wat is een soort, Predator-prooirelatie, Voedselketen, Voedselweb, Accumulatie, Symbiose (Mutualisme, commensalisme, Parasitisme), selectiedruk, survival of the fittest, struggle for life, wat zijn de factoren voor Fossilisatie, hoe werkt de Endosymbiosetheorie, Hardy-Weinberg
Predator-prooirelatie = relatie tussen prooi en zijn natuurlijke vijand.
Voedselketen: plant -> konijn -> vos (begint altijd met producent)
Voedselweb = onderling verbonden voedselketens in een ecosysteem.
Accumulatie = ophoping (concentratie gifstoffen neemt steeds meer toe), persistent = breken heel langzaam af.
Symbiose
Mutualisme (+/+)
Commensalisme (+/o)
o Epifytisme = soort plant leeft op andere soort plant, maar “steelt” geen eten
Parasitisme (+/-)
H7 Evolutie
De omgeving oefent een selectiedruk uit op de overlevingskansen van individuen. ‘Survival of the fittest’ ->
Individuen die het best aan hun omgeving zijn aangepast hebben meer kans om de ‘struggle for life’ te overleven. Ze
krijgen tijdens hun leven meer nakomelingen dan de minder goed aangepaste soortgenoten.
Verschillende soorten hebben dezelfde voorouder, maar hoe langer geleden dit is hoe minder gemeenschappelijke
eigenschappen.
Fossilisatie (zichtbaar na beweging van aardlagen en erosie) door:
Verstening: als lichaam bedekt is met bv zand gaat het afbreken van zachte delen langzamer
Verdroging: micro-organismen kunnen niet leven zonder water
Lage temperatuur: door bevriezing van het lichaam
Lage pH en zuurstofgebrek: ongunstig voor bacteriën dus remt het de afbraak
Opsluiten in barnsteen
Endosymbiosetheorie
Evolutie is niet alleen resultaat van DNA mutaties, maar ook van symbiose. Symbiose tussen prokaryoot en
prokaryoot. Bijv. dat heterotrofe eencelligen via fagocytose foto-autotrofe cyanobacteriën opgenomen in hun cel.
Deze cyanobacteriën evolueerden tot chloroplasten. Andere eencelligen hebben aerobe bacteriën opgenomen die
zich ontwikkelden tot mitochondriën waardoor ze van prokaryoot een heterotrofe eukaryoot werden.
Argumenten voor:
Chloroplasten en mitochondriën hebben eigen DNA en ribosomen (vroeger zelfstandig levende cellen)
Chloroplasten en mitochondriën vermeerderen zich op dezelfde manier als bacteriën
Hardy-Weinberg
Hardy-Weinberg-evenwicht als de frequenties van generatie op generatie gelijk blijven.
Berekenen van allelfrequenties:
P (allelfrequentie dominante allel) +q (allelfrequentie recessieve allel) =1 -> som van allelfrequenties is 1.
Berekenen van genotypefrequenties (genotype = combinatie 2 allelen):
p2 (dominante homozygoot) + 2pq (heterozygoot) + q 2 (recessieve homozygoot)= 1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merel1vanriel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.