->Inleiding, de fundamenten
Na de WO : zoveel uitgegeven aan de oorlogen nood aan welvaartsstaat
Ordening van de samenleving, begrippen worden niet altijd juist gebruikt:
- Welfare state / Estado del Bienestar: Spaanse begrip is beter dan “welvaartsstaat”, want gaat
dieper en gaat over een toestand
- Verzorgingsstaat (zorgt voor de bevolking) / welzijnssamenleving / welsyn staat: ruimer dan
WVS, is voortdurend in verandering in functie van de veranderende behoeften & socio-
economische omstandigheden
- Sociale investeringsstaat / actieve WVS: door nood aan investeren in menselijk kapitaal
- Sociale markteconomie / welfare capitalism / gemengde economie: meer naar de
fundamenten, is kapitalistisch maar met sociale correcties die tot doel hebben sociale
rechten te bewaren
- Welvaartsdemocratie: parlementaire democratie, er worden steeds meer behoeften
gecreëerd om de economische motor draaiende te houden
- Consumptie- / overvloedmaatschappij
5 grondkenmerken van de welvaartsstaat:
1. Vrije markteconomie
2. Hoge materiële welvaart & levensstandaard
3. Optreden v/d overheid gericht op effectieve waarborging van sociale grondrechten
4. Parlementaire democratie
5. WVS verbindt vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid (= voortdurend streven)
Corona & de WVS: is onmiddellijk in actie getreden na duik in de economische productie
(uitkeringen, kunst & horeca beschermen, tijdelijke werkloosheid, …) WVS van de VS is veel
minder ontwikkeld dan de onze (geen systeem, moesten aan iedereen premies geven, = inefficiënt)
dat van ons is niet waterdicht (sommigen vielen uit de boot, slechte organisatie in
woonzorgcentra), maar de armoede is grosso modo niet toegenomen
WVS heeft van de ene dag op de andere de economie gestut & de burgers geholpen!
Naoorlogse WVS economische groei & sociale vooruitgang
WVS gaat over welvaart & verdeling door middel van:
- Vrije markteconomie
- Met belangrijke sociale correcties om sociale grondrechten te waarborgen
- Wederzijdse afhankelijkheid tussen het sociale & het economische: symbiose
- Parlementaire democratie
Het democratisch systeem moet bepalen wie wat krijgt & wie wat moet betalen
Huidige WVS: feiten & problemen
i. Armoede niet opgelost:
Ondanks rijkdom & goede werking van de WVS & hardwerkende burgers hoge belastingen
& tewerkstelling, het lukt niet om de armoede terug te dringen (stijgt bij laaggeschoolden &
migranten) en = groot probleem voor WVS niet enkel een probleem in België! (opvallend:
redelijk groot armoederisico in Zweden)
1
, ii. Ongelijkheid neemt in veel WVS’en toe:
Eerst nam de ongelijkheid af, nu neemt die terug toe (= U-curve, probleem van actuele
sociale verzorgingsstaten) corona: systeem heeft gewerkt, maar niet goed genoeg (men is
niet in staat de groeiende curve van armoede om te buigen)
iii. Structurele ondertewerkstelling van laaggeschoolden
iv. Groei & geluk gaan niet langer samen:
Easterlin’s paradox: geluk stijgt niet meer vanaf een bepaald niveau van welvaart
Groeivooruitzichten waren negatief tijdens corona, nu weer positief als we niet groeien is
er een probleem (grote last op overheidsuitgaven)
Groei brengt in rijke landen geen geluk meer op, het welzijn neemt niet meer toe (EP)
v. Grenzen aan de groei:
Probleem voor vandaag = ecologische voetafdruk (werd al een paar decennia geleden
gesignaleerd) klimaatopwarming is een feit!
Gele hesjes in Frankrijk: stonden aan de marge van de samenleving & voelden zich bedreigd
door de klimaatmaatregelen
vi. Wereldwijde ongelijkheden:
Grote verschillen in BBP tussen landen olifantencurve (!!)
Grote vraag: met wie zijn we solidair?
De WVS, kenmerken van naderbij
1. Hoge materiële welvaart en levensstandaard:
Als toestand, doel en middel! verwijst naar de symbiose tussen economische & sociale en
de obsessie voor economische groei (ook in rijke WVS’en)
2. Optreden van de overheid gericht op effectieve waarborging van sociale grondrechten:
Van état gendarme naar état protecteur (arbeidsrecht, sociale uitkeringen, sociale goederen
& diensten, werkgelegenheidsbeleid, welzijn, inkomensverdeling) GW: ieder heeft het
recht een menswaardig leven te leiden leidt tot socialisatie van het nationaal inkomen &
een nieuw inkomensbegrip
3. Subsidiariteit:
Besluitvorming & uitvoering door overheid, vrije ondernemingen & vrije sociale organisaties
(stakeholders & georganiseerd middenveld)
Kernwoorden: paritair of drieledig + overleg/consensus/overeenkomst + sociale
gesprekspartners vs (klassen)conflict democratisch corporatisme of neo-corporatisme
!! de WVS is niet “staats” !!
Hogere instanties hebben een aanvullende taak tov de lagere
4. Parlementaire democratie:
Voorkeuren van de bevolking uitspreken (stemrecht)
Behoedster van de vrijheden van burgers & organisaties
Welvaartsvoorzieningen werken op grond van wetten & staan onder controle van de
volksvertegenwoordiging
Verwevenheid van vrije markt, democratie en verdeling
5. WVS is nationaal en internationaal:
Vraag: waarborg van basisrechten aan welke burgers?
De WVS is gegroeid binnen het kader van de natiestaat MAAR globalisering/Europeanisering
vs regionalisering glokalisering
6. Gelaagde WVS:
Verschillende lagen: lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal
Welfare state: als een toestand, niet als een natiestaat
2
, 7. De WVS verbindt vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid:
Vrijheid (liberalisme): verantwoordelijkheid, inzet en innovatie
Broederlijkheid (christendemocratie): solidariteit binnen het gezin en kleine verbanden,
zelforganisaties en middenveld
Gelijkheid (socialisme): collectieve solidariteit
Moeilijke opdracht: vrijheid en broederlijkheid genereren ongelijkheid, collectieve solidariteit
tracht dit te compenseren, maar collectieve solidariteit gaat ten koste van vrijheid
De WVS:
- Is een ethiek (van sociale rechtvaardigheid, solidariteit)
- Is functioneel en rationeel (symbiose tussen economie en sociaal)
- Botst op belangrijke uitdagingen
- Is een dynamisch proces
- Voortdurend politiek conflict rond
->Historiek en evolutie van de welvaartsstaat
WVS ≠uitvinding / blauwdruk van een gesloten toekomst =organisch gegroeid, van onderuit
(historiek)
Liberaal tijdvak (1800-1880): de oorsprong
Technologie:
- Economische transformatie (landbouw industrie): industrialisering
- 1e demografische transitie: hogere welvaart, kinderen leven langer (meer mensen), hogere
levensverwachtingen bevolkingsexplosie
Wel: behoud van oude maatschappijordening (état gendarme = overheid grijpt enkel in om
burgerlijke vrijheden te waarborgen, burgerlijke rechtsstaat, laissez-faire)
Zeer slechte leefomstandigheden voor arbeiders in de stad (= sociale kwestie): afhankelijk van de WG
door loondienst, maar geen regelingen
Begin van onderlinge hulp kiem van de sociale zekerheid
Arbeid commodity (verhandelbaar goed): veel wantoestanden, geen regelingen
- 1850: werkweken tot 80 u in Gentse textielfabrieken
- Tot 1870: 12 arbeid per dag (regel)
- Vrouwen & kinderen = volwaardige arbeidskrachten
- Groei van economische productie MAAR lage lonen
- Zeer slechte levensomstandigheden voor arbeiders (= sociale kwestie): beluiken (typische
arbeidswoningen), ondervoeding, ziektes, …
Ook op platteland problemen: oudere bevolking blijft achter in slechte omstandigheden/zonder hulp
sociale conflicten
Voorbereiding (1880-1940)
1886: stakingsgolf & volksopstanden
- Begonnen in Luikse mijnbekkens & gaandeweg uitgebreid
- Bijzonder gewelddadig
- Directe aanleiding: economische crisis & loonsverminderingen
3
, - Parlementaire commissie
Minimale arbeidswetgeving belangengroepen komen tot stand (1891: Rerum Novarum)
Rerum Novarum = pauselijke encycliek: Kerk stelt dat er sprake is van grote sociale kwestie, ellende
wordt vergroot
Duitsland: eerste verplichte sociale verzekeringen (dankzij Bismarck)
Crisis 1930: the great depression (grote werkloosheid, geen werkloosheidssysteem)
1885: oprichting Belgische werkliedenpartij (BWP) strijd voor algemeen stemrecht (democratie) &
materieel welzijn (hogere lonen & betere sociale bescherming)
Verdere commodificatie: ontstaan van tegenreactie 1887-1914: evoluties/veranderingen
Veel verbeteringen ivm scholing en arbeid, maar de onrust blijft!
- 1917: communistische revolutie in Rusland
- Politieke destabilisatie in Westen (Hitler, Mussolini, Salazar & Franco, REX)
- Economische crisis in 1930 en grote sociale wantoestanden
Groeiend besef van nood aan overheidsingrijpen
Angst voor revolte
Als ethisch project & als economische/politieke noodzaak: “redden van het kapitalisme” &
behouden van politieke stabiliteit
Nood aan verzorgingsstaat, positief ingrijpen van de overheid
Verdere technologische ontwikkeling & globalisering
DAN: decommodificatie!! = noodzakelijk voor regulering van de arbeid/lonen/sociale zekerheid
de samenleving is antwoorden aan het bedenken en waarmaken (Planyi)
Intellectuele grondslagen van de welvaart worden gelegd met wetenschap: econometrie (Tinbergen),
Plan van de Arbeid (De Man), Keynesianisme, Beveridge, positivisme (geloof in maakbaarheid van de
samenleving, St-Simon & Comte) + uitwerking van statistisch apparaat om economische groei te
meten (nationale rekeningen, BBP, inflatie, …)
Keynes= the end of laissez-faire: wetenschappelijke grondslag voor paradigmashift naar sociale
overheid we moeten samenwerken & de samenleving organiseren (is mogelijk)
Arbeidswetgeving van louter bescherming naar positieve verbetering: 40-urenweek, erkenning
vakbonden, 1ste Nationale Arbeidsconferentie (1936), sociale verzekering verplicht in 2 sectoren
(pensioenen & kinderbijslag)
DUS: WVS is
- Ontstaan van onderuit & incrementeel gegroeid
- Antwoord op sociaal-economisch & demografisch probleem van de 19 e eeuw (industriële
revolutie, sociale wantoestanden, 1e demografische transitie)
- Intellectueel mogelijk gemaakt door Keynes & positivisme
- Politiek mogelijk gemaakt door algemeen stemrecht & sociaal-politieke bewegingen/
drukkingsgroepen
Uitbouw (1950-1970)
Ontwerp van overeenkomst van sociale solidariteit (Sociaal Pact) 28/4/1944:
4