De wereld in verbinding
Thema 1: globalisering, systeemdenken en toekomstdenken
1. Globalisering
= De ontwikkeling naar wereldwijde onderlinge afhankelijkheid van mensen en
groeperingen. Het gaat om een toename van banden tussen mensen, landen,
systemen,…
a) Lokaal globaal
b) Globaal lokaal
Wat hier gebeurt staat dus niet los van wat elders gebeurt. Alles staat met elkaar in
verbinding.
Bv. Vroeger konden virussen zich ook verspreiden, maar gebeurde dit veel
langzamer. Door de globalisering gaat dat nu sneller.
1.1. De vier dimensies van globalisering
Staan in interactie met elkaar
Deze steeds groter wordende afhankelijkheid, deze toename van banden maakt dat
de overheden van landen niet langer in staat zijn alles te regelen/op te lossen.
Veel zaken overstijgen het niveau waarop overheden een impact hebben.
Virussen respecteren landgrenzen niet, idem met ideologieën, social media,…
Dat leidt er toe dat grenzen van natiestaten bij wijze van spreken vervagen.
1) Economische dimensie
-Niveau bedrijven: Ikea, McDonalds (aanwezig in verschillende landen:
multinationals)
-Niveau instellingen: IMF
-Niveau overheden: Europese unie
Deze economische globalisering heeft impact op:
a) Bedrijven: kunnen zich daar vestigen waar de kosten het laagst zijn (lonen,
belastingen, veiligheid, normen,…)
b) Werknemers: het biedt kansen op werk.
c) Consumenten: meer concurrentie leidt tot lagere prijzen, er is meer variatie in
aanbod
d) Overheden: hebben minder invloed/minder te zeggen, worden elkaars
concurrenten (bvb. Ford België of Duitsland), krijgen meer inkomsten (via
belastingen op lonen van personeel bvb. en geen werkloosheidsuitkeringen)
1
, 2) Politieke dimensie
Deze politieke globalisering heeft impact op:
a) Overheden: Ze werken samen. Ze moeten rekening houden met afspraken
gemaakt door hogere overheden of instanties, worden geholpen door hogere
overheden of instanties, krijgen terug macht over zaken die hun macht
overstegen
b) Bevolking: ondervinden de voordelen van bvb. vrij verkeer van personen,
erkenning van diploma’s, contacten vanuit scholen,…
c) Natiestaten: Grenzen tussen naties vervagen bv. NAVO, EU, Benelux, VN. Er is
dus een vervaging van de oude territoriale grenzen, maar tegelijk is er ook
een tendens naar meer nationalisme. (Bv. Brexit, make America great again)
3) Culturele dimensie
De diffusie van cultuurelementen over de hele wereld Bv. Netflix, Facebook
Zorgen voor de verspreiding van waarden, normen, ideeën, reclame
Bepaalde culturele gebruiken, feesten worden ook aan de andere kant van de
wereld overgenomen (bv. Kerst, Halloween)
Oorzaken: toerisme, handel, migratie en technologie
Deze culturele globalisering heeft impact op:
a) Homogenisering: cultuurgrenzen vervagen bv. Black Friday uit Amerika nu ook
hier, dezelfde soort fastfoodketens overal ter wereld, winkels
Talige diversiteit neemt af
b) Ontstaan van culturele niches: bv. discussie van zwarte piet, zangers die in het
West-Vlaams zingen, koks die enkel koken met lokale producten
c) Heterogenisering van culturen: de cultuur neemt aspecten van andere
culturen over: bv. couscous, Halloween vieren rond 1 november
4) Ecologische dimensie
Het ecologische overstijgt steeds vaker het lokale niveau en we zien steeds meer
door de mens veroorzaakte ecologische problemen.
Milieu vs. klimaat
-Impact: mens, dier, plant, ecosystemen
Vervuiling blijft niet binnen de landsgrenzen. De impact van klimaatverandering
blijft niet binnen de grenzen van die landen die ze in hoge mate veroorzaken.
2. SDG’s = sustainable development goals
2
, 2.1. Theoretische omkadering SDG’s
= Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen: 17 doelstellingen voor duurzame
ontwikkeling. Meer dan 190 landen engageren zich om via deze doelen onze wereld
tegen 2030 duurzamer te maken
Duurzame ontwikkeling: omvat het menselijk handelen dat wil voorzien in
de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeftevoorziening
van toekomstige generaties in gevaar te brengen, met oog voor materiële
en maatschappelijke factoren.
