Exam (elaborations) Sociale psychologie een inleiding 2-6
2 vues 0 fois vendu
Cours
Sociale psychologie een inleiding 2-6
Établissement
Liberty University
Exam (elaborations) Sociale psychologie een inleiding 2-6
HOOFDSTUK 2
HET BEELD DAT MENSEN ZICH VAN ELKAAR VORMEN:
Meestal hebben we er geen moeite mee om ons van bij een eerste contact al meteen een idee te vormen van wat voor een persoon we voor ons hebben. Maar de vraag is: is dit wel ...
Meestal hebben we er geen moeite mee om ons van bij een eerste contact al
meteen een idee te vormen van wat voor een persoon we voor ons hebben.
Maar de vraag is: is dit wel correct?
2.1 HET MATERIAAL WAAROP WE ONS BASEREN:
ZINTUIGLIJKE WAARNEMING: Via de zintuigen vangen we een gigantisch
hoeveelheid prikkels op (licht, geluid, audio enz.)
SOCIALE WAARNEMING of interpersoonlijke waarneming: We kunnen zoiets niet
rechtstreeks waarnemen, maar die we gewoon afleiden van wat we
waargenomen hebben. bv: zenuwachtigheid, intelligentie, ambitie..
PERCEPT: is de uitkomst van een gewone waarneming > de beeld van
een uiterlijke waarneming
CONCEPT: is een gedachtenconstructie, een denkbeeld wat voor iemand de
persoon in kwestie zou kunnen zijn > iemands innerlijke persoonlijkheid.
De eerste informatie die je bij iemand opvangt zijn: Fysieke uiterlijk,
Gedrag en lichaamstaal.
2.1.1 HET FYSIEKE UITERLIJK:
Meestal is het uiterlijk het eerste dat we van iemand waarnemen. bv:
geslacht, leeftijd, huidskleur, lichaamsbouw, haarlijn…
● Eerst wordt er vooral gelet op het gezicht van
iemand onderzoek: welke gezichtskenmerken iemand
TOEGANKELIJKHEID brede open mond, maanvormige gebogen lippe,
indruk bepalen. kleine afstand tussen mond en neus
JEUGDIGE smalle opgetrokken wenkbrauwen; grote ogen en
AANTREKKELIJKHEID irissen, lichte huidtint, kleine afstand tussen mond
en kin
DOMINANTIE dikke donkere wenkbrauwen, kleine afstand tussen
ogen en wenkbrauwen, geprononceerde kaken,
, lOMoARcPSD|5967629
2.1.2 HET GEDRAG:
● Wat zijn favoriete bezigheden zijn
● hoe vaardig is hij in oplossen van problemen
● hoe hij zich opstelt tegenover anderen ….
● De omgeving waarin iemand vertoeft of bevindt bv: boeken in de kast van
iemand, of een slordige kamer van iemand...
Het gedrag wordt immers in sterke mate mee beïnvloed door de situatie,
bepaalde tijdstip of de rol die hij te spelen heeft. Daardoor is de eerste
beeldvorming van iemand niet altijd correct.
bv: Een dj en een dokter… we zien ze altijd in dezelfde omstandigheden en we
denken dat de dokter een ernstig persoon is en de dj altijd een feestend
persoon. We zien ze niet op andere tijdstippen.
bv: Grof taalgebruik heeft minder invloed als het tussen vrienden bent, dan
wanneer je in een formeel plaats bent.
2.1.3 LICHAAMSTAAL:
Op de eerste indruk baseren we ons vaak op de manier waarop mensen
spreken of zich gedragen dan op de inhoud zelf. > De lichaamstaal
We richten ons visueel vooral op GELAATSEXPRESSIES. bv: geen oogcontact
> zenuwachtig, dominerende blik > iemand schrik aanjagen.. optrekken van
wenkbrauwen, openvallen van het mond…dichtknijpen van het mond of neus
bij walging.
● gezichtsspieren spellen dus een grote rol bij het NON-VERBALE
COMMUNICATIE.
GEBAREN: bewegingen met de handen en het hoofd.
LICHAAMSHOUDING: op de manier we ons bewegen. gebogen en aarzelend of
zelfzeker met een vaste tred.
STEMGEBRUIK: de manier waarop iemand spreekt los van de inhoud:
klankleur > hard, zacht of snerpend. De spreeksnelheid….
De meeste van die gedragsuitingen gebeuren onwillekeurig. Maar soms
sturen mensen deze bewust om anders over te komen of te manipuleren. bv
een valse glimlach of sympathie opwekken.
, lOMoARcPSD|5967629
2.2 HET ATTRIBUTIEPROCES:
In veel gevallen is een snelle indruk van iemand krijgen op basis van
binnenkomende informatie onbelangrijk, vaak volstaat deze snelle indruk bij bij
kortstondige en functionele contacten. bv verkeerd beeld van postbode, of de
kassierster in de supermarkt of mensen die we enkel ontmoeten in hun
professionele rol.
In sommige situaties kan het wel belangrijk zijn om tot een meer
waarheidsgetrouw beeld te komen. bv: een rapport dat een psychiater moet
opstellen voor een beklaagde of iemand die oordeel en een keuze maakt bij
kandidaten die solliciteren voor een bepaalde functie.
In dit soort situaties moet men zorgvuldiger tot een oordeel komen. Dan is het
beter om de automatische piloot even uit te schakelen en te kijken naar de
beschikbare informatie.
ATTRIBUTIEPROCES: De term verwijst naar attributen: dat zijn de eigenschappen
die we iemand toeschrijven of attribueren op basis van wat wij bij het persoon
waarnemen.
2.2.1 INTERNE OF EXTERNE OORZAKEN VAN HET GEDRAG:
Hoe verloopt de attributieproces?
INTERN: Innerlijke factoren die kunnen aanduiden als verklaring van iemand
gedrag op bepaalde situaties.
EXTERN: Externe factoren die die aanduiden als verklaring voor het
gedrag van een persoon in kwestie.
bv: leraar merkt tijdens de les wiskunde dat een van zijn leerlingen(Bert) door
het raam zit te kijken. > misschien heeft Bert geen interesse in wiskunde
(intern), misschien heeft hij een slechte dag (intern)? Is er iets buiten het raam
die zijn aandacht trekt (extern)? Is de les saai gegeven door de
wiskundeleerkracht (extern)?
● Belang van correcte attributie: Soms zitten we er volledig naast bij het
attribueren van een bepaald gedrag van mensen. door geruchten en
tactloze opmerkingen. We plakken spontaan etiketten op mensen, die
nadien bleken fout te zijn. Dit is niet rampzalig, maar in bepaalde
situaties is correcte attributie wel een must.
● Het covariatiemodel als attributietheorie: Er zijn verschillende factoren
die van invloed kunnen zijn op het intern of extern attribueren van het
gedrag.
Gaat het gedrag al of niet uitgaat van een eigen keuze? Of heeft er iemand u
gedwongen om vriendelijk te zijn of heb je het zelf bepaald?
, lOMoARcPSD|5967629
Het enige waar we in onze spontane beeldvorming rekening mee houden, is de
vraag waar het te verklaren gedrag mee samenhangt, waarmee het covarieert.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur frackasaura. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.