DOELSTELLINGEN CBW
VERMAATSCHAPPELIJKING
1. Inzicht in de betekenis van de term vermaatschappelijking (definiëring, krachtlijnen...)
Begrip met een hoge aaibaarheidsfactor. Verwijst naar maatschappij waarvan we weten dat we die op een
of andere manier gaan nodig hebben. Maar net omdat het zo breed wordt gebruikt, kan het interessant zijn
om ons af te vragen wat we precies bedoelen met dat woord.
Als we bv. gaan kijken naar beleid, hulpverleners en zorgvragers, zien we vaak dat ze dezelfde terminologie
gebruiken maar met een andere invulling/visie.
Op die manier ontstaat er eigenlijk een containerbegrip waarbij er vaak spraakverwarring mee te zien krijgt.
Vermaatschappelijk wordt ook vaak deïnstutionalisering, participatie, zelfbepaling, autonomie, informele
zorg... Maar ook met heel wat negatieve connotatie, bv middelen besparing.
- Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor
- Tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
Dezelfde terminologie, andere invulling/visie
Onderhevig aan discussie en kritiek
Verschillende kernwoorden:
- Deïnstitutionalisering: afbouw vd bedden in de psychiatrie, kleinere leefgroepen
- Community care: zorg in én door de samenleving
- Krachtgericht werken: inzetten op de krachten vd persoon zelf
- Contextgericht werken: kijken naar krachten vd omgeving om zorgvraag é stuk te gaan invullen
- Vraagsturing: wat willen cliënten zelf in verband met hun eigen ondersteuning
- Respijtzorg: zorg aan zorgbehoevende met als doel om diens mantelzorgers tijdelijk te
ontlasten en vrijaf te geven
Positieve lezing: recht op leven in de samenleving + ondersteuning in de samenleving
- Op plaats waar mensen leven en niet in residentiële voorzieningen
Negatieve lezing: zorg door gemeenschap ipv professionals
- Professionals worden gezien als te duur, men moet naar andere antwoorden zoeken
Subsidiariteit of complementariteit?
Subsidiariteit: moeten de informele netwerken alles overnemen en de verantwoordelijkheid dragen?
Complementariteit: samenwerken met de informele netwerken
Verhouding/spanningsveld tussen het recht op professionele ondersteuning en de plicht om beroep te doen
op je sociaal netwerk
, 2. Inzicht in de historische voedingsbodems van vermaatschappelijking
Eerste variant: midden 20ste eeuw
Hiervoor België klassieke liberale staat (19e eeuw): geen beschermende maatregelen zoals ziekteverlof,
betaald ouderschapsverlof, pensioen… Rol overheid beperkt tot beschermen individuele vrijheid, bewaken
veiligheid en sociale orde.
Opkomst verzorgingsstaat: Overheid trekt steeds meer zorgverantwoordelijkheden naar zich toe.
- Van privésfeer naar openbare sfeer
- Proces waarbij steeds meer elementen v. zorg uit privésfeer in openbare sfeer
terechtkwamen, ook vanuit openbare sfeer steeds meer bemoeienissen met privésfeer
- Sociale zekerheid: Iedereen geeft é sociale bijdrage wat sociale zekerheid garandeert. Als je als
burger nood hebt aan ondersteuning, staat overheid daar gedeeltelijk voor in
- Overheid zal maw stuk instaan voor regie v. zorg (vb. je mag kind zelf opvoeden zoals je wilt,
maar hij moet wel naar school gaan)
- Verzorgingsstaat komt onder druk te staan door vermaatschappelijking
Tweede variant: jaren ’60-‘70
Hiervoor werden hulpvragers gereduceerd tot hun problematiek en verloren hun rechten!
Kritiek op residentiële zorg:
- Extramuralisering vd zorg: recht op volwaardige deelname aan maatschappij (positie v. patiënt
als gebruiker leidt tot é patiëntenbeweging)
- = streven om buiten muren intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt)
gelijkwaardige zorg te bieden, vb. in de eigen woning (thuiszorg)
- Deïnstitutionalisering: Ontmanteling v trad psychiatrische ziekenhuizen (Basaglia wet 1978)
- Oprichting centra GGZ, PAAZ en dagziekenhuizen
- Belangrijke rol voor 1ste lijnzorg (huisarts etc. hulp waar iedereen terecht kan zonder
doorverwijzing) + nulde lijn (mantelzorg, zelfhulp)
(concentrische cirkels, art 107 (= afbouw bedden psychiatrie, resterende geld moet
geïnvesteerd worden in zorg aan personen))
- Zorg op zo laag mogelijk niveau proberen organiseren
Mensen moeten weg vd instituten en verzorgd worden binnen samenleving zelf. De patiënten zijn in de
eerste plaats immers burger en mensen met rechten.
- Doordat deze personen opnieuw in de samenleving terecht komen was er sprake v.
verwaarlozing, isolatie en é verschraling vd zorg (!Belangrijk aandachtspunt!)
