Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige begrippenlijst van het boek De Samenleving kennismaking met de sociologie €6,19   Ajouter au panier

Autre

Volledige begrippenlijst van het boek De Samenleving kennismaking met de sociologie

 28 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige begrippenlijst van het boek De Samenleving kennismaking met de sociologie 14e editie. Ik heb hiermee een 7,8 gehaald. De opleiding Sociaal Werk op het HBO.

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 23 juin 2022
  • 41
  • 2021/2022
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
BEGRIPPEN SOCIOLOGIE

H1


Sociologie =
Het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving. Laat ons zien dat onze positie in de samenleving
zeer veel invloed heeft op de ervaringen die we in ons leven opdoen.


Sociologisch perspectief / sociologische visie =
De kern van sociologie bestaat uit een geheel van eigen gezichtspunt. Dit noemen we de sociologische visie of
het sociologische perspectief


Het algemeen in het bijzondere zien (in het bekende het ongewone gaan zien) =
Zo werd het sociologisch perspectief jaren geleden omschreven. Hiermee werd bedoeld dat de sociologie ons
helpt om in het gedrag van bepaalde mensen algemene patronen te ontdekken.


Sociale integratie =
Belangrijk bij het maken van persoonlijke handelingen en keuzes. Mensen met sterke sociale banden zullen
minder snel tot zelfdoding overgaan dan meer individualistische mensen.


Marginaliteit =
Het zich bevinden op de grens van twee groepen of samenlevingen met verschillende (sub)culturen. Hoe groter
de marginaliteit van een individu, hoe beter hij of zij in staat is om het sociologisch perspectief te hanteren.


Sociologische verbeeldingskracht =
Het ontwikkelen van een kwaliteit van geest om de complexiteit en uitdagingen in het leven te begrijpen en te
verklaren. Mensen die hier gebruik van maken krijgen een beter inzicht in het functioneren van de samenleving
en de wijze waarop deze hun leven beïnvloedt.


Mondiaal / globaal perspectief (mondiale visie) =
Het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin inneemt. Veel
academische disciplines hanteren deze door de nieuwe informatietechnologie die de verste uithoeken van de
wereld dichterbij heeft gebracht. De positie die onze samenleving in de wereld inneemt beïnvloed alle leden
van onze samenleving.


Hoge-inkomenslanden =
Landen met de hoogste algemene levensstandaard. Zij hebben geluk dat ze in een rijk gedeelte van de wereld
zijn geboren


Middeninkomenslanden =
Landen met een levensstandaard die we als we de wereld in zijn geheel bekijken, gemiddeld kunnen noemen.
In de meeste middeninkomenslanden bestaat sociale ongelijkheid: sommige mensen zijn extreem rijk, de
meeste mensen leven onder slechtere omstandigheden.

,Lage-inkomenslanden =
Landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm zijn. Sommige zijn rijk, de meeste zijn
heel erg arm.


Auguste Comte =
Heeft in 1883 de term sociologie geïntroduceerd om het denken over de samenleving te kunnen beschrijven.


Theologische fase =
De eerste fase die vooraf ging aan sociologie. Mensen gingen ervan uit dat de samenleving Gods wil tot
uitdrukking bracht


Metafysische fase =
Tweede fase. De samenleving werd als een natuurlijk en niet als een bovennatuurlijk verschijnsel beschouwd.
Zo stelde ze bijvoorbeeld dat de samenleving niet zo zeer Gods volmaaktheid, maar eerder het menselijk te
kort (de egoïstische natuur van de mens) reflecteert.


Wetenschappelijke fase =
Derde fase. Comte zorgde ervoor dat de wetenschappelijke benadering nu ook voor het bestuderen van de
samenleving gebruikt zou gaan worden.
Deze benadering wordt positivisme genoemd


Positivisme =
Inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek. Positivisten wijzen alle oncontroleerbare en
normatieve kennis af, alleen wetenschappelijk bewezen waarnemingen kloppen.


Moderniteit =
Sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.


Modernisering =
Het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de industrialisering


Industrialisering =
Het proces van veranderingen in het productieproces door mechanisatie en de daarop volgende veranderingen
zoals de invoering van het fabriekssysteem etc.


