2022
Samenvatting
vakdidactiek Frans
,1 VREEMDE DELEN IN DE BASISSCHOOL
1.1 INLEIDING
- Vlaanderen: vanaf 3de graad verplicht Frans.
o Andere initiatieven: talensensibilisering en taalinitiatie.
o in secundaire scholen: CILL (content and language integrated learning).
- Wallonië:
o Immersie à onderdompeling in het Nederlands.
1.2 WETTELIJKE BEPALINGEN IN HET TAALONDERWIJS
1.2.1 OMZENDBRIEF VAN 3/7/2017
- Vanaf het schooljaar 2017-2018 meer mogelijkheden:
o Taalinitiatie: scholen kiezen zelf met welke taal ze starten.
o Mogelijkheid om, naast Frans, ook Engels en/of Duits aan te bieden, vanaf het derde jaar LO en
op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal voldoende beheersen.
1.2.2 FACULTATIEF ONDERWIJS FRANS, DUITS EN ENGELS
Naast het verplicht onderwijs van Frans in het vijfde en zesde jaar kunnen scholen ervoor kiezen om meer
talenonderwijs te geven.
- Facultatief Frans
o Facultatief Frans in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad: Frans mogelijk vanaf het eerste jaar
gewoon lager onderwijs.
o acultatief Frans in het Nederlands taalgebied: Frans mogelijk vanaf het derde jaar gewoon lager
onderwijs, op voorwaaarde dat de lln het Nederlands voldoende beheersen. De school maakt
zelf de inschatting.
- Facultatief Engels/Duits
o Naast het verplicht onderwijs v Frans in het vijfde en zesde jaar kunnen scholen ervoor kiezen
om Engels en/of Duits te geven.
§ Mogelijk vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de lln het
Nederlands voldoende beheersen.
§ Er zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud.
1.3 THEORETISCH KADER
Vroeg vreemdetalenonderwijs?
- 2002, Europese Raad: inwoners van EU-landen moeten minstens twee talen beheersen (naast
moedertaal).
- Motto= hoe vroeger, hoe beter.
o Veronderstelling: jonge kinderen leren vlotter een tweede taal + dit leidt tot betere
taalbeheersing.
§ Jonger = openere en flexibelere werking hersenen.
1
, § Tweetalig jong kind: beide talen (VT + MT) in eenzelfde zone in hersenen à
eerstehands.
§ Latere nieuwe talen: andere zones in hersenen + gestuurd door moedertaal à
tweedehands.
§ Systematische toetsing nodig, bewust of onbewust (klanken, regels, …)
§ Niet in schoolse context maar op een ‘naturalistische’ manier, wanneer ze een taal leren
in een omgeving waar die taal dominant is.
Natuurlijke context Schoolse context
Rijke input Formeel leren
Betekenisvolle context Beperkt contact met VT
à lln die later beginnen halen vrij snel
jongere starters in à zij zitten verder in hun
cognitieve ontw.
§ vroeg starten = mogelijkheid tot hoger aantal uren taalcontact.
§ belangrijke voorwaarden:
• kwaliteitsvolle lessen.
• aangepast aan impliciete manier van taalleren.
• rekening houden met cognitieve mogelijkheden en beperkingen.
• kans tot communicatieve en betekenisvolle interactie.
• stimuleren van motivatie en attitudes.
• steeds voortbouwen op de voorkennis, ook in latere fases in het VTonderwijs.
§ Onderzoek besluit dat wnr deze voorwaarden gerespecteerd woren er toch vooral
affectieve doelen bereikt worden (lln staan open voor een VT en tonen interesse).
linguïstische draagwijdte voor gemiddelde leerling = eerder beperkt.
§ Voordelen vroege start:
• Affectieve doelen: interesse, openstaan voor vreemde talen.
• Betere metalinguïstische competentie à nadenken over taal.
• Positieve invloed ontwikkeling moedertaal (en andere al verworven taal).
- Vlaanderen :
o relatief late start (verplicht in 5e leerjaar).
o helft leerlingen al vroeger kennismaking d.m.v. taalinitiatie.
à lkr houden nog te weinig rekening met de voorkennis die werd opgebouwd.
- Meerderheid Europese landen :
o Start tussen 6 en 8 jaar.
1.4 SOORTEN VREEMDETALENONDERWIJS
1.4.1 IMMERSIE EN CLIL
1.4.1.1 IMMERSIE
- Vreemdetalenonderwijs België in de Franse Gemeenschap.
- Onderdompeling in vreemde taal.
- Imitatie natuurlijk leerproces.
- Leerkracht = native speaker à Vlaamse onderwijzers zijn gegeerd in Wallonië.
- Ook om andere vakgebieden te bestuderen: doeltaal is middel, niet enkel doel op zich.
- Maximaal ¾ en minimaal ½ van de lesuren in immersietaal.
- Positieve resulaten.
2
, - Doelen:
o Vreemde taal beheersen.
o Moedertaal beheersen (de lln scoren even goed op moedertaal).
o Vakinhouden van algemene vakken beheersen.
1.4.1.2 CLIL/EMILE
- CLIL: content language integrated learning.
- EMILE: Enseignement de Matières par intégration d’une Langue Etrangère.
è CLIL en EMILE zijn hetzelfde (CLIL ned benaming, EMILE fr benaming).
- Wat is het verschil tussen CLIL en immersie?
o CLIL: 1 vak, max 20% in het Frans gesproken, meestal zaakvakken.
o Immersie: meerdere vakken, tussen de 50% - 75% in het Frans gesproken.
- Vlaanderen: sinds 2014 mogen de secundaire scholen CLIL aanbieden - groeiend succes.
o Steeds een keuze van de leerling.
o Toegestaan in Frans, Engels, Duits.
o Max 20% van de lestijden.
- Enkele basisprincipes
o Focus op het zaakvak en niet op de taal.
o Taal is het middel (niet het doel).
o Taalfouten kunnen (en mogen verbeterd worden) en hebben geen invloed op de score.
è attituderapporten CLIL naast klassiek rapport.
- Gevolgen (wetenschappelijk onderzoek)
o Positieve impact op de moedertaal.
o Verhoogde motivatie.
1.4.2 TALENSENSIBILISERING
wat is talensisibilisering?
- Talensensibilisering = vergelijkbaar met watergewenning.
à Kinderen laten wennen aan vreemde talen, het gevoelig maken voor talen, het bewust maken
van een veelheid aan talen.
- Verschillende talen tegelijk
o Bij voorkeur: talen die al aanwezig zijn in de klas (multicultureel) à Wereldoriëntatie en
Mondiale Vorming.
- Het is geen apart vak à geïntegreerd in andere vakken.
Welke talen worden aangeboden bij talensensibilisering?
- Iedere taal die door gebruikers als normaal wordt ervaren voor een bepaalde sociale situatie:
o Vreemde talen, taalvarianten, mengvormen, schriftelijk, SMS-taal, gebarentaal, dialecten…
- Geen Frans, want dan is het taalinitiatie.
Doelen van talensensibilisering:
- Attitude: openheid, interesse, positieve omgang met talen & culturen
- Kennis: bewustzijn, inzicht in de diversiteit
- Vaardigheden: metalinguïstisch (denken over taal) & metacognitief
3