GEDRAGSVERANDERING
Wat is gedragsverandering?
Veranderen en helpen veranderen
2 betekenissen:
1) Zelf anders: (bv. het weer verandert)
2) Doen veranderen: (bv. de inrichting van je kamer veranderen)
Overgankelijk: het anders maken
Professionele beïnvloeding van mensen met de bedoeling deze mensen op een of andere
manier beter te krijgen door bv. aanwijzingen
Dagelijkse beïnvloeding: reclameboodschappen, discussies waarbij je iemand probeert te
overtuigen, toeteren, …
Onovergankelijk: het anders worden
Agogiek
= de leer van het doen veranderen van mensen
Agogie = Verzamelnaam voor alle professionele beïnvloeding van mensen met de bedoeling dat deze
mensen het op de een of andere manier beter krijgen. Het betreft dan dienst- en hulpverlening in bv.
maatschappelijk werk, verpleging, werkbegeleiding, …
Agoog = persoon die agogie bedrijft = beïnvloeder van het veranderingsproces van zijn cliënt
Adragogie/adragogiek/andragoog = gelijk aan agogie/agogiek en agoog wanneer het nadrukkelijk om
volwassenen gaat
Pedagogie/pedagogiek/pedagoog = gelijk aan agogie/agogiek en agoog wanneer het nadrukkelijk om
kinderen gaat
Kenmerken van agogiek
1. Het gaat om psychosociale verandering
2. De beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats
3. De beïnvloeding is doelgericht
4. De veranderaar werkt systematisch
5. De beïnvloeding vindt bewust plaats
6. De verandering wordt door de betrokkenen gewenst
7. De beïnvloeding wordt vrijwillig ondergaan
8. De beïnvloeding is niet wederzijds
9. Het gaat om (jong)volwassenen
1
,Definitie:
De leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte, beroepsmatige beïnvloeding die gericht is op het
bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van volwassenen (individueel of in
onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en die deze situatie ook nastreven.
Cliënt
Cliënt: Degene die verandert en daardoor tegenover een agoog de rol van de beïnvloede inneemt
Cliëntsysteem: Cliëntengroep (meerdere personen)
Gelijkwaardigheid
zelfstandigheid
Patiënt:
passief, afhankelijk en onzelfstandig
gepaard met lijden en ongemak
Doelgroep: een wat groter, niet vast te omlijnen, anoniem cliëntensysteem
Beroepen en werkvelden
Beroepen: maatschappelijk werker, mental coach, hulpverlener, psychotherapeut, voorlichter, …
Werkvelden: gezondheidszorg, reclassering, maatschappelijk werk, gezondheidsvoorlichting,
jongerenwerk, …
Niveaus van psychosociaal functioneren
1. Individuele personen: eigen behoeftes, verlangens micro
2. Groepen: mensen die elkaar kennen micro
3. Organisaties: ziekenhuis, scholen, anoniemen meso
4. Grotere samenlevingsverbanden: rokers, volwassenen, … macro
OEFENING
1. Aanvaarden dat jouw lief eigen keuzes maakt individueel
2. De vaccinatieplicht voor de zorg vanaf 1 juli 2022 samenlevingsverband
3. Sneller kritiek uiten op medestudenten die niet opletten individueel
4. Een klasgroep die zich voorneemt meer te bewegen groep
5. Een hogeschool die zorgt voor 'groepscontacten' (studentenraad) organisatie
6. Een koppel dat elkaar meer vrijheid geeft groep
7. De fusie van Artesis en Plantijn die voor een nieuwe bedrijfscultuur zorgt organisatie
8. Opkomst van bingedrinking bij jongeren samenlevingsverband
9. Een gezin dat in therapie gaat groep
Verandering nader bekeken
Verandering = het verschil tussen een nieuwe en een oude situatie
- Vervangen
- Toevoegen
2
,Probleem: negatieve uitgangssituatie voor verandering
Goede uitgangspositie: streven naar beter/meer
Niet veranderen: besluit om alles bij het oude te laten
Incidentele verandering: eenmalig, met gevaar van meer-van-het-zelfde-oplossing (=opstapelen van
dezelfde veranderingen, probleem wordt erger)
Structurele verandering: blijvend, helpt voorwaarden scheppen opdat de cliënt zichzelf kan helpen
veranderen effectiever
Veranderbaarheid: vrijheid van de cliënt, eerder een growth dan een fixed mindset en besef van
eigen verantwoordelijkheid
- Growth mindset: overtuiging dat men zelf kan veranderen
- Fixed mindset: overtuiging dat men zelf niet of slechts moeilijk kan veranderen
- Eigen verantwoordelijk vs. “het is nu eenmaal zo dat …”
- Vanzelfsprekendheid is de vijand van verandering
- Keuzevrijheid: in hoeverre kan iemand (on)bewust kiezen?
handelen: bewust handelen met een bepaald doel voor ogen
VS.
gedrag: passieve reactie op prikkels uit de omgeving
Procesgerichtheid: De houding van een agoog die zich vooral richt op de acceptatie van een
verandering en dus meer let op de manier waarop een verandering tot stand komt dan op de inhoud
van de voorgestane verandering zelf
Productgerichtheid: De houding van een agoog die meer let op de kwaliteit en de inhoud van een
voorgestane verandering dan op de manier waarop de verandering tot stand komt
3
, Hoe verandering faciliteren?
Waarom veranderen?
Eigen ontwikkeling
Idealen
Innerlijke drang => positief uitgangspunt
Onvrede met de bestaande situatie => negatief uitgangspunt
Informatie in strijd met het gedrag
Geheel nieuwe informatie: nog nooit van gehoord
Verwachtingen van anderen
Belangen
Bedreiging van buitenaf
(Plotselinge) wijzigingen in omstandigheden
Indrukwekkende of confronterende ervaringen
Motivatie
Belangrijk voor veranderingsproces:
- Om te beginnen
- Om door te zetten
Wie zelf graag wilt veranderen
Meer tot verandering gemotiveerd als:
- Zich minder bedreigd voelen
- Iets kunnen bereiken of voorkomen
- Meer ondersteuning vanuit omgeving
Sterkste motor = succesvol resultaat (bv. na hard studeren slagen voor het examen)
Effecten op korte termijn
Besluit:
zonder motivatie geen blijvende verandering mogelijk
verandering is gemakkelijker naarmate de motivatie van binnenuit komt (intrinsiek)
zoek de eigen redenen voor verandering
behalen en accentueren van kleine successen
grote veranderingen opdelen in kleine en haalbare tussenstappen
De gelaagde persoon: verschillen in veranderingsdiepte
4