Humane vleesconsumptie
o Varken: 45%
o Pluimvee: 25%
o Rund: 20%
o Ander: 10%
o 1950-1980: komst van de diepvriezer zorgde voor stijging consumptie vlees
o 50 kg vlees / jaar / pers
o 50l melk / jaar / pers
o 70 eieren / jaar / pers
o 8 kg vis / jaar / pers
o Vleesconsumptie stijgt met 1,5% in 2023
Eigenschappen globale vleesmarkt
o Drijvende kracht
- Groei bevolking
- Groei inkomen
- Smaak
- Beschikbaar en betaalbaar
o Remmen
- Duur
- Sociale druk: milieu, dierwelzijn, obesitas
- Dierziekten
- Vegetarisme
Voedselverlies
o 30% wordt verloren
o Bij ontwikkelingslanden door sterfte vee, droogte,…
o Bij ontwikkeldelanden door voorraadbeheer, keukenmanagement,…
o Oplossing: ziektebestrijding, bewaarmethodes,…
In België voornamelijk varkens, dan rund en dan pluimvee
Varkenshouderij
o Export heel belangrijk
o Vooral in West-Vlaanderen
o Type varkensbedrijven
- Gesloten bedrijven: biggen op eigen bedrijf afmesten
- Afmest: big vetmesten tot slachtvarken
- Zeugenbedrijven: productie en/of verkoop biggen
o Cyclus biggen
- 0-4 weken: kraamstal en dan spenen
- 4-10 weken: biggenafdeling
- 10-26 weken: afmeststal
o 25-35 biggen / zeug / jaar
o 700 g groei / dag
o 2-3 opeenvolgende productierondes / stal / jaar
Rundveehouderij
o In Vlaanderen vooral melkvee en Wallonië vleesvee
o Aantal bedrijven daalt sterk maar aantal dieren niet
, o Melkvee
- Eerste kalving op 2-2,5 jaar (tussenkalftijd 380 dagen)
- Kalveren kunnen op melkveebedrijf blijven als fokdier (vrouwelijk)
- Kalveren kunnen worden verkocht op jonge leeftijd als vleesvee en geslacht op 6-8 maand /
200kg (mannelijk)
o 70 melkkoeien / bedrijf
o Gemiddelde productie: 8000 kg / jaar / koe
o Vleeskalveren
- 300 bedrijven in België
- 500-600 kalveren / bedrijf
- Kalfsvlees: <8 maand en karkas <185 kg
- Vleeskalver bedrijven vooral in Vlaanderen
o Vleesvee
- Gegroeid door melkquota
- Kalveren kunnen op vleesveebedrijf blijven en afgemest worden (vrouwelijk)
- Kalveren kunnen verkocht worden aan andere vleesveebedrijven als fokdier of om af te
mesten
- Zoogkoe: koe die kalf laat zogen, kalf wordt gespeend op 4 maand
Pluimveehouderij
o Braadkip
- 30 000 000 braadkippen
- Eendagskuiken: 40g braadkip: 2,5 kg
- Na 42 dagen geslacht
- 6,5 opeenvolgende productierondes / stal / jaar
- Vooral in Vlaanderen
o Legkip
- 10 000 000 leghennen
- Broedtijd: 21 dagen
- 0-5 maanden: opfokken
- Vanaf 6 maand in legbedrijf
- 315 eieren / jaar (50 weken legperiode)
- 50% in kooisystemen, rest in volière of vrije uitloop
o Meestal geen onafhankijkelijke bedrijven (integraties) door
- Grote investeringskost
- Gegarandeerde afzet
- Beter op elkaar afstemmen van verschillende schakels in de keten
o Kalkoenen
- 1 slachterij in België
- Hennen (14w) en hanen (17-18w) afzonderlijk afgemest
- Hobbysector vooral parasitaire problemen en industriële sector vooral
ademhalingsproblemen
- Consumptie kalkoenvlees stijgt
o Struisvogels
- Ook gekweekt in België
- Slachtgewicht: 100 kg
Schapenhouderij
o Vooral in Vlaanderen
o Vroeger: melk en mestproductie
, o Nu: vleesproductie (paas- en weidelammeren)
o Wolproductie: vooral Australië en Nieuw-Zeeland
o Vormen
- Hobbykweek: enkele dieren
- Nevenactiviteit: frequent, rendabiliteit belangrijk
- Hoofdactiviteit: weinig
Geitenhouderij
o Aantal geiten stijgt de laatste jaren
o Bedrijven worden groter
o 20% van de geiten zijn bio
o Melkproductie heel belangrijk voor kaas
Konijnenhouderij
o Neemt af
o Vooral Vlaanderen
o Slachten op 11 weken (2,5 kg)
o 500 voedsters en afmesten
o Zelfvoorzieningsgraad België: 20% (rest import uit Zuid-Europa)
Paardenhouderij
o >50% geregistreerd als voedselproducerend dier
o België is de draaischijf van handel in paardenvlees, maar zelf lage consumptie (1%)
Aquacultuur
o >50% van de gegeten vis uit aquacultuur
o Vlaanderen: beperkt aantal kleine visbedrijven
o Financiële en ecologische uitdagingen
o Carnivore vissen: vismeel en -olie (risico op ziekten)
Bijenteelt
o 2de mondiale landbouwhuisdier
o Bijenstal: aantal bijenkorven of bijenkasten onder zelfde dak
o 10-30 kg honing / korf / jaar
o 11-12 korven / imker
o Consumptie: 0,25 kg / persoon / jaar
14% van het inkomen gaat naar voedsel
Intensieve veehouderij
o Consument: goedkoop voedsel
o Voedselzekerheid
o Voordelen:
- Hygiëne
- Preventie infectieziekten, voedselveiligheid
- Minder belasting voor milieu (per kg eindproduct)
o Nadelen
- Dierwelzijn
- Grote bedrijven hebben impact op de omgeving
- Grote impact bij ziekte-uitbraken of contaminaties
van voeder of dieren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmahermans1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.