Deel 2: levensbeschouwing en ethiek
Hoofdstuk 1: moreel verantwoord handelen
1. Basisbegrippen in de ethiek
1.1Waarden en normen
Waarde
een abstract levensdoel, ideaal dat men belangrijk vindt, de
moeite om na te streven, waardevol
een langdurige en stabiele overtuiging dat een bepaald
levensdoel voor jezelf en/of de gemeenschap verkiesbaar is
boven een eraan tegengesteld levensdoel
voorbeeld: gezondheid, want niemand verkiest ziekte
Er zijn verschillende soorten waarden:
competentiewaarden hand-,taal- en schrijfvaardigheid
materiële waarden comfort, huis, kleren
sociale waarden liefde, respect, vriendschap
psychische waarden zelfrespect, innerlijke harmonie
esthetische waarden schoonheid, kunst, muziek
maar ook …
religieuze waarden bidden, vasten, solidariteit
ethische waarden ≠ esthetisch ( =
kunst )
= een waarde die objectief goed is voor iedereen
= door iedereen moét nagestreefd worden
= niet subjectief ethisch relativisme
vb.: rechtvaardigheid
Kant: “Wat kan ik kennen? kernleer
Wat kan ik doen? ethiek
Wat mag ik hopen? religie”
religie is niet noodzakelijk om goed te doen,
het kan een richting en een meerwaarde zijn ( een eigen krachtbron )
, Norm
concrete gedragsregels
een gebod of verbod om in een bepaalde situatie op een
bepaalde manier te handelen ten einde een waarde te realiseren
voorbeeld: binnen draag je een mondmasker (norm)
voor de gezondheid (waarde)
waarden = doelen, normen = middelen handeling
1.2Waardenhiërarchie, levensbeschouwing en maatschappelijk ethos
Waardenhiërarchie
Waarden die je aangereikt worden door anderen, de
samenleving, een traditie of een bepaalde situatie
een persoonlijke of maatschappelijke rangorde van waarden in
volgorde van belangrijkheid (waardeschaal)
Levensbeschouwing
Men tracht zo alle aspecten van het leven zinvol met elkaar te
verbinden om zo een groot verband / totaalvisie te vormen
een persoonlijke of gemeenschappelijke visie op het leven die
een samenhangend antwoord biedt op fundamentele
levensvragen
voorbeeld levensvragen: wat maakt het waardevol om te leven?
waarom gaan we dood, en wat
daarna?
voorbeeld: liberalisme, socialisme, nationalisme, christendom,
islam…
MWN
o
r
m
e
n
MZL
a
, gere belasting schalen,
werkloosheidsuitkering
degressief en beperkt in tijd
Socialisme Mens als Samenhorigheid Belasting schalen: sterkste
medemens en solidariteit schouders moeten zwaarste
fundamenteel (gelijke kansen, lasten dragen, hogere min.
verbonden met oog voor lonen en min. pensioenen
anderen zwaksten )
Nationalism Mens als deel Culturele Sterk migratiebeleid
e uitmakend van identiteit en Vingerafdrukken op ID
een volk nationale vrijheid
ook invloed van cultuur en groepen binnen de samenleving ( Chiro, gezin,
school )
Maatschappelijk ethos ( = de moraal)
geheel van de geldende normen en waarden en de
achterliggende levensbeschouwingen in een bepaalde
samenleving (cultuur)
voorbeeld: utilitarisme = iets is maar zinvol als het praktisch
nut heeft
hedonisme = alles moet leuk zijn yolo
invloed school: nadruk op praktische vaardigheden, niet
algemeen
1.3de ethische optiek, ethiek en ethische dilemma’s
Ethische optiek
verschillende manieren om de werkelijkheid te benaderen
een andere kijk met specifieke vragen + specifieke
wetenschap
we stellen ons de vraag in welke mate ons gedrag ethisch goed
of kwaad is menswaardig of mensonwaardig?
voorbeeld: economisch, juridisch, sociaal, esthetisch,
religieus…
Ethiek
de wetenschap die zich bezighoud met de vraag hierboven
= mensenwetenschap
≠ natuurwetenschap