Voorbereiding
A. 1. De hypothalamus en de hypofyse. De Leydig cellen en de Sertoli cellen.
2. De hypothalamus produceert gonadotropin-releasing hormone (GnRH). Dit
hormoon stimuleert de hypofyse tot aanmaak van LH en FSH. De Leydig
cellen produceren onder invloed van LH androgenen. De Sertoli cellen
produceren onder invloed van FSH inhibine. Beide cellen kunnen ook
oestrogeen produceren na aromatie.
3. De hersenen, spieren, botten, huid, beenmerg en de geslachtsorganen.
Inhibines negatieve terugkoppeling hypofyse. Testosteron zorgt voor productie
spermacellen.
B. 1. De hypothalamus en de hypofyse. De Theca cellen en de Granulosa
cellen.
2. De hypothalamus produceert gonadotropin-releasing hormone (GnRH). Dit
hormoon stimuleert de hypofyse tot aanmaak van LH en FSH. De Theca
cellen produceren onder invloed van LH androgenen en progestines. De
Granulosa cellen produceren onder invloed van FSH inhibines, activines,
progestines en oestrogeen.
3. De eierstokken en de baarmoeder. Bij de eierstokcyclus is er een folliculaire
fase (FSH en LH), het vormen van de follikel. Bij de baarmoedercyclus is er
menstruatie en een proliferatieve fase. Bij de eierstokcyclus is er een luteale
fase, het vormen van het gele lichaam (progesteron en oestradiol). Bij de
baarmoedercyclus is er een stimulatie van de baarmoederslijmvlies om
secretoire klieren te ontwikkelen.
C. De GnRH neuronen in de
hypothalamus worden gestimuleerd
om GnRH aan te maken door
signalen als bijvoorbeeld
geslachtshormonen en leptine. Deze
GnRH zorgt ervoor dat de hypofyse
FSH en LH afgeeft. FSH bindt aan de
FSH receptor op de Sertoli cellen en
er worden verschillende soorten
eiwitten geproduceerd, waar onder
andere inhibine. Inhibine zorgt voor
een negatieve feedback met de
hypofyse. Daardoor wordt er minder
FSH afgegeven. LH zorgt in de
Leydig cellen voor de aanmaak van
testosteron. Deze testosteron kan
diffunderen naar de Sertoli cellen en
daar kan met behulp van het enzym
5-alfa-reductase testosteron worden
omgezet naar dihydrotestosteron.
Oestradiol gaat samen met DHT en testosteron weer het bloedbaan in en
doordat er veel van deze hormonen aanwezig zijn, remt het de productie en
afgifte van GnRH.
,We beginnen hier met
een oöcyt en dat wordt
een uiteindelijk een
follikel tijdens de
folliculaire fase. Aan het
einde van de folliculaire
fase stijgt de oestradiol
concentraties. Dit
gebeurt bij een minimum
van 2 dagen. Normaal
gesproken heeft een
hoge concentratie een
negatieve feedback met
de hypofyse-
hypothalamus, maar
door de grote
hoeveelheid afgifte van
oestradiol (geel), zorgt
dit ervoor dat het wordt
omgeklapt en het wordt een positieve feedback. Deze positieve feedback zorgt voor
de productie van grote hoeveelheden LH (rood). Deze hoge concentratie van
oestradiol zorgt ook voor de afgifte van progesteron in de late folliculaire fase en
heeft ook een positieve feedback response en dit zorgt ook voor de verhoogde LH
afgifte. Dan vindt de eisprong plaats en wat overblijft is het gele lichaam dat
progesteron (blauw) produceert en ook oestradiol in bepaalde mate. Dit is de luteale
fase. Beide hormonen hebben een negatieve feedback op de hypothalamus-
hypofyse en remmen de afgifte van GnRH (en dus LH en FSH). Dit zorgt ervoor dat
folliculogenese geremd wordt. Het gele lichaam wordt afgebroken als deze niet
bevrucht wordt.
Vragen
Opdracht 1
a) Dat niet een continue afgifte van GnRH aanwezig is (desensitisatie), maar dat
er een grote hoeveelheid van GnRH afgegeven wordt met een bepaalde
frequentie. Dit zorgt voor een afgifte van LH en FSH.
b) GnRH wordt gevormd na het knippen van de signaalpeptide, de drie
aminozuren en de GnRH-associated protein.
c) LH en FSH.
d) De cellen in de open cirkels waren al voor behandeld met GnRH en de cellen
in de gesloten cirkels hadden dat niet en er is dus te zien dat de cellen in de
gesloten cirkels eerst een piek oplevert, dus een hoge concentratie Ca2+ in
het cytosol, en daarna weer daalt. Maar bij de cellen in de open cirkels is er
een kleine piek en dan daalt het weer. Dit is desensitisatie van de GnRH
receptor.
