Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Inleiding tot de psychologie - Geschiedenis - 20/20 eerste zit €5,89   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting Inleiding tot de psychologie - Geschiedenis - 20/20 eerste zit

1 vérifier
 57 vues  3 fois vendu

Dit document bevat een overzichtelijke, volledige samenvatting van het boek Inleiding tot de psychologie van professor Storms, aangevuld met lesnotities en powerpointafbeeldingen.

Aperçu 10 sur 122  pages

  • Oui
  • 14 juin 2022
  • 122
  • 2021/2022
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (1)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: helenadebruyne • 11 mois de cela

Traduit par Google

for TEW, 3 chapters are missing, very difficult layout to edit, missing a lot of info and sometimes incorrect info

avatar-seller
vknn
1.Om te beginnen
Over waar psychologie over gaat en hoe psychologen onderzoek verrichten

1.1. What’s in a name?
Psychologie en wetenschappelijke verantwoorde kennis: over – en onderschat
 H. Roediger: wetenschappelijke studie van de mentale processen en het
gedrag
 Phil Zimbardo: empirische studie van het gedrag en de mentale
processen
 APA: American Psychological Association & 48 secties v psychologie
<-> ook culturele antropologie, sociologie & rechten bestuderen gedrag
- gelijkend qua methode
- niet gelijkend qua onderwerp vh onderzoek

1.1. Belang van kritisch denken
Keith Stanovich: How to think straight about psychology
= pyschologie als menswetenschappelijke discipline vereist, meer dan eender
welke andere wetenschappelijke discipline, kritisch denken
<-> Dary Bem: bewijs om de toekomst te voorspellen (=pseudowetenschap1)
 Heranalyse toonde misleiding aan
 Geen enkel betrouwbaar bewijs voor extrasensorische perceptie

1.1. Freud en psychologie
Freudprobleem (<Stanovitch) = associatie van psychologie met psychoanalyse
 Bekende namen: Freud & Jung  geneesheren
o APA onderschrijft hun ideeën niet
o Afleiden wetmatigheden uit klinische gevalstudies
 Onbekende namen: Hubel & Wiesel & Sperry & Kahneman  nobel

1.1. Een beknopt historisch overzicht
Wanneer? 1878: Wilhelm Wundt opent eerste laboratorium voor exp
psychologie in Leipzig
Wortels? In de filosofie en fysiologie/neurologie
a) Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden (verklaring)
o Rationalisme: ratio als enig criterium voor geldige kennis
 Dualisme: lichaam en geest gescheiden ~ Descartes
1 Elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet gebaseerd is op empirische
observatie of op wetenschappelijke methode

,  Geest is niet objectief
o Angelsaksische traditie: empirisme en associatisme
 Onbevoordeelde zintuiglijke kennis
 Aan basis van emprische wetenschappelijke psyschologie
a) Postief-wetenschappelijke onderzoekmethoden (predictie)
o Ontmaskering mythe van descartiaans bewustzijn als niet-materiële
substantie
o Aan basis van wetenschappelijke psychologie
Onderwerp? Veranderlijk gegeven
 Eerste psychologen: Bewustzijn
 Eeuwisseling 20e E: Onbewuste
 Na WOII: gedragswetenschap
o Amerikaanse behaviorisme2 tot 1960
o Menselijke gedrag ~ diergedrag
 1960: cognitive psychologie 3

1.1. Methodologische eisen voor wetenschappelijk
onderzoek
1.1.1. Systematisch empirisme
= wetenschappelijke kennis laat zich leiden door het systematisch waarnemen
van de werkelijkheid
 Geen gezagsarguenten
 Anders dan filosofie <-> Francesco Sizi
Kritiek Popper op psycho-analyse: achteraf verklaren is geen wetenschap
1.1.1. Verifieerbare kennis
= kennis die repliceerbaar moet zijn
! belang van peer review (vraagstelling, procedures, verwerking gegevens...)
1.1.2. Toetsbare theorieën en uitspraken
= falsifieerbaarheid: mogelijkheid om aan te tonen dat een uitspraak foutief is
 Kritiek Popper op psycho-analyse van Freud: post-hoc
 Nixon: is zijn ondergang pyscho-analytisch te verklaren: post-hoc
~ variabel naargelang de tijd

1.1. Van kennis tot wetenschappelijke wet
1) Hypothese ontwikkelen
2 Psychologie wordt gereduceerd tot het achterhalen van verbanden tussen stimulus en reactie. Mentale
processen werden beschouwd als onwetenschappelijk
3 Studie van de manier waarop wij informatie verwerken

