Vak: Communiceren
Docenten: Philips Paul
Academiejaar: 2021-2022
1. Theorie van de communicatie
1.1 Inleiding
Goede zorg niet enkel technologie → ook communicatie
Communicatie = interactieproces waarin ten minste 2 personen op elkaar reageren en elkaar
wederzijds beïnvloeden
OF kort: communicatie = interactie
Wat draagt bij aan cliënteelgericht werken?
Communicatie en interactie
Wat is het gevolg van misverstanden in communicatie?
Risico verkeerde diagnose of afhaken therapie
1.2 Het basismodel van communicatie
Bedenker SMCR-model?
David Berlo
Van waar komt dit idee/ hoe is deze studie opgang gekomen?
Manier om over lange afstand boodschappen naar elkaar te sturen → morse
! We communiceren voortdurend, geen begin of einde !
SMCR of sender, message, channel, reseiver bevat 8 compontenten
De zender = diegene die de boodschap verstuurt
1
, Het encodeerproces = de boodschap die je wil overbrengen omzetten in verbale en
non-verbale symbolen
De boodschap = informatie die via interactie doorgespeeld wordt
Valkuil: verzonden boodschap komt niet altijd overeen met ontvangen boodschap
Het kanaal = middel overbrengen boodschap (film, gsm, verkeersbord, …)
Soorten kanaal: onze 5 zintuigen, verbaal-auditief kanaal en lichamelijk visueel kanaal
Hoe kiezen we het kanaal?
Door de situatie en de boodschap
Het decodeerproces = de boodschap ontleden/ vertalen
De ontvanger = degenen die de boodschap ontvangt en erop reageert
Feedback = teruggezonden reactie op boodschap
Waarom is feedback zo belangrijk?
De verzender kan hieraan afleiden of hij zijn boodschap juist overgebracht heeft
Wat is het gevolg?
Door de gekregen feedback kunnen we onze boodschap bijsturen en ze nog
beter encoderen
Ruis = storing dat interfereert in het communicatieproces
2 soorten ruis: interne ruis = binnen ons (tandpijn, dagdromen, …)
externe ruis = vanuit omgeving (achtergrondlawaai, beelden, …)
Communicatie is dus een circulair verband
1.3 Basisbegrippen
1.3.1 Verbaal, paraverbaal en non-verbaal
a) Verbale communicatie
Verbale communicatie = alles wat je onder woorden kan brengen, gesproken of geschreven
2
, b) Paraverbale communicatie
Paraverbale communicatie = persoonlijke nuanceringen die aan verbale communicatie wordt
toegevoegd
Kank, intonatie, volume, mimiek, dialect, …
c) Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie
Gelaatsuitdrukkingen: boodschappen uitzenden via het gelaat
Uiterlijk: geslacht, leeftijd, huidskleur, lichaamslengte vorm van het gezicht, haarkleur
en kledij
Lichaamshouding
Aanrakingen: gebaren om kracht bij te zetten
Gebaren
1.3.2 Metacommunicatie en het betrekkingsniveau
Metacommunicatie = communiceren over de communicatie
Waarom gebruiken professionals metacommunicatie?
Om het gesprek met de cliënt te sturen
Betrekkingsniveau speelt een rol in communicatie, waarom?
Het vertelt iets over de relatie/ betrekking tussen de communicerende personen
Begrip afkomstig van Paul Watzlawick, herleidde communicatie tot 5 axioma’s
1.3.3 Sociale afstand
Wat geeft de fysieke afstand tussen 2 communicerende personen weer?
Op welk niveau we willen communiceren met de andere
Fysieke afstand ≈ persoonlijke ruimte
Edward T. Hall onderscheidde 4 zones:
Intieme zone (50cm): partner en familie, wederzijds vertrouwen, tast belangrijke rol
Persoonlijke zone (50 tot 150cm): vrienden en bekenden, goed observeerbaar en
vertrouwd, via spraak niet via tast
Sociale zone (150 tot 300cm): onpersoonlijke, formele en zakelijke communicatie,
contact geen rol, afwezig zijn wordt getolereerd
Publieke zone: groepen/ publiek
3