Economie en samenleving
In de hoge en late middeleeuwen (c.1000-1500)
1. Inleiding
1.1. De Hoge Middeleeuwen (1000-1300)
Europese ontwikkeling schakelt een versnelling hoger
Europe’s take-off?
Politiek: Gecentraliseerde staten en instituties
= nieuwe steden, nieuwe elites, nieuwe vormen van politiek
- Verbeterde levensstandaard: efficiënter taksen heffen
- Romeins recht: bestuur professionaliseren
Socio-economisch: Europa word rijker, meer ontwikkeld, verstedelijkt
= commercialisering vd landbouweconomie en integratie in stedelijke
economie
Cultuur en religie: Intellectuele vooruigang (scholastiek, onderwijs, bouw...)
- Romaanse en Gotische kathedralen
- Universiteiten, nieuwe religieuze bewegingen
- Filosofie, rechtsgeleerdheid, theologie, geneeskunde...
Economische oorzaakt? 5 onmiskenbare trends:
1) Algemene demografische groei
2) Groei en commercialisatie landbouweconomie
3) Complexere productie (nijverheid)
4) Complexere uitwisselingen (handel): ‘Commercial Revolution’?
5) Voortschrijdende verstedelijking, nieuwe elites
1.2. Late Middeleeuwen (1300-1500): crisis of contractie?
1300-1360: demografische terugval: natuurrampen, pest, hongersnood
<-> historici: periode met toenemende economische integratie
• Sociale onrust, boerenopstanden
• Politieke instabiliteit, oorlog, ciris in Kerk?
Eerder krimp (productie, demografisch) dan crisis:
, = geen duurzame impact op handel en nijverheid
• Vlot economisch herstel (na 1360)
o Stijging lonen, betere levensomstandigheden
o Toegang consumptiegoederen
<-> zware taxatie, sociale onrust
• Toenemende complexiteit
• Economische integratie tss regio’s
<-> ca. 1500 enkel N-It economische ontwikkeling v Islamwereld
2. Landbouw en rurale samenleving
2.1. Groei van de landbouweconomie
Vaststelling: demografische groei (tot c.1300)
• Niet lineair: sporadische terugvallen
o Hongersnoden, milieu en bodem
o Malthusiaanse correctie
≠ lange epidemieën
• Niet geografische uniform: regionale verschillen
o Continentaal Europa (Engeland) > verdubbeling
o Minder in Russische, Baltische, Scandinavische regio’s
• Niet algemeen in heel Europa
o Italië → W-Eur → O-Europa
o 13de eeuw: wijdverspreide, grootschalige, snelle groei
• Niet steden als engines of demographic growth ~ rurale migranten
Verklaringen:
• Klimaat: ‘Warme Middeleeuwen’ (vanaf c.900) <-> groei in 12e / 13e e
o Hetere zomers, mildere winters, normale regenval
o Longer growing season
o Ook in Rusland en Groenland: ijs smelt
• Lage mortaliteit: gebrek aan grote bacter/virolo aandoeningen
• Betere landbouwtechniek: meer voedsel
<-> nooit tekort aan voedsel wel: marktfalen, transportproblemen