, = uitspraak die het resultaat van een wetenschappelijke test voorspelt
 Operationeel definiëren: exacte procedures voor
experimentele condities en metingen van resultaten
1) Gecontroleerde test
= onafhankelijke variabele a.h.v. randomisatie
2) Objectieve data verzamelen
= gegevens voor het testen van de hypothese
 Afhankelijke variabele: gemeten resultaat
1) Analyse van de resultaten
= o.b.v. statistische analyse: aanhouden/verwerpen vd hypothese
2) Publiseren, bekritiseren, repliceren vd resultaten
Term: theorie = relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om
data of gegevens te verklaen en predicties te maken over resultaten van een
emirische studie
Term: hypothese = specifieke predicttie afgeleid van een theorie, toegepast in
de context van een concreet onderzoek
Term: wetenschappelijke wet = relatie tussen verschillende variabelen die is
geconfirmeerd

1.1. Onderzoeksmethoden
a) Soort wetenschap?
- Positief-wetenschappelijk: methoden < fysica + variabelen
- Geesteswetenschappelijk: interpreterend
a) Onderzoeksprocedure?
- Descriptief
- Experimenteel
1.1.1. Naturalistische observatie
= observatiestudie biuten het laboratorium, in de natuurlijke situatie
 vaak eerste stap in meer gecontroleerd onderzoek
Vb. kijken naar geweld op TV: 18.000 moorden
<-> aanpasbaarheid vh gedrag
1.1.2. Gevalstudies
= één persoon of één voorbeeld van een fenomeen wordt zeer gedetailleerd
onderzocht
Vb. Freuds psycho-analyse op bepaalde patiënt
<-> getuigenverklaring? Veralgemening?

, 1.1.3. Interviews
= respondenten worden op een directe manier bevraagd
 training voor neutraliteit
Vb. bij 1500 jongeren duidelijk verband tss kijken naar geweld en agres gedrag
<-> ≠ causaliteit!
1.1.4. Surveyonderzoek
= verzamelen van een steekproef van opinies over één of meerdere
onderwerpen op basis waarvan de onderzoeker een besluit trekt over de hele
populatie
Vb. steekproef via opbellen = rijken bevoordelen
<-> representativiteit en waarheidsgetrouwbaarheid
1.1.5. Psychologische tests
= tests die worden aangewend voor het meten van allerlei variabelen
Soorten tests
1) Cognitieve tests: vaardigheid in verwerken van informatie
o Intelligentietest
 Individueel = tijdsinefficiënt/kwaliteit
 Collectief = tijdsefficiënt/weinig kwaliteit
Vb. RAVEN: progressieve matrices voor beperken v taal
o Schoolvorderingstest
1) Persoonlijkheids-en attitudetests
o Vragenlijsten
o Projectieve technieken
Vb. RORSCHACH: symmetrische figuren in bladeren met inkt
Vb. Thematic apperception test
Vb. SZONDI: 2 meest en minst sympathieke
= controversieel: zegt ook iets over psycholoog?




Kenmerken kwaliteit
1) Standaardisatie: ‘hoe moet ik precies meten?’
= steeds op dezelfde manier
2) Betrouwbaarheid: ‘hoe precies is de meting?’
= correlatie met zichzelf
3) Validiteit: ‘meet de test wat men beoogt te meten?’
= correlatie met een criterium?

,Opmerking:
- betrouwbaar ≠ valide
- valide = betrouwbaar
Vb. vraagstukken op school peilen niet enkel naar rekenvaardigheid, ook naar
taalvaardigheid
1.1.1. Correlationeel onderzoek
= onderzoeker bestudeert steekproef, noteert karakteristieken en gaat na of er
een verband is tussen die karakteristieken
Hoe? Correlatiecoëfficiënt r
 + 1,0: perfect lineair verband
vb. correlatie temperatuurmeting Celsius/Fahrenheit
 0.0: geen enkel verband
 - 1,0: perfect omgekeerd verband
≠ absolute grootte
Causaliteit? ≠ correlatie
a) Karl Pearson: vond correlatiecoëfficiënt uit
- correlatie 0,50 tss ouders en kinderen om tbc te ontwikkelen = erfelijk?
- later onderzoek: omgevingsinvloeden!
b) Cognitieve psychologie: oogbeweginspatronen x leesvaardigheid
- Oogbewegingstrainingen voor dyslexie
- Later onderzoek: causaliteit verloopt omgekeerd
a) Twee variabelen correleren, een derde heeft oorzakelijk effect
- Tienerzwangerschappen Taiwan x elektrische apparaten
- Levenstandaard!
a) Selecte steekproef