Gemeinschaft =
Traditionele gemeenschappen, menselijke gemeenschappen.
Verdwijnen en worden overgenomen door gesellschaft.


Gesellschaft =
Individualisme, de meeste sociale betrekkingen tussen mensen zijn op eigenbelang gebaseerd.

,Arbeidsverdeling =
Gespecialiseerde economische activiteit


Anomie =
Een situatie waarin een samenleving het individu weinig morele richtlijnen te bieden heeft.


Mechanisch solidariteit =
Gebaseerd op gemeenschappelijke activiteiten en opvattingen. Mechanisch solidariteit wordt langzaam
vervangen door organisch solidariteit.


Organisch solidariteit =
Mensen worden afhankelijk van elkaar door specialisaties.


Rationaliteit =
Handelen en ideevorming vindt plaats op basis van feiten met kennis van oorzaak en gevolg.


Kapitalisme =
Economisch systeem, wordt in veel landen gebruikt.




H2


Theorie =
Een stelsel van uitspraken die met elkaar samenhangen. Een theorie verklaart hoe verschijnselen met elkaar
samenhangen en op basis van deze samenhang kun je ook toetsbare voorspellingen doen die vervolgens
onderzocht kunnen worden.


Theoretische benadering / theoretisch perspectief / paradigma =
Een fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtsnoer dient voor theorie en onderzoek. Sociologen
volgen bij het beantwoorden van verschillende vragen deze theoretische benadering. Je hebt 4 soorten.


Structureel functionalisme =
1 van de 4 theoretische benaderingen. Op macroniveau. Gaat na hoe sociale structuren het functioneren van
de samenleving bevorderen. Auguste Come, Emile Durkheim en Herbert Spencer zijn de grondleggers van deze
benadering.


Sociale structuur =
Relatief stabiele sociale gedragspatronen


Sociale functies =
De gevolgen van een sociaal patroon voor het functioneren van de totale samenleving.

, Manifeste functies =
De onderkende en beoogde gevolgen van een sociaal patroon.


Latente functies =
De niet-onderkende en niet-bedoelde gevolgen van een sociaal patroon.


Sociale disfunctie =
Een sociaal patroon dat het functioneren van de samenleving kan verstoren.


Conflictsociologie =
1 van de 4 theoretische benaderingen. Op macroniveau. Laat zien hoe ongelijkheid conflicten en veranderingen
veroorzaakt. Karl Marx staat aan de basis van deze stroming. Twee belangrijke vormen van de conflictanalyse
zijn de sekseconflicbenadering, gerelateerd aan het feminisme en het rassenconflicbenadering.


Sekseconflictbenadering =
Een belangrijke vorm van conflictanalyse. Deze benadering richt zich op de ongelijkheid en de conflicten tussen
mannen en vrouwen en is nauw gerelateerd aan het feminisme.


Feminisme =
Streeft naar sociale gelijkheid tussen mannen en vrouwen.


Rassenconflictbenadering =
Richt zich op de ongelijkheid en conflicten tussen mensen met een verschillende radicale en etnische
achtergrond.


Symbolisch-interactionismebenadering =
1 van de 4 theoretische benaderingen. Op microniveau. Onderzoekt hoe mensen in hun interacties in het
dagelijks leven de werkelijkheid creëren. Max Weber en George Herbert Mead zijn de grondleggers van deze
stroming.


Rationelekeuzebenadering =
1 van de 4 theoretische benaderingen. Op microniveau. Laat zien hoe individuen die allen hun eigen nut op
rationele wijze nastreven, de samenleving vormgeven. George Homans, Peter Blau en James Coleman hebben
aan de ontwikkeling van deze stroming bijgedragen.


Oriëntatie op macroniveau =
Deze benaderingen richten zich op een totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als geheel
gestalte geven. Het structureel functionalisme en de conflictsociologie vallen hieronder.


Oriëntatie op microniveau =
Een nauwkeurige en gedetailleerde beschrijving geven van de sociale interacties in concrete situaties. Het
symbolisch interactionisme valt hieronder.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evahoogendoorn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,19  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter