boekhouden – basis examen 21/01/2020 2019-2020
Economie 1: boekhouden - basis
INLEIDING
1. Omschrijving
boekhouden: het geordend optekenen van de dagelijkse verrichtingen in een onderneming,
(meestal) uitgedrukt in geldbedragen
doel = een overzicht te hebben van de in hun ondernemingen gedane uitgaven en verkregen
ontvangsten, om uiteindelijk te komen tot een inzicht in de winsten of verliezen
Oudheid – Middeleeuwen = enkel boekhouden
Renaissance (Italië) = dubbel boekhouden
nu = eis van de overheid
2. Nut
boekhouding interessant voor:
ondernemer zelf: kan niet alles onthouden (betaling klanten, leveranciers,
personeelskosten, …)
overheid: controle door de belastingdiensten, RSZ, btw, …
anderen: bankiers, leveranciers, kandidaat overnemers, …
stakeholders: een persoon of organisatie die invloed ondervindt of zelf invloed kan
uitoefenen op die onderneming (bv. vakbonden, omwonenden, leveranciers, …)
shareholders: eigenaars of aandeelhouders
3. Principes
De waarderingen mogen kosten en schulden zeker niet onderschatten,
maar mogen opbrengsten, activa en eigen vormogen niet
voorzichtigheid
overschatten. Als we vermoeden dat een klant niet kan betalen, of we
verwachten een boete, dan boeken we dat als kost.
volledigheid Alle verrichtingen van de onderneming moet geregistreerd worden.
De jaarrekening moet minstens éénmaal per jaar worden neergelegd.
Een tussentijdse rapportering kan ook verplicht zijn, bv. bij
periodiciteit
beursgenoteerde bedrijven. Noteer kosten en opbrengsten in het
correcte boekhoudkundig jaar.
De boekhouding wordt gevoerd vanuit het standpunt dat de
continuïteit
onderneming blijft bestaan.
De cijfers moeten van jaar tot jaar vergelijkbaar zijn. Gebruik steeds bv.
consistentie
dezelfde waarderingsregels, dezelfde rekeningnummers.
, boekhouden – basis examen 21/01/2020 2019-2020
4. Vereenvoudigde en dubbele boekhouding
4.1. Vereenvoudigde boekhouding
vereenvoudigde boekhouding: houdt enkel rekening met financiële bewegingen en niet
met de bewegingen van vorderingen en schulden
wie? wat?
natuurlijke personen en financieel dagboek (bv. kas- en bankboek)
maatschappen met een inkoopboek
jaaromzet van minder verkoopboek
dan €500 000,00 inventarisboek
minstens 1x/jaar een inventaris (bezittingen, vorderingen, schulden en
verplichtingen en alle bronnen bestemd voor de uitbating
geen onderscheid tussen het privévermogen van de ondernemer en het vermogen
van de onderneming
4.2. Dubbele boekhouding
dubbele boekhouding: de registratie van elke financiële transactie wordt dubbel geboekt
vorderingen en schulden aangemaakt (= buffer tussen realisatie en bepaling)
het resultaat van een boekjaar veel correcter (winst of verlies), maar ook veel
directer (door de dubbele notering) worden bepaald hoe eigen vermogen evolueert
wie? wat?
ondernemingen met een ten minste twee registers
jaaromzet van (meer dan) het journaal of dagboek
€500 000,00 het grootboek
minstens 1x/jaar een inventaris en jaarrekening
scheiding tussen het privévermogen en het vermogen van de onderneming
4.3. Jaarrekening
jaarrekening: document dat een getrouw beeld moet geven van de onderneming
een balans
een resultatenrekening (opbrengsten en kosten)
een toelichting
een sociale balans (personeelsgegevens)
microvennootschap kleine vennootschap grote vennootschap
= niet meer dan 1 = niet meer dan 1 = meer dan 1 overschrijden
overschrijden overschrijden
personeel 10 50 50
jaaromzet €700 000,00 €9 000 000,00 €9 000 000,00
balanstotaal €350 000,00 €4 500 000,00 €4 500 000,00
jaarrekening? jaarrekening jaarrekening verkort jaarrekening volledig
microvennootschap model model