e) Een hoge concentratie van GnRH zorgt ervoor dat de GnRH receptoren
continue blootgesteld worden aan GnRH en dat zorgt voor veel internalisatie
, van deze receptoren wanneer deze een GnRH aan zich gebonden heeft. Dat
leidt tot minder GnRH receptoren en tot desensitisatie.
f) De GnRH receptoren worden ongevoelig. Leidt tot minder afgifte van LH en
FSH.
g) LH zorgt ervoor dat de Leydig cellen testosteron produceren. De
prostaatkankercellen groeien dus onder invloed van onder andere testosteron
en als er weinig van testosteron aanwezig is, dan kunnen de
prostaatkankercellen minder snel groeien. Dit kan gerealiseerd worden door
de concentratie GnRH laag te houden. Of door een heel hoge concentratie
GnRH te geven en ervoor te zorgen dat er weinig GnRH receptoren aanwezig
zijn en zo ongevoelig worden, waardoor ze weinig LH en FSH kunnen
uitscheiden. Maar hierdoor wordt er wel veel testosteron gemaakt, maar deze
hebben weer een negatieve feedback op secretie van GnRH en LH.
Opdracht 2
a) Leydig in het bindweefsel tussen de verschillende lobben in de testis en Sertoli
in het epitheel van de zaadbuisjes. Interstitiële cellen zijn Leydig cellen.
b) Testosteron en de voorloper is cholesterol.
c) ABP (androgen-binding protein) zorgt ervoor dat de lokale testosteron
concentraties hoog blijven. P-450 aromatase zorgt voor de omzetting van
testosteron naar oestradiol. Groeifactoren zorgen voor de stijging van het
aantal spermatogonia, spermatocyten en spermatiden in de testes. Inhibines
zorgen voor een negatieve feedback van de FSH secretie.
Opdracht 3
a) Ja, het is een klein molecuul. Lipofiel, kan makkelijk door celmembraan.
b) De voorloper van een androgene steroïde hormoon wordt met behulp van een
enzym omgezet tot testosteron en dat kan weer worden omgezet in
dihydrotestosteron (DHT). De androgene receptor in het cytoplasma
dissocieert van HSP (chaperone complex) en verplaatst zich naar de nucleus
waarmee die een dimerisatie aangaat met een tweede androgene receptor.
Deze dimeer kan DHT aan zich binden en dan kan transcriptie plaatsvinden.
c) Een lagere Kd waarde zorgt voor een lagere waarde van de Gibbs vrije
energie en dat betekent een sterkere binding tussen AR en hormoon, dus een
hogere affiniteit. ΔG = RTlnKd. 50% receptoren gebonden, Kd.
d) Het enzym 5-alfa-reductase.
, e) Groei spieren, groei prostaat, spermaproductie, productie rode bloedcellen,
haargroei en zware stem. Productie spermacellen.
f) Deze lichaamsvreemde anabole steroïde vervangen de lichaamseigen
steroïden als het ware. Door de hoge concentraties aan steroïden in het bloed
zorgt dit voor de remming van GnRH en LH en dus de remming van de eigen
productie van de steroïden. LH en FSH zijn ook nodig.
Opdracht 4
a) Follikel Stimulerend Hormoon en Luteïniserend
Hormoon. De Theca cellen produceren onder invloed
van LH androgenen en progestines. LH zorgt voor
ovulatie. De Granulosa cellen produceren onder
invloed van FSH inhibines, activines, progestines en
oestrogeen. FSH zorgt voor folliculogenese.
b) Inhibines die de FSH afgifte remmen en activines die
de FSH afgifte stimuleren.
c) Door de oestradiolconcentratie zorgt dit voor een negatieve feedback op zowel
hypothalamus en hypofyse en dat betekent een verminderde afgifte van GnRH
en LH.
d) Doordat de concentraties voor een langere tijd hoog blijven, zorgt dat ervoor
dat de hypothalamus-hypofyse de gevoeligheid omkeert van oestrogenen. De
hypofyse wordt gevoeliger voor GnRH. De negatieve feedback klapt om in een
positieve feedback en zorgt voor een verhoogde afgifte van LH. Dit gebeurt
aan het einde van de folliculaire fase, voordat de eisprong plaatsvindt.
e) Door de hoge concentraties van oestrogeen vindt de eisprong plaats en deze
hoge concentratie zorgt voor de productie van progesteron in de late
folliculaire fase en heeft ook positieve feedback response.
f) Na de ovulatie ontstaat er een geel lichaam. Dit corpus luteum maakt veel
progesteron aan. Ook maakt het oestradiol aan (en inhibine). Beide hormonen
hebben een negatieve feedback op de hypothalamus-hypofyse en remmen de
afgifte van GnRH (en dus LH en FSH). Dit zorgt ervoor dat folliculogenese
geremd wordt. Het gele lichaam wordt afgebroken, wanneer deze niet
bevrucht wordt.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MLSstudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.