1.1.1. Experimentele studies
= creatie van een experimentele studie die gecontroleerde observatie toelaat
Wat?
 Correlationeel: beschrijven van een bestaande toestand
 Experimenteel: manipulatie vd werkelijkheid om causaliteit te
achterhalen
Vb. experiment van goldberger en pellagra

,  Algemeen: levend micro-organisme? (cfr. Cholera)
 Goldberger: insufficiënt dieet: te veel koolhydraten, te weinig proteïnen
= voor beide gegevens correlationele evidenties
o Manipulatie kritische variabelen
o Injectie met o.a. bloed, slijmne, stoelgang (+vrouw/assistente)
o + vrijwillegers uit staatsgevaninges
= bewijs tegen hypothse micro-organismen
Hoe?
a) Representatieve steekproef, toevallige selectie
b) Onafhankelijke variabele = gemanipuleerd
c) Afhankelijke variabele = mogelijks x onafhankelijke variablee
d) Foutencomponent  gemiddelde waarden
e) Statistisch significant?
f) Hoge interne validiteit
o Foutloze opzet en uitvoering
o Proefpersonen kennen hypothese niet
o Onderzoekskleider kent predicties niet (= dubbelblind)
a) Externe validiteit = ecologische validiteit
o Resultaten kun je veralgemenen buiten laboratorium
Kritiek?
 Artificieel en daarom niet relevant ~ externe validiteit
<-> manipulatie als enige manier om causaliteit vast te leggen
 Proefpersonen dikwijks niet random gekozen < populatie
<-> replicatieonderzoek




1.1. Enkele exemplarische voorbeelden
1.1.1. Zitten er grootmoedercellen in onze hersenen?:
gevalstudie
< neuropsycologie: patiënten met een hersenletsel bestuderen om iets te
weten te komen over het semantische geheugen
Studie?

,Warrington & Shallice: 4 patiënten met herpes simplex encephalititis
- kennis van niet-levende objecten intact
- sterk gestoorde kennis van levende concepten
+ 1 patiënt met omgekeerd ziektebeeld
Besluit?
semantische informatie van natuurlijke concepten en artefacten
= functioneel onafhankelijk van elkaar
Verklaringen?
1) Semantische kennis = opgebouwd als domeinspecifieke kennis
< Caramazza
o Levende vs niet-levende concepten met subsoorten
o Semantische stoornissen door aftakeling boomsctructuur
o Op verschillende momenten ontwikkeld in evolutie
 Informatie op verschillende plaatsen in hersenen
1) Semantische stoornis = uitval van modaliteitsspecifieke kennis
o Perceptuele kennis: ~ natuurlijke dingen
o Functionele kennis: ~ artefacten
 Verschillende soorten centrale kennisstructuren
+ bijkomende evidentie
- lichaamsdeelen ~ kennis van artefacten ~ functionele kennis
- muziekinstrumenten ~ perceptueel ~ perceptuele kennis
1.1.1. Vragenlijsten en voorspellen van gedrag:
correlationeel
< differentiële psychologie: studie van verschillen tussen personen = vergelijken
van de validiteit van 3 methoden om persoonlijkheidstrekken te meten
Studie?
Claeys + medewerkers: welk is beste methode voor meting v persoonlijkheid?
1) Klassieke vragenlijst:
o Big 5: extraversie; vriendelijkheid; gewetensvolheid;
neuroticisme; algemene cultuur
o Zevenpuntenschaal
1) Zelfbeoordeling o.b.v. 1 item per persoonlijkheidsfactor
2) Vrije zelfbeschrijving met 10 adjectieven
o Beoordeling door 10 experts voor elk vd 5 schalen
o Gewichten w opgeteld