- Deïnstitutionalisering leidt vooral tot fysieke integratie
Derde variant: normalisatieprincipe
Onderscheid tss:
- Beperking: persoonskenmerk bv. beperkte mobiliteit, gehoor, zicht
- Handicap: verlies v functionaliteit vd beperking als de samenleving er niet goed op inspeelt
Bv. praktische zaken, toegankelijkheid, negatieve beeldvorming, maatschappelijke
beeldvorming rond dementie…
- Samenleving heeft als geheel verantwoordelijkheid voor de gevolgen v. individuele kenmerken
Deze derde benadering heeft betrekking op onder andere de beeldvorming
(Hoe wordt er gekeken naar een beperking bv. dementievriendelijke steden)
,Vierde variant: veronderstelde ineffectiviteit vd soc sector
Lijkt sterk op tweede variant: terugdringen v. intensieve en residentiële zorg. Sterkere focus op informele en
ambulante zorg. Informele zorg dient meer zorg op te nemen
Uitgangspunt: Veronderstelde ineffectiviteit v sociale sector en een ander beeld vd moderne burger leiden
tot de overgang ve verzorgingsstaat naar een participatiestaat:
- = Opnemen v eigen verantwoordelijkheden (en omgeving) staat centraal. Dit leidt tot:
- Wantrouwen tov zorg ontvangende medeburger
- Besparingen
- Verhogen indicatie-eisen voor zorg: je krijgt vb niet meer de keuze om naar een rusthuis
te gaan, maar je bent verplicht thuis te blijven wonen als bejaarde
- Manier waarop hulpverlening georganiseerd wordt is economisch niet haalbaar
(participatiestaat vereist!)
Centraal in alle benaderingen: continue (her)verdeling van zorgverantwoordelijkheden!!!
- Burgers en hun sociaal netwerk krijgen meer verantwoordelijkheid doorgeschoven
<-> paradox succesfactor voor realiseren v. vermaatschappelijking
- Mensen in meest kwetsbare situaties vaak diegene waar sociaal netwerk ontbreekt of
niet voor handen is om hulp te bieden
3. Inzicht in de uitdagingen, randvoorwaarden en positieve aspecten v vermaatschappelijking
Randvoorwaarden:
NIET OF-OF, MAAR EN-EN
- Caring for – caring about: alliantie tss zorgvrager
- Formele en informele zorg: caring by the community. Telkens in dialoog gaan met elkaar
om zo vooruit te geraken
- Onvoorwaardelijk recht op hulpverlening bewaken
- Aandacht en belangenbehartiging vd meest kwetsbare groepen in onze samenleving
- Investeren via sociale hulp en -bijstand
- Koude én warme solidariteit
- Warme solidariteit: aan de slag gaan met noden, burgers ondersteuning bieden om
elkaar vooruit te helpen, initiatieven organiseren bv. Warmste week…
- Koude solidariteit: geboren vanuit overheid. Overheid gaat zich mengen in privé, zorgen
voor personen bv. sociale premie
- Overheid investeren in sensibilisering + ten alle tijden recht op hulp garanderen
Initiatieven (warme solidariteit) zouden ook moeten leiden tot structurele veranderingen (koude solidariteit)
= rol v. professional hierin belangrijk, hoe knn wij hiermee aan de slag gaan zodat er in hulpverlening
verandering komt
ONDERSTEUNING
- Ondersteuning burger: burger moet zelf keuzes kunnen maken in wie welke hulp aanbiedt (=
onvoorwaardelijkheid van het recht op hulp) + zorggarantie
- Ondersteuning professional: generalist, bruggenbouwer, belangenbehartiger, vernieuwer,
beleidsmaker (flexibiliteit) - opletten voor te grote druk op eerste lijn!
- Ondersteuning mantelzorg
Vermaatschappelijking: Mensen moeten in samenleving ondersteuning krijgen, dit kan perfect gebeuren
, door professional. Geen zorg in samenleving en door samenleving!!! Als er geen informeel netwerk is of zij
zien dit niet zitten, dan moet het ook mogelijk zijn om ten volle ondersteund te worden door professionals
Positieve aspecten:
- Vermaatschappelijking streeft naar een meer solidaire samenleving
- Het erkent dat elke burger é volwaardige plaats heeft in de samenleving en het recht deze
plaats mee autonoom in te vullen (recht op participatie en zelfbepaling)
- Het erkent de kracht en expertise v. burgers
- Het voorkomt dat mensen gereduceerd worden tot hun problemen
- Voorkomt dat mensen geïnstitutionaliseerd worden en zo geen deel meer uitmaken vd smlv
- Het reageert tegen de overprofessionalisering vd zorg
4. Huidige tendensen in het werkveld en de samenleving kunnen kaderen binnen de context
van vermaatschappelijking
Het is niet voldoende om enkel in te zetten op politieke en fysieke integratie. Er is ook nood aan sociale
integratie.
- Sensibilisering kan hierin eerste stap zijn: professional, HV kan brugfiguur innemen om bij te
staan, belangen te behartigen en zorgt dat recht op verzorging elke burger toekomt
Is de samenleving klaar voor integratie van verschillende doelgroepen? (sociaal isolement, misbruik…)
Neen.. Angst voor het onbekende, kloof tussen theorie en praktijk.
Huidige tendensen: veel mensen zijn fysiek aanwezig, maar er is geen sprake v. sociale integratie. Ze voelen
zich niet verbonden met andere mensen in de maatschappij (= vermaatschappelijking!)