2.2. Organisatie die de SDG’s publiceerde: De Verenigde Naties
Internationale organisatie
Na de Tweede Wereldoorlog opgericht
Streeft naar internationale samenwerking
Vrijwel elk internationaal erkend, onafhankelijk land is lid van de
organisatie
Tijdens reguliere ontmoetingen: debatteren en beslissingen nemen over
essentiële wereldzaken en wereldomvattende gebeurtenissen.
Sinds eind jaren 90: organisatie zich ook meer gaan richten op interne
ontwikkelingen en hoe de Verenigde Naties mee kunnen groeien met de
vraag naar een nieuwe methode van wereldwijde samenwerking.
2.3. Wat wil men bereiken met de SDG’s?
Door te werken aan duurzame ontwikkeling willen we voorzien in de behoeften van
de huidige generatie, zonder de behoeftevoorziening van toekomstige generaties in
gevaar te brengen.
Met de SDG’s wil men de mensheid bevrijden van armoede en de planeet terug op
koers richting duurzaamheid plaatsen
2.4. De vijf P’s
1) People: We willen een einde maken aan armoede en honger, in al zijn
vormen, en ervoor zorgen dat de mens op een waardige en gelijke manier
kan leven in een gezonde omgeving. (SDG 1-5)
2) Planet: Met het oog op de noden van de huidige en toekomstige
generaties willen we de planeet beschermen door duurzaam te
produceren en te consumeren, met aandacht voor de duurzame omgang
met natuurlijke rijkdommen. Tegelijkertijd moeten we dringend actie
ondernemen tegen de klimaatverandering. (SDG 6, 12-15)
3) Peace: Duurzame ontwikkeling en vrede gaan hand in hand. Daarom
willen we vredige, rechtvaardige en inclusieve gemeenschappen
cultiveren, waar mensen niet in angst (voor geweld) moeten leven. (SDG
16)
4) Partnership: Om de doelen met betrekking tot duurzame ontwikkeling te
bereiken moet de wereldwijde solidariteit worden versterkt, waarbij alle
3
, landen, belanghebbenden en mensen samenwerken in het belang van de
armsten en kwetsbaarsten. (SDG 17)
5) Prosperity: Iedereen moet de kans krijgen op een welvarend en
bevredigend leven, terwijl de economische, sociale en technologische
vooruitgang verloopt met respect voor de natuur. (SDG 7-11)
Deze vijf P’s hangen onderling samen en beïnvloeden elkaar. Vormt één geheel met de
SDG’s.
2.5. Hoe moeten die doelen worden bereikt?
De doelen gelden voor iedereen!
-elk land
-elk bedrijf
-elke organisatie
-elk individu
2.6. Één SDG aanpakken, is ze allemaal aanpakken
SDG= 17 universele en ondeelbare doelen
De 17 doelstellingen staan niet op zichzelf
Elk actiedomein is verbonden met meerdere doelen
3. Systeemdenken
Duurzame ontwikkeling vraagt om te denken in grote verbanden, samen te werken
en een bereidheid om zaken te herbekijken. Dit kan best door
duurzaamheidsvraagstukken te bekijken vanuit zoveel mogelijk perspectieven.
Systeemdenken= de studie en exploratie van verborgen structuren,
andere manier van kijken en nadenken over de werkelijkheid
Doel: steeds gerichtere vragen stellen en proberen mogelijke verklaringen
te vinden of hypothesen te formuleren
3.1. Systeem
Een systeem is een groep van elementen of componenten die met elkaar in
verband staan, elkaar rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloeden en
daardoor een samenhangend geheel vormen.
Doel: probleem beter begrijpen door het in een ruimer verband te bekijken
3.2. Uitgangspunten systeemdenken
3.2.1. Andere manier van kijken= systeemkijken
Wereld= systeem met veel relaties en interacties
Kijk naar geheel en deel
-inzoomen= wisselwerkingen onderzoeken
-uitzoomen= overzicht houden
Probleem bekijken vanuit verschillende perspectieven
Ik = deel van de wereld
4