men
misloopt omwille van agressieve belastingplanning, dit is zeer veel. Ook naar welke landen deze
structuren faciliteren: Luxemburg, Nederland, België, Ierland, Cyprus, Hongarije en Malta. Zo
verschuiven multinationals ongeveer 40% van hun winsten naar laag belaste landen. Dit gebeurd ook
bij banken (14% van hun winsten verschoven).
Agressieve taks planning is duurder dan fiscale fraude en dus wil men er iets aan doen. Men gaat de
wet aanpassen zodanig dat de opgezette structuren onmogelijk zijn. Dit neemt het
onrechtvaardigheidsaspect weg dat taks planning met zich meebrengt (sommigen betalen
belastingen, anderen ontwijken ze). Men doet dit op 3 niveaus: nationaal, internationaal en
Europees.
1. Belgisch niveau
De keuze van de minst belaste weg is toegelaten maar,
Initiatieven van de Belgische wetgever: algemene antimisbruikbepaling (ruim toepassingsgebied)
3 voorwaarden:
- Fiscaal misbruik: in strijd met het doel van de wetgever
- Tegenbewijs: tenzij de opgezette structuur nog andere redenen heeft dan fiscale voordelen
moet aangetoond worden
Bv. onderdeel internationale groep met dezelfde structuur in elk land (geldig)
- Niet tegenstelbaarheid: belasting alsof fiscaal misbruik er niet was
Voorbeeld: onderneming verkoopt een van zijn gebouwen
Men kan dit doen op 2 manieren:
- Asset deal: gewoon het gebouw verkopen
25% vennootschapsbelasting (boekhoudkundige winst, inclusief meerwaarde wordt
belast)
10% registratierecht betalen (verkooprecht)
= grote kost voor een onderneming
- Share deal: verkoop van aandelen
gebeurd in 2 stappen:
1) vennootschap A splitsen (jaarrekening uit elkaar trekken + procedure) alle activa gaan naar
vennootschap B en het te verkopen gebouw gaat naar vennootschap C
2) verkoop van de aandelen van vennootschap C
9