Voor gesproken taal hoeven kinderen geen moeite te doen: dat gaan vanzelf. Leren schrijven en
spellen kost wél moeite. We spreken van leren als het om schrijven en spellen gaat en we spreken
van verwerven voor de gesproken taal.
Het grootste verschil:
Verwerven en daarna beheersen van gesproken taal is een aangeboren vaardigheid.
Gesproken taal is geluid waarin een aantal taalklanken te onderscheiden zijn. Letters worden
gebruikt om taalklanken weer te geven. Er zijn meer taalklanken dan letters in het alfabet. Daardoor:
Daardoor sommige letters dubbele diensten draaien : Mes en meting bijvoorbeeld : in beide
woorden klinkt de /e/ anders.
Daardoor wordt dezelfde klank door verschillende letters weergegeven : ongeluk, moeilijk,
bikkel. De lettercombinate /ij/ klinkt verschillend. Dat komt omdat talen veranderen.
Verandering kan betrekking hebben op:
- De woordopbouw
- De woordbetekenis
- De taalklanken
De sjwa is een lege klinker en wordt ook wel de ‘stomme e’ genoemd melk, kerk (melluk, kerruk)
We spellen de sjwa als <e>, <u> of <ij>.
Verschillende soorten spelling
Fonetische spelling : je schrijft gewoon op wat je hoort.
- Nadeel: grote individuele verschillen in de manier waarop mensen taalklanken
uitspreken.
Etymologische spelling : de spelling wordt één keer vastgelegd en daarna nooit meer
veranderd.
- Nadeel: In de loop van tijd raakt de spelling steeds verder verwijderd van de uitspraak.
De spelling is daarom ook moeilijk te leren.
Fonologische spelling : gaat ervan uit dat er abstracte, onderliggede vormen bestaan voor
elke taalklank en dat je die opschrijft. Je negeert variatie die er niet toe doet. Een <r> is altijd
een <r>, hoe die ook wordt uitgesproken. Ook schrijven we hond ipv hont.
- Een aanvulling hierop is het morfoloisch principe : bestudeerd de woordvorming.
Les 2 : De klank van taal
Taalklanken worden segmenten genoemd. Als een woord gesegmenteerd is, wordt hiermee bedoel
dat het wordt is opgesplitst in afzonderlijke delen. Dus ‘in stukjes is gehakt’. Roos is gesegmenteerd
in <r>, <oo> en <s>. Elk segment is een afzonderlijke taalklank.
Door korte taalklanken te combineren, kun je veel woorden maken.
Een klinker is geen consonant en een medeklinker wel. Dit noteer je als volgt:
Een klinker is [-cons] en een medeklinker is [+cons]
Voorbeeld: het woord huis heeft 3 klanken en kan je als volgt noteren:
[+cons], [-cons], [+cons]
, Fonologie bestudeert taalklanken.
Fonetiek houdt zich bezig met de waarneembare en meetbare eigenschappen van taalklanken. Een
foneticus onderzoekt bijvoorbeeld wat de spraakorganen doen. Een taalklank die op deze manier
bescheven wordt, het een foon.
Fonologie gaat over de talige aspecten van taalgeluid: die zijn niet direct waarneembaar of meetbaar.
Een fonoloog kijkt bijvoorbeeld naar de bijdrage die een klank levert aan een woord. Een taalklank in
fonologische zin heeft een foneem.
We kunnen moeilijk letters gebruiken voor klanken, omdat de spelling niet altijd helemaal aansluit bij
de uitspraak. Daarom zijn er de volgende markeringen:
Een letter uit het gewone alfabet tussen vishaken <….>
Een fonetische vorm staat tussen rechte haken [….]
Een foneem staat tussen schuine strepen /…./
Nog iets, maar dit snap ik niet helemaal? Cursief??
Fonetisch schrijven : je schrijft de klanken op. Roos fonetisch geschreven is [ros]
Les 3 : Kenmerken
De verschijningsvorm van taal is geluid, dat opgebouwd is uit klanken. Om die klanken te maken,
gebruiken we de lucht uit onze longen als we uitademen. Bepaalde organen kunnen die luchtstroom
beïnvloeden, zodat er een klank gevormd wordt. Die organen heten spraakorganen of
articulatieapparaat.
Echte taalklanken, de bouwstenen van woorden, noemen we fonemen. Fonemen zijn dus eigenlijk
gewoon taalklanken.
Je kan fonemen beschrijven door te verwijzen naar verschillende aspecten van de articulatie.
Dit kan je bijvoorbeeld als volgt noteren:
Trillen de stembanden?
- Ja, +stem
- Nee, -stem
Wordt de luchtstroom tijdelijk geblokkeerd?
- Ja, +plosief
- Nee, -plosief
Raakt de tongpunt de boventanden of de tandkas?
- Ja, +dentaal
- Nee, -dentaal
Voorbeeld: de klank [t] = [-stem, +plosief, + dentaal] , dus stemloze dentale plosief. De
stembanden trillen niet, de luchtstroom wordt wél geblokkeerd en de tongpunt raakt wél
de boventanden of de tandkas.
Kenmerken zijn:
Binair : Er zijn maar 2 mogelijke waarden. Een klank heeft het kenmerk wel of niet.
Gradueel : de klank heeft het kenmerk in meer of mindere mate.
Ongespannen klinkers moeten worden gevolgd door een medeklinker. Ongespannen klinkers zijn, a,
e, i, o, u.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mariekemb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.