,+ gedragscriteria: 25 gedragingen representatief voor persoonlijkheidsfactoren
vb. onmiddelijk opstaan bij wakker worden (door moeder, vader, vriend)
Resulaten?
 Intercorrelaties van 3 zelfrapporteringsmethoden tussen .50 en .70,
ongeacht de gebruikte methode
= 3 methodes meten ongeveer hetzelfde
 Correlaties tss zelfrapporteringsmethode en gedragscriteria .15 tot .30,
ongeacht gebruikte methode
= validiteit = vragenlijsten zijn in staat om 2% (0.152) tot 9% vd
variabiliteit in gedragsscores te voorspellen (gedrag is weinig stabiel!)
 Validiteit vd 3 methoden het hoogst indien vrije
zelfbeschrijvingsmethode het eerst w aangewend
1.1.1. Wat heet dan gelukkig zijn?: correlationeel
= Culturele verschillen in het belang van emoties voor algemene
levenstevredenheid
Studie?
W. James: ‘How to gain, how to keep, how to recover happiness, is in fact for
men at all times the secret motive of all they do and of all they are willing to
endure.’
1) cognitieve evaluatie: algemene levenstrevredenheid
2) affectieve component: positieve en negatieve emoties
 correlatie? ~ Kuppens, Diener, Realo
o 10.000 mensen < 46 landen (alle werelddelen), 90% tussen 18 en
27 jaar, 2% jonger, 8% ouder
o Cognitief: Satisfaction With Life Scale van 1-7 op 5 vragen
o Affectief: 14 emoties: hoe frequent afgelopen week van 1-9
o 2 indices per land
 Collectivisme vs individualisme
 Zelfexpressie
 Correlatie van 0, 51


Resultaten?
levenstevredenheid hangt
 op positieve manier samen met positieve emoties
 op negatieve manier samen met negatieve emoties

,maar
 negatieve emoties hebben sterker effect in individualistische landen
 positieve emoties hebben sterker effect in landen met hoge zelfexpressie
hangt samen met waarden en nationale cultuur van een maatschappij!
1.1.1. Komen mannen van Mars? Experimenteel
Verschil in empathisch vermogen tussen mannen en vrouwen niet zo fel
verankerd in onze genen als wat velen beweren in literatuur
Studie?
Klein & Hodges: zijn mannen werkelijk minder in staat tot empathie en is deze
zwakkere empathie niet het resultaat van een verminderde motivatie?
 Jonge vrouw gefilmd op reactie voor onvoldoende bij toelatingsproef
 4 Gedachten/gevoelens genoteerd bij stukjes
Proefpersonen: 107 studenten
o 53 vrouwen & 54 mannen
o 17-42jaar oud
Condities: betaald/niet betaald
Vergelijking: door drie onafhankelijke beoordelaars
+ dubbelblind experiment
- beoordelaars weten niet van wie het antwoord komt
- proefpersonen kennen hypothese niet
Resultaten? 2x2 design <-> neuroseksisme
Onafhankelijke variabelen Betaald Niet betaald
(tussen proefpersonen)
vrouw V V
Man V X
 Hoofdeffect van geslacht: vrouwen > mannen
 Hoofdeffect van betalen: betalen > niet betalen
 Significant interactie-effect
o Verschil tussen man en vrouw in controle conditie
o Geen verschil tussen man en vrouw in betaalde conditie
1.1.1. Voelen zonder te voelen: Experimenteel
= kan men via therapeutic touch het menselijke energieveld manipuleren
boven de huid van de patiënt?
Studie?
Emily Rosa (9jaar) + vader en moeder: wetenschappelijk artikel

,  21 therapeuten: 1 tot 27jaar ervaring
 Voelen boven welke hand ze Emily detecteerden
 Onafhankelijke variabelen binnen proefpersonen manipuleren
Resultaten?
 Indien therapeutic touch: 100%
 Indien toeval: 50%
 Resultaat: 44%
+ geen significante correlatie tussen ervaring en resultaat

1.1. Ethische kwesties in onderzoek met mensen en
dieren
Wie?
- beroepsverenigingen (American Psychological Association): code!
- anonieme beoordelaars (KU Leuven)
- ....
Wat? Deontologische regels
- informed consent = vrijwillg (incl. Stimuli!)
- indien niet vooraf het doel meedelen, wel nadien ~ milgram
Proefdieren?
- erfelijke en omgevingsinvloeden
- ontwikkeling sneller
- gelijkaardige processen
- zuiver wetenschappelijk onderzoek: weten om te weten
<-> GAIA & Jane Goodall

1.2. Hoofd-en interactie-effecten
Gegevens?
- 2 onafhankelijke variabelen
- 2 variabelen
 4 condities: 2x2 design
Berekening? Gemiddelde vd afhankelijke variabele

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vknn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,89  3x  vendu
  • (1)
  